De band die in België inmiddels een huishoudnaam is en eindelijk ook wel eens Nederland wil gaan veroveren, het Antwerpse A Brand speelt vanavond voor een volle AB Box in Brussel. Maar voor dit concert plaats vindt voel ik zanger/gitarist Dag Taeldeman en drummer/zanger Frederik Heuvinck nog aan de tand.
Klopt het dat jullie ooit materiaal via sigarettenautomaten verdeeld hebben?
Dag: ‘Ja, dat waren 12 singles en we hebben daarvoor twaalf Belgische kunstenaars gevraagd artwork te maken voor elke song. Dat Phonomatics-project is echt het allereerste wat we met A Brand gedaan hebben, nog voordat we een platencontract hadden. We hebben dat op een single-cd’s geplaatst die eruit zien als een bankpas. Het was onder andere met werk van Guillaume Bijl, Luc Tuymans en Jan Fabre die graag hieraan wilde meewerken. Dat werk zat in één automaat en is eigenlijk op tournee geweest door Belgische musea zoals in Kortrijk, Gent en het MuHKA. Daarbij speelden wij als band dan stille concerten in die musea, soms zelfs achter glas, als een soort van kunstwerk.’
Frederik: ‘Je kunt op de site nog alle Phonomatic-singles bekijken, het project was in samenwerking met Geoffrey de Beer. Hij was degene die met het automaten gegeven op de proppen kwam… Die singles zijn trouwens ook zeer beperkt uitgebracht.’
mij=Interview: Nathalie
Daarna was er dus dat platencontract met Lowlands en het zag er naar uit dat A Brand ook in Nederland zou doorbreken. Wat is er gebeurd?
Dag: 'Met de eerste plaat 45 RPM leek dat wel te gaan lukken via onder andere Kink FM, maar het tweede album heeft eigenlijk niets gedaan in Nederland.'
Frederik: 'Dat lag ook wel aan het feit dat de platenmaatschappij (Lowlands) toen al niet goed meer liep dus het was al moeilijk voet aan de grond te krijgen in Nederland. Maar we hebben wel als voorprogramma van The Killers gespeeld en er waren ook heel veel toffe concerten die we gedaan hebben. Van het publiek kregen we zeker wel veel terug dus daaraan heeft het niet gelegen.'
Dag: 'Qua radio en promo was dat wel erg moeilijk, maar dat zal niet anders zijn voor Nederlandse bands in België. Zelfs Waalse bands worden in Vlaanderen niet veel gedraaid.'
Frederik: 'Ik zie dat De Staat nu wel af en toe in de playlists tevoorschijn komt van Studio Brussel,maar het blijft heel moeilijk.'
Dag: 'In deze tijden van muzikale crisis en protectionisme is het nog moeilijker dan anders om in een ander land door te breken, maar dat wil niet zeggen dat je het niet mag proberen.'
Op de hoes van het nieuwe album Judas staan jullie in zilveren pakken afgebeeld en ook optredens gebeuren in die kostuums, is dat een bewuste imagokeuze?
Frederik: 'We hebben er wel bewust voor gekozen om allemaal hetzelfde aan te doen en bij iedere plaat is dat iets anders geworden.'
Dag: 'Dat was inderdaad vanaf dag 1 zo, maar ik begin er wel de nadelen van in te zien, omdat journalisten daar teveel op gaan focussen. De reden waarom we dat gedaan hebben, is uit nostalgie naar de old skool soulgroepen en de muziek die we op dit moment maken, maar er gaat veel te veel aandacht naar die pakken. Terwijl die groepen vroeger ook allemaal hetzelfde aan hadden. Dus nee, er zit geen groot plan achter.'
Judas is een diverse plaat geworden, wat is de rode draad op het album?
Dag: 'De plaat heet Judas, daarmee geven we eigenlijk al aan wat het thema is op de plaat. De nummers gaan allemaal over bedrog, maar dat hoeft niet noodzakelijk een negatief bedrog te zijn het kan ook een verliefdheid of passie zijn. Dat is meer een schoon bedrog, het misleiden van jezelf. Het is zeker een diverse plaat geworden maar mijn grootste kritiekpunt op andere groepen is altijd geweest dat ze teveel één soort energie uitstraalden en dat is eigenlijk één van de redenen waarom wij proberen altijd divers te werken.'
