Hoe overtref je een uitstekend, lovend ontvangen debuut? Simpel: door eenvoudigweg met een nog beter album op de proppen te komen. En dat is precies wat de Rotterdammers van The Madd hebben gedaan. Bijna twee jaar keek ik reikhalzend uit naar de opvolger van ‘Ongeneeslijk beat’, mezelf voorhoudend dat ik de lat niet té hoog moest leggen; anders zou het alleen maar kunnen tegenvallen. Maar ik had me geen zorgen hoeven maken: The Madd Are Pretty Quick is een meer dan geslaagde opvolger, waarop Engelse merseybeat hand in de hand gaat met gruizige Amerikaanse garagerock uit de jaren zestig. Terwijl Ongeneeslijk beat was gevuld met puntige covers van totaal onbekende beatgroepen uit de sixties, bevat The Madd Are Pretty Quick ook een groot aantal eigen nummers, waarvan vier geschreven door drummer Slammin’ Marty Graveyard. De vijftien (uitstekend geproduceerde) tracks passeren in een razend tempo de revue, het ene nog vrolijker dan het andere. Opener “I Know” knalt uit de startblokken met strijkers, een hyperactief orgeltje en een refreintje dat je al direct mee kunt brullen. Het is alsof je in de platenkast van je ouders op een vergeten vinylpareltje stuit: meerstemmige zang, catchy refreintjes, lekker jengelende gitaren (let op de solo van Di-rect-gitarist Spike in “We’re Pretty Quick”), een pompend orgeltje, strijkers, blazers en de heerlijke stem van Dave von Raven. Goede popliedjes hoeven niet langer te duren dan drie minuten. Wat zeg ik? Twee minuten (zoals het onweerstaanbare “Don’t Ask Me Love” of het stampende “Love”) zijn ook al genoeg. Melodieuze retropowerpop in optima forma! Wie hier geen goed humeur van krijgt, moet nóg maar eens een keertje naar de afsluitende, in onvervalst ‘Rotterfrans’ gezongen bonustrack “Ce Soir Je Vais Boire” luisteren, ooit zal het kwartje vallen… Jammer is wel dat hun huidige hit “Baby“, samen met rapper Dio, niet op het album te vinden is. In ieder geval: met The Madd Are Pretty Quick kan ik weer een tijdje vooruit!
mij=Excelsior / V2