Als niemand minder dan Kurt Cobain zijn dochter naar je vernoemd en met zijn band Nirvana enkele van je nummers opneemt, dan moet je wel wat in je mars hebben. Cobain vond The Vaselines eind jaren tachtig dé beste op aarde en stak dat niet onder stoelen of banken. Daarom nam Nirvana voor MTV Unplugged In New York “Jesus Wants Me for a Sunbeam”. Een prachtig liedje. Zijn eerste platenlabel Sub Pop was al zo slim om in 1992 met een verzamelaar op de proppen te komen met daarop verzameld zo ongeveer elke scheet die de Glasgowegians uitbrachten en dat doen ze met Enter The Vaselines ter ere van het twintig jarig bestaan van Sub Pop nog eens dik over. Het is een prachtige heruitgave geworden die bovendien verder uitgebreid is ten opzichte van The Way of The Vaselines. Een goed getimede ook, want Eugene Kelly en Frances McKee hebben onlangs The Vaselines weer nieuw leven ingeblazen. Ik kan me zo voorstellen dat iemand die de liedjes van The Vaselines voor het eerst hoort zijn wenkbrauwen optrekt en denkt dat die Cobain zijn gezonde verstand al eerder verloren was. De liedjes van The Vaselines zijn primitief, amateuristisch en gaan zo ongeveer allemaal over (perverse) seks.(‘you think you’re a man, but you’re only a boy, you think you’re a man, but you’re only a toy’). Maar het is juist de groezelige noisy lo-fi benadering van de band die zo charmant is. Geweldig zingen konden ze ook niet, maar het coole van Kelly in combinatie met het zoete van McKee werkt reuze goed samen. Live wordt het af en toe bijna te flauw (de kleuterclaxon in “Molly’s Lips”!) voor woorden. Toch wint de band me met elke beluistering van Enter The Vaselines steeds meer voor zich. Ik kan me helemaal voorstellen dat Cobain het gruizige “Teenage Superstars” helemaal te gek vond. Dat vind ik namelijk ook.
Een andere jubileum heruitgave op Sub Pop is Bunny Gets Paid van Red Red Meat. Deze lp was al een hele tijd out of print en dat wordt voor met deze heruitgave meer dan goedgemaakt. Ook Red Red Meat had zijn beroemde fans: The Smashing Pumpkins. Toen de oorspronkelijke bassiste Glynis Johnson (en ooit partner van frontman Tim Rutili) in 1993 aan AIDS overleed schreef Billy Corgan het liedje “Glynis” voor de goede doelen-cd No Alternative. Naast de originele cd die in 1995 verscheen is er een bonus-cd toegevoegd. Hierop staan naast interessant restmateriaal (o.a. een akoestische 4-track versie van “Chain Chain”) ook twee covers: Low‘s “Words” en A Flock Of Seagulls’ “Wishing (If I Had a Photograph of You)”. Vooral die tweede vind ik erg vermakelijk. Erg gemakkelijk verteerbaar is het originele album Bunny Gets Paid overigens niet. Misschien dat de zoektocht van de band naar de optimale mix van blues en post-punk het nu misschien zelfs wel beter zou kunnen doen dan een decennium geleden toen het origineel verscheen. Een liedje als “Idiot Son” combineert op een bijzondere manier deltablues-achtig slidewerk met asgrauwe melodielijnen en treurige zang. Daarin valt voor de band alles precies op zijn plaats. Dat kan helaas niet voor alle songs gezegd worden. Toch zijn tracks als “Chain Chain Chain” en vooral het weerbarstige “Rosewood, Wax, Voltz and Glitter” absoluut de moeite van het checken waard.
mij=Sub Pop / Konkurrent & Sub Pop / Konkurrent
> Een goed getimede ook
reunie en heruitgave van deze cd zijn niet echt los van elkaar staande gebeurtenissen. het duo kwam in eerste instantie ihkv subpop’s 20-jarig bestaan weer bij elkaar om op het bijbehorende feestje te spelen.
Dan is het toch ook goedgetimed? 🙂