Is het een groepsproces, het opnemen van de plaat?
Dag: 'Wanneer het nummer geschreven is kijken we wiens stem er het beste bij past, als we bijvoorbeeld een luide schreeuw nodig hebben dan is dat voor Frederik. Bij het opnemen van Judas, nu we elkaar zo goed kennen, is het zeker een groepsproces geweest.'
Frederik: 'Dat is ook wel zo gegroeid, in het begin wisten we dat nog niet. We hebben zelfs zangeressen uitgenodigd om te kijken of dat beter klonk, maar dat is allemaal niet gelukt. Het was even een zoektocht maar nu gaat dat als vanzelf.'
Dag: 'Ik denk dat we nu allemaal meer onze kwaliteiten kennen en dat we op den duur misschien ook wel nummers in die trant gaan schrijven.'
Jullie maken ook gebruik van gastzangers/zangeressen.
Dag: 'Op de andere albums waren er ook al gast-backing-vocals te horen, dat was vooral voor een extra kleurtje op de plaat. Maar ik zou me best kunnen voorstellen dat A Brand een plaat maakt waarop wij niets zingen en dat alles door andere stemmen wordt ingezongen. Ik vind wel dat we ondertussen een stuk gegroeid zijn als zangers. Dat hebben we wel echt moeten leren, we zijn eigenlijk allemaal muzikanten die uit onvrede met de mensen waarmee we werkten zijn gaan zingen. Zo zijn we samen gaan spelen, dat was wel een kwestie van vertrouwen hebben in elkaar. We stonden dan echt tegenover elkaar in de woonkamer te zingen.'
Frederik: 'Het verschil is dat we in de studio in het begin een halve dag bezig waren aan een nummer en nu ging dat echt vlot. De stem is natuurlijk ook een instrument en dat moet je leren bespelen.'
Dag: 'Maar het omgekeerde kan uiteraard ook. Ik zou het fantastisch vinden om een plaat te maken, waarvoor ik nummers schrijf met andere mensen in mijn hoofd. Maar dat is niet nieuw natuurlijk, Arsenal gebruikt ook veel gastzangers en Massive Attack heeft nooit anders gewerkt.'
De gastzanger op Judas is Michael Houston. Hoe zijn jullie bij hem terecht gekomen?
Dag: 'Die ben ik ooit in Antwerpen tegengekomen. Het is een 63-jarige Afro-Amerikaanse straatmuzikant en ik was ongelofelijk onder de indruk van zijn stem. Hij is echt zo een figuur die zomaar weggelopen zou kunnen zijn uit een blaxploitation film. Ik ben op hem afgestapt, gezegd dat ik een nummer had geschreven en of hij het zag zitten om daarvoor de tekst in te zingen. Hij zei meteen: sure brotha, anytime … I do weddings, I do parties I do anything. Een grappige man vol met one-liners is het (lacht).'
Frederik: 'Hij speelt vanavond trouwens mee tijdens ons optreden in de AB Box in Brussel.'
Dag: 'Maar dat gaat geen gewoonte worden. Voor ons is dat niet lastig om hem mee te nemen op tournee, maar voor de man zelf gaat dat problemen geven dus hij zal wellicht alleen nog bij speciale optredens gevraagd worden, maar we gaan dat ook weer niet overdrijven.'
Tijdens het live spelen staan jullie naast elkaar wat natuurlijk meteen opvalt. Is het communiceren met elkaar dan niet vreselijk lastig?
Frederik: 'Ik denk dat het voor ons nu andersom moeilijker zou zijn.'
Dag: 'We hebben nu net in Oostenrijk gespeeld en daar kon het niet anders. We stonden daar met vier voor en Frederik speelde achteraan, maar dat was niet echt een tof gevoel vooral omdat Frederik ook nummers zingt. Het is vooral een kwestie van wat je gewoon bent of dat lastig communiceren is. Nou ja , voor ons is dat normaal, want hij is één van de vijf stemmen, een goede drummer plus dat het ook visueel een goede waarde heeft.'
Frederik: 'Drummers zijn toch ook tof om naar te kijken.'
Het is algemeen bekend dat platen maken weinig meer opbrengt, is het live spelen voor jullie nu dan ook belangrijker geworden?
Frederik: 'Het een kan niet zonder het ander, zonder album is het lastig optreden. Qua inkomsten is dat wel belangrijker geworden ja, maar ik vind platen maken toch nog wel echt plezant.'
Dag: 'Het zijn twee andere dingen maar ik houd toch wel ongelofelijk veel van allebei.'
Frederik: 'Een heel jaar in de studio zitten daar zou ik gek van worden, een heel jaar toeren daar zou ik dood aan gaan, maar ik doe het beide graag.'
Recentelijk hebben jullie ook een cover opgenomen “Thunderstruck” van AC/DC. Spelen jullie wel meer covers bij optredens?
Dag: 'Dat nummer was oorspronkelijk bedoeld voor het programma Rendez Vous van Studio Brussel en we spelen dat nu nog wel eens in onze set.'
Frederik: 'Vroeger speelden we ook wel “Block Rockin' Beats” van The Chemical Brothers en nu “Yeah” van LCD Soundsystem.'
Dag: 'En vroeger ook wel eens een nummer van Willem Vermandere.'
Maakt het jullie nog iets uit of men een fysiek album koopt of dat het gedownload wordt?
Dag: 'Er zijn wat vrienden van me die wel zeggen dat ze nog echt een album in hun handen willen hebben, maar je merkt gewoon dat mensen steeds meer losse nummers verzamelen. In Oostenrijk kwam er nog iemand op me af die zei: “ik heb jullie nummer hoor” en daar bedoelde hij dus niet het album mee (lacht).'
Ik merk bij mezelf dat ik steeds meer nummer gefocust word.
Frederik: 'Inderdaad dat heb ik ook. Maar bij mij komt dat ook doordat ik nogal slordig ben en cd's op de grond in de auto belanden waardoor er dan iemand op gaat staan en dan zijn die weer kapot. Dus nu ben ik begonnen met die nummers op iTunes te kopen.'
Geen vinyl plannen?
Frederik: 'We hebben ooit remixen op vinyl laten persen en ook al ben ik niet echt fier op wat er op staat, die plaat staat wel op mijn schouw.'
Dag: 'Het is wel een hebbeding, maar ik zie er voorlopig het nut niet zo van in. Daar denk ik wel eens over na, wat kun je nog doen met muziek waardoor het hebbeding heel belangrijk wordt. Om toch een album te krijgen en een soort meerwaarde te creëren.'
Frederik: 'Ik geef drumles aan 15/16/17-jarigen en terwijl ze aan het spelen zijn ga ik wel door hun iPod. Als ik dan tegen ze zeg, ah zullen we eens met dit nummer op je iPod meespelen, dan weten ze vaak helemaal niet wie het is, omdat ze het dan via vrienden of zo hebben gekregen. Daar sta ik wel verbaasd van te kijken.'
De muziek komt steeds meer via diverse kanalen bij de mensen terecht.
Dag: 'Bij mijzelf ook, ik heb ook internet-ontdekkingen gedaan die pas een jaar later bekend werden. Ik ben er volledig voor dat dit zo gebeurt maar er zijn ook wel nadelen natuurlijk. Je ziet dat nu ook gebeuren met boeken. Uitgeverijen hebben tot nu toe nog niet veel schade ondervonden van het internet, maar met dat Google Books zie je nu ook al dat ze auteursrechten proberen te omzeilen. Dat nieuwe ebooks dat is ook wel iets aparts.'
Frederik: 'Wat? Ik ben een grote lezer hé, maar ik heb toch liever dat ik zelf door de pagina's blader. Hm, misschien word ik gewoon oud. Mag ik nog even kwijt dat The Road van Cormac McCarthy mijn lievelingsboek is?'
Dag: 'Daar ben ik het volledig mee eens.'