Er zit een klein bezwaar aan Eurosonic/Noorderslag. Je moet plannen, schema’s maken, afstemmen en afspraken maken. Vooral als je met twee ploegen door Groningen zwerft. Het helpt dan niet als je het verkeerde restaurant uitkiest, in ons geval de Mexicaan Four Roses. Nochtans anderhalf uur voor de eerste act van de avond zaten we aan tafel, we kregen het hoofdgerecht een kwartier voor aanvang. En toen hadden we ook al drie keer moeten zeuren om het voorgerecht. So much voor de planning, we liepen al achter bij aanvang.
Maar die achterstand werd fluks ingehaald door Orka. Orka stond vorig jaar al op het programma en mijn planning, maar ze annuleerden hun optreden. Ik denk dat de boot vanaf de Faeröer Eilanden wat vertraging had, want daar komen de heren en dame vandaan. Ze zingen ook in het Faeröers (noem je dat zo?). En ze spelen op Faeröerse instrumenten, want een groot deel is namelijk zelfbouw. Een beetje zoals bij Einstürzende Neubauten. Muzikaal is het meer een kruising tussen Sigur Rós en Einstürzende Neubauten, waarbij er gerust gedanst mag worden. Er wordt flink kabaal gemaakt, want er komt behoorlijk wat herrie van zo’n olievat. Een puike aftrap van de avond. Als je eenmaal op de Faeröer bent, dan is het nog maar een klein eindje zwemmen naar IJsland. Of in dit geval Vera, waar het IJslandse Agent Fresco speelt. Hoewel, speelt? Stuitert, schreeuwt, ragt, springt, duikt, valt, opstaat en vervolgens de piano afbreekt. Want zanger Arnor Arnarson mag dan een gouden emo/screamo-strot hebben, van techniek heeft hij geen verstand. Iedere keer als hij aan de piano komt, gaat het ding kapot. Niet dat de band zich erdoor laat weerhouden om een puike show neer te zetten. King Crimson meets Boy Set Fire zeg maar. Polyritmes en regelmatige hardcore uitbarsting. De band dendert als een stoomwals door Vera en na afloop staan zowel publiek als band naar adem te happen. Geweldig!
mij=Verslag: Bert & Gr.R. Foto's: Tom en Klaas.
Het valt niet mee om vooraan te komen bij Pony Pony Run Run in Huize Maas. Uiteindelijk lukt het toch en wordt een vreemd Eurosonic-fenomeen opnieuw bewezen: achteraan in de zaal is het vaak stukken drukker dan voorin. In eerste instantie reageert het publiek afwachtend op de harde beats van de Franse band, maar halverwege de set wordt er steeds meer bewogen en weet vooral de voorman vanachter zijn grote zonnebril de aanwezigen compleet in te pakken. Fantastisch optreden. Aan de andere kant van Huize Maas is inmiddels het Noorse donkeyboy begonnen. Deze 'opvolgers van a-ha' spelen lichtzinnige feel-good pop. Het geluid is perfect afgesteld en het clubje ideale schoonzonen en dochters komt vooral erg zelfverzekerd en professioneel over. Na de lichtvoetige pop van donkeyboy is het een pittige overgang naar de zware stoner van Creature With The Atom Brain in het stampvolle Vindicat. De heren vinden zichzelf duidelijk serious shit en er valt dan ook weinig te lachen bij het optreden. Door de breed uitgesponnen en nogal repetitieve nummers betrap ik mezelf er regelmatig op dat mijn gedachten al snel afdwalen richting iPhone, nieuws, programma, twitter en dat ene vlekje op de muur.
Bij binnenkomst in de Stadsschouwburg is er verbazing en desoriëntatie. Als ik de eerste de beste deur opentrek waarvan ik denk dat deze mij de zaal in leidt, zie ik The Choir of Young Believers van de achterkant. Dat lijkt me niet de bedoeling dus ik vervolg mijn weg, loop om en zie de band uiteindelijk toch van voren. Alleen staat de band in de grote zaal van de Stadsschouwburg en staat het publiek backstage. Dat is een vreemde gewaarwording, maar het went snel. De Deense formatie staat in vol ornaat in de zaal eh… op het podium, inclusief cello en trompettist. Mooie stemmige nummers, in de nieuwe folkhoek die nu zo populair is (denk Fleet Foxes en Midlake), maar ze hebben toch een probleem: het is te lief. Slechts één keer trapt de band het gaspedaal in en de goedkeurende blikken om me heen vertellen me dat we daar op zaten te wachten. Helaas blijft het bij die ene keer.
Major Parkinson heeft daar geen last van, die trappen het gas vol in en gaan er gedurende drie kwartier slechts een keer van af om een ballad links in te halen. Circuspunk kunnen we het noemen, want ze hebben ook aan hun image gedacht. Ergens halverwege de lijn tussen Jellyfish en Primus zit de deze Noorse Majoor, met een enkel uitstapje naar Life of Agony. Zanger John Ivar Kollbottn heeft die heerlijke Keith Caputo-huil. Het lage podium in de kelder van het News Cafe is bijna te klein en het zaaltje vol springende mensen ook. Major Parkinson is uw favoriet voor feesten, partijen en festivals!
Nadat we bij de Spieghel te horen krijgen dat er geen plaats meer is voor publiek bij de Delorentos, lopen we een paar deuren verder binnen bij Shadrak, waar de Finse tattooboys Jaakko & Jay begonnen zijn. Twee man met een snare en hi-hat en gitaar weten met pijlsnelle rock het gezellig kabbelende publiek goed te vermaken. Wel een beetje jammer dat de zanger voor ieder nummer van maximaal twee minuten een introductie van minimaal drie minuten nodig heeft. Het geouwehoer haalt de vaart een beetje uit de verder uitstekende set. Na Jaakko & Jay volgt een barre tocht over glibberige stoepen dwars door Groningen op weg naar Simplon, waar Los Campesinos! zijn losgebarsten. Met zeven man en vrouw op het podium worden vooral nummers van het nieuwe album Romance is Boring gespeeld. Op het eerste gezicht lijkt deze studentikoze vertoning nogal rommelig, maar de band is door het vele toeren toch heel goed op elkaar ingespeeld geraakt. Zanger Gareth lijkt de teksten vanuit zijn tenen te moeten trekken. Prachtig om te zien, ondanks het beroerde geluid in de zaal.
Even een trapje op in Simplon en we stappen binnen bij Ou Est Le Swimming Pool uit Camden. Op het podium staan vier mannen en twee Rolands. Een snorretje als dat van een van de mannen achter de Rolands heb ik sinds Frankie Goes to Hollywood niet meer gezien. Bijzonder gay. Ook de twee zangers die om de beurt of samen de snoeiharde electropop-beats van wat tekst voorzien, zijn een feest om naar te kijken, maar zingen kunnen ze niet echt.
De Noor Joachim Dyrdahl is DJ, ik gok zomaar dat dat diskJokke in het Noors is en hij heeft zijn band zo genoemd. Hoewel bekend als remixer en DJ speelt Dyrdahl met diskJokke een soort van dubby trance, met een drietal band leden met echte instrumenten (gitaar, bas en drum). Het tempo is strak en diskJokke dendert in een tempo door, een beetje op zijn Orbitals. De voetjes gaan hier echter niet van de vloer, wellicht door de lage opkomst en de verkeerde plek. De Stedelijke Muziekschool is niet de plek om te dansen. En de heren hadden nog wel zo hun best gedaan met hun glitterpakjes. Nee, aan de uitstraling ligt het niet. En aan de uitstraling ligt het wel bij het Noorse Audrey Horne. Valt het op dat het barst van de Scandinaviërs op de Eurosonic-vrijdag? Audrey Horne, vernoemd naar een personage uit Twin Peaks, speelt muziek die helemaal niets met Twin Peaks te maken heeft. Althans, ik ben geen kenner, maar het lijkt me niet dat daar regelmatig Iron Maiden langs kwam. De heren van Audrey Horne kennen het Grote Boek der Rock-clichés uit hun hoofd en gedragen zich ernaar. De voet staat permanent op de monitor en de gitaarhals zwaait vervaarlijk door de eerste rijen. De dubbele solo's denderen door de zaal en zanger Toschie denkt dat hij Bruce Dickinson zelf is, al staat hij stemtechnisch niet eens op dezelfde pagina. Zijn pogingen om het publiek bij het optreden te trekken zijn aandoenlijk, hij staat meer voor het podium dan erop, maar het helpt niet. Daarvoor is Audrey Horne gewoon niet goed genoeg.
Even later staan we in de verste uithoek van Eurosonic, Het Paleis, voor een optreden van Jenny Wilson. Wilson ontving deze week net als Esmée Denters een EBBA-award. Wilson is een vreemde, zelfs ietwat enge vrouw met een dijk van een stem. Helaas klinkt haar muziek wel wat hol in het halfvolle Paleis, maar het enthousiasme van de zangeres en zeker ook haar band maakt heel veel goed. Een saxofoniste die gezeten op een stoel alles geeft, ondanks een gebroken been in het gips, verdient alle respect.
Ook respect is er voor Audiotransparent. Het podium in De Kar is niet erg groot en je moet er overheen als je naar het toilet wilt, maar daar trekt Audiotransparent, uit het Scandinavische Groningen, zich niets van aan. Ze zitten bijkans bij elkaar op schoot, en toch overtuigen ze. Weer moet ik zeggen, zoals Audiotransparent altijd overtuigt. Er is een nieuwe plaat uit, Checkov Guns, die je mag kopen voor een bedrag naar keuze en die wordt puik voor het voetlicht gebracht. De Kar wordt er even stil van. Van De Kar naar De Spieghel is een kleine stap, maar er worden muzikaal grotere afstanden afgelegd want Maria Timm is niet te vergelijken met Audiotransparent. En in tegenstelling tot Audiotransparent heeft Timm een culthitje, “Dirty Place”, wat ervoor zorgt dat het stervensdruk is in De Spieghel. Haar electropop, groot in Denemarken, doet het goed en een gezellig keuvelende Timm draagt bij aan de sfeer. Er wordt regelmatig van instrumenten gewisseld, Timm bast adequaat maar dat is voor haar een reden om nog een slok van haar biertje te nemen. Maar waarom Heineken, Maria, waarom Heineken, als De Spieghel Grolsch heeft? Het publiek heeft er in ieder geval zin in, want de vloer gaat gevaarlijk heen en weer.
Dan is het tijd voor een van de hoofdacts van het festival, Sivert Höyem in de Stadsschouwburg. De zaal loopt al snel vol en de opkomst van Höyem is indrukwekkend. Als een opperpriester zweept hij zijn band en het publiek op en zijn optreden rockt meer dan ik had verwacht. De band ziet er prima uit, al is het aapmens op gitaar met hoge hoed een beetje lachwekkend, zeker door de stoere poses vooraan het podium tijdens de solo's. De nummers van Höyem zijn wel net iets te lang en de meeste indruk maakt hij met het rustiger werk inclusief sobere begeleiding.
Omdat de rij voor Vera bij Low Frequency in Stereo in Vera niet bepaald uitnodigt, sluiten we de avond af met Young Guns in Vindicat. Young Guns spelen vooral erg hard! Achter in de zaal zit het volume al bijna op de pijngrens, maar dat hoort een beetje bij de post-hardcore van deze Engelse jongens. Ze kennen hun klassiekers en wijken nergens echt af van de emo, maar ze stuiteren dolenthousiast over het podium en dat vergoedt veel. En daarmee zit Eurosonic erop. Op naar de Oosterpoort voor Noorderslag!
Maria Timm was erg tof! Ik werd er iig heel erg blij van. Live overigens best anders dan op de plaat zonder dat de kwaliteit van de liedjes er onder lijdt.
@André: jij had gewoon mazzel dat je zo door kon lopen. Je verdiende loon overigens! 🙂
audiotransparent was idd erg overtuigend … waarom staan deze jongens niet in de schouwburg oid … was een van de beste bands die ik op esns heb gezien.