Door miscommunicatie mijnerzijds bij Fanfarlo‘s instore in Rough Trade East in Londen ging het interview daar niet door. Anderhalve week later kreeg ik echter een herkansing in Brussel, al was ook deze afspraak bijna niet doorgegaan door een busje dat niet echt wil meewerken tijdens hun tour door Europa. Uiteindelijk is er toch nog even tijd voor een interview met zanger en bandleider Simon Balthazar terwijl de rest van de band aan het soundchecken is op de achtergrond.
Klopt het dat Fanfarlo als een tweekoppige band begonnen is?
‘Ja en nee. Het was eigenlijk een recording project en helemaal geen band. Tussendoor verhuisde ik van Zweden naar Londen en was helemaal niet bezig met het hele project. Al ontmoette ik wel mensen waarmee ik over mijn muziek praatte en zo ging het balletje eigenlijk rollen. De eerste optredens speelde ik, een bassist en gebruikten webacking tracks. En van daaruit groeide de band vanzelf, mensen kwamen naar de optredens en vroegen “hey, heb je geen drummer nodig?”. Cathy (Lucas, de violiste/zangeres/keyboards) zat op dat moment nog in een andere groep. Ik was eigenlijk op zoek naar de laatste missing link in de band; een vrouwelijke stem, die dan ook nog eens een aantal instrumenten kon bespelen. Het moest dus wel een specifiek slag muzikante zijn (lacht).’
mij=Interview: Nathalie
Voor Reservoir hadden jullie geen platencontract?
‘Toen we de plaat aan het opnemen waren niet, nee. We hebben zelf een gelimiteerde versie van het album uitgebracht, daarna kwam het label Canvasback in beeld. Bijvoorbeeld het tourschema werd op dat moment door hen overgenomen, wat toch wel scheelt. Al hebben we zonder contract ook gewoon in het buitenland kunnen optreden, weliswaar door een kleine subsidie. Wat dat betreft hebben we echt geluk gehad. We worden al jaren uitgenodigd door festivals en zelfs Amerika is eigenlijk geen enkel probleem. Dat hebben we daar dan wel te danken aan college radio. Ironisch genoeg is Groot Brittannië het enige land waar we moeilijk een voet aan wal krijgen.'
Jullie halen invloeden uit allerlei richtingen. Hoe zou jezelf de muziek die Fanfarlo maakt omschrijven?
‘Eh, dat laat ik vooral aan anderen over. We proberen mooie muziek en momenten te creëren. Iedereen mag voor zichzelf uitmaken in welke categorie ze ons willen duwen.'
Het artwork voor Reservoir is door de zus van Jónsi (Sigur Rós) gedaan. Hoe zijn jullie bij haar uitgekomen?
‘We kennen de band al een tijdje, plus onze manager gaat vaak naar IJsland. Hij heeft Lilja daar ontmoet. Ze is een erg goede fotografe. Omdat we rond die periode op zoek waren naar iemand voor het artwork zijn we bij haar uitgekomen. Sindsdien hebben we haar foto's ook gebruikt voor de diverse singles.'
Fanfarlo gebruikt nogal wat instrumenten, zowel op de plaat als tijdens liveshows – een kwartiertje daarvoor werd er nog hevig gesjouwd door de band -. Zijn ze nog te tellen?
(lacht) ‘Eh, het zijn er een paar per persoon. Maar we gebruiken ze niet als een gimmick, we zijn niet die band met de vele instrumenten. Een zingende zaag, klarinet of een trompet passen op één of andere manier gewoon goed in de songs die we maken. Zelf ben ik opgegroeid met al die instrumenten, muziek schrijven zonder, bijvoorbeeld een glockenspiel zou voor mij tegennatuurlijk zijn.'
Is de hele band autodidact?
(de soundcheck overstemt het interview) ‘Ja grotendeels wel. Cathy en ik hadden ongeveer hetzelfde niveau qua mandoline toen we met Fanfarlo begonnen. Daar kwam voor haar nog de zaag bij en ik ben me serieus op de klarinet gaan storten. Oké, ik moet toegeven ik heb wel pianolessen gevolgd toen ik klein was, maar de rest is toch vooral zelfstudie geweest. Sommige instrumenten zijn overigens niet zo evident tijdens optredens, zoals de zingende zaag. Die hebben we er op het moment even uit gegooid.'
Jullie zijn al een behoorlijke tijd aan het toeren. Nu zijn jullie juist met weer een Europese tour begonnen – die overigens van hot naar her en terug gaat -. Is het nog leuk on the road?
(grinnikt) Hmm, ja je bent niet de eerste die de logica van ons tourschema aanhaalt. Maar we hebben nog steeds lol. Al moet ik eerlijk toegeven dat het busje ons deze tour behoorlijk in de steek laat (twee platte banden in de laatste paar dagen) en de sneeuw werkt ook niet echt mee, al hebben we dat laatste opgelost door sneeuwballengevechten langs de weg te houden. Voor mij persoonlijk zijn er drie belangrijke redenen waarom ik in een band zit. De eerste is het opnameproces: je sluit jezelf op in een studio en je werkt heel gefocust aan de muziek. Het is het meest introverte maar ook het meest creatieve proces. Ten tweede is de band eigenlijk mijn familie in Engeland. En dan