Muziekvriend H. verzuchtte vandaag: ‘Wat komt er toch een hoop moois uit Montreal de laatste jaren’. Hij nam me de woorden uit de mond, want noem ze allemaal maar op: The Arcade Fire, The Dears, The Stills, Islands, Stars… en natuurlijk Sunset Rubdown. Deze band, ooit een soloproject van Wolf Parade‘s Spencer Krug, heeft met Dragonslayer opnieuw een prima plaat gemaakt. Van Krug’s huilerige stem moet je maar net houden overigens, maar muzikaal is er genoeg te genieten. Elk nummer is bijna een hymne te noemen, met een heel scala aan emoties en instrumenten dat voorbij komt. Opener “Silver Moons” begint bijvoorbeeld heel rustig met een piano-intro, om te culmineren in een grote climax van muziek en vocalen, zowel die van Krug als van percussioniste Camilla Wynne Ingr. En zo gaat dat eigenlijk met vrijwel alle nummers: allemaal hebben ze verrassingen in petto die zich in het begin niet laten aanzien, maar allemaal zijn ze ook heel herkenbaar, en dat maakt Dragonslayer tot een heerlijke luisterervaring. Die bovendien minder ingewikkeld is dan op de vorige Sunset Rubdown-platen. Ook de lengte van de nummers is korter, op sluitstuk “Dragon’s Lair” na, dat ruim tien minuten klokt. Wel tien heerlijke minuten, die tot het einde toe spannend blijven, zoals alle nummers op deze plaat.
mij=Jagjaguwar / Konkurrent