L’Amour. Een titel waarbij ik zeker weet dat als die van Stuurbaard Bakkebaard afkomt, ik geen huis-, tuin- en keukenliefde hoef te verwachten, maar eerder seks in een vuige achterafsteeg waarbij de lust voor de liefde gaat. En dan heb ik nog geen noot van hun nieuwe schijf gehoord. Op het hoesje ligt een blote man naar de camera te kijken. Witte billen, de bril, het baardje, het horloge, ik vraag me af of de foto gemaakt is op een jaren zeventig NVSH-parenavond. Het beeld is in ieder geval alles behalve lustopwekkend. Het was de afgelopen jaren stil rond Stuurbaard Bakkebaard, hun laatste release was Whistle Dixie uit 2005. Toch waren ze de afgelopen jaren de initiatiefnemers van het podiumproject het geslaagde Beukorkest (dat tegen het eind van het project ook op cd te verkrijgen was) waar veel namen uit de Nederlandse alternatieve popscene samen muziek maakten en er zelfs ruimte was voor buitenlandse inbreng. Mogelijk dat deze samenwerking het trio heeft aangezet om hun geledingen te versterken met DJ DNA (betrokken bij de eerste platen van Urban Dance Squad en later o.a. terug te horen in Palinckx). En wat een geweldige keuze is dit, want waar de heren Stuurbaard Bakkebaard zelf al wel een behoorlijke mopje muziek kunnen maken is het net of er een extra dimensie toegevoegd wordt en de puntjes op de i gezet worden. Maar dus wel op zijn Stuurbaard Bakkebaards. L’Amour is dan ook een vet album geworden dat rockt en swingt tegelijk, maar nog steeds een rauwe bluesy sfeer kent. En dan zijn er nog de ‘fuckin’ teksten waar ik in ieder geval om moest glimlachen. Goede gedaan mannen!
mij=PIAS