Even een goedkoop bruggetje inkoppen. Wie de afgelopen tijd ook de Confederation Cup (da’s voetbal) op tv heeft gekeken heeft kennisgemaakt met de beruchte Vuvuzela-toeters. Deze dingen brengen een hoog zoemende drone voort en dat negentig minuten lang. Nu maakt Tartufi geen abstract lawaai; De overheersende vocalen die het duo op deze plaat meent te moeten serveren begonnen me langzaam in gelijke mate te ergeren. Ze leken zelfs wel wat op de toeters, want ook deze mannen zijn fan van hoge en ontzettend lang aangehouden noten. Wat een gekweel en wat jammer want musiceren kunnen ze dan weer wel, met name op gitaar wordt geëxcelleerd. Tartufi maakt ontzettend drukke en ontzettend kunstzinnige rock, die me flashbacks gaf naar de kortstondig hippe Dodos. Het is in de verste verte geen wereldmuziek, maar toch hebben de tribale ritmes, fluitjes en gitaarlijnen Afrikaanse invloeden, of in elk geval de vrije sfeer die ik daarmee associeer. Denk ook aan de recente Dirty Projectors en de freakfolk van Akron/Family. De band schiet werkelijk alle kanten op, meer dan de helft van de hagel is mis, maar ook ‘t doel wordt nog wel ‘ns getroffen. “Engineering” bijvoorbeeld, begint gruwelijk, maar komt dan ineens met een Band of Horses/Fleet Foxes-gitaarlijn en vocaal gezien de meest geslaagde passage van de plaat. Heel even lijkt ‘t Pinback, dat na een dieet van metal verknipte noiserock is gaan maken. Nests Of Waves And Wire is een vermoeiende plaat waar je dan maar van zegt: in kleine doses innemen. En om nog maar ‘n laffe platitude eruit te gooien, het zou me helemaal niets verbazen als dit live ineens fantastisch werkt.
mij=Southern