Rock ‘n’ roll is dood, al wel vijftig jaar lang als je het in zijn puurste vorm bekijkt. Elvis Presley, Bill Haley, Gene Vincent, ze zijn zelfs al niet meer onder ons. Het rock ‘n’ roll-stokje werd in de jaren zestig overgenomen, kreeg een wat andere vorm, maar ook die makers vallen langzaam aan weg, zoals onlangs nog Ron Asheton. En zo ging het stokje mee met elke generatie, die zijn eigen stokje bewaakt zag door de schatbewaarders ervoor, die erop moesten toezien dat dit wel goed gebeurde. Een band van dit decennium waren The Hunches uit Portland (Amerika) die in 2002 en 2004 een album afleverden met garagerock (‘n’ roll) waar de gemiddelde ouder van nu niet blij van zou worden als zijn kindje hiermee thuis zou komen. Terwijl er alweer nieuwe gasten staan te popelen om deze rol over te nemen en zelfs voordringen om ook mee te mogen doen, zoals No Age, besloten The Hunches dat ze eigenlijk nog best een keer wilden. En dus brachten ze onlangs een nieuw album uit onder de titel Exit Dreams. Twaalf liedjes, twaalf keer een bak herrie waar vorige rock ‘n’ roll-generaties zich niet voor zouden schamen, zoals daar waren (en soms nog zijn) The Stooges, Billy Childish, The Jesus and the Mary Chain, Pixies en The Cramps. Neem hierbij nog een (technische) lo-fi feeling die over de plaat hangt en je weet dat Exit Dreams niet voor tere zielen is.
mij=In The Red / Konkurrent