Met weinig meer dan de kleren om haar lijf toog de half-Griekse Marina Lambrini Diamandis zo’n zes jaren geleden vanuit thuisbasis Wales naar Londen om ‘het te gaan maken’. Een klein meisje met grote dromen en een onstuitbare obsessie voor de glamour van Hollywood. Ze werd na enkele mistroostige jaren opgepikt door de overbekende Britse hypemachine en tekende bij Warner voordat ze nog maar één noot had opgenomen. Haar tweede plek op de invloedrijke BBC Sound of 2010-lijst gaf nog een extra boost aan de verwachtingen. De vorig jaar uitgebrachte single “Mowgli’s Road” en recente hit “Hollywood” beloofden al veel goeds en zijn ook te vinden op haar debuutalbum. Marina balanceert naar eigen zeggen met haar muziek tussen een ‘weird indie artist or a big pop thing’ en ze heeft een heldere stem die tussen het zweverige van Kate Bush, het gotische van Siouxsie en het hysterische van Nina Hagen inhangt. De veertien nummers van het debuut zijn niet allemaal even sterk, maar de hoogtepunten zijn dan ook wel echt -ahum- juweeltjes, zoals het superaanstekelijke “Hollywood”. Op de meeste nummers springt Marina continu van hoge naar lage toonsoorten en dat doet op den duur wat theatraal aan, maar als ik eenmaal aan de stem gewend ben dan blijft een heerlijk gevarieerd popalbum over.
Mij=SixSeveNine
“Met weinig meer dan de kleren om haar lijf…”
Woei! Fijne openingszin. 🙂
Fijne plaat ook. Bevalt me zelfs nog een tikkie beter dan de nummer een op de lijst.
Of zoals iemand het zo mooi omschreef:
Ellie is het mooie meisje waar je op een feestje een goed gesprek mee voert, maar Marina is dat intrigerende weirde meisje waarmee je dan uiteindelijk diep in de nacht stomdronken op de dansvloer eindigt.
Ik voel de hype niet helemaal die om deze dame heen hangt. Kan iemand mij het uitleggen?
Die hype zal me verder ook een zorg zijn.
Ik vind het gewoon een mooi plaatje.
En een mooi plaatje.
Dat ook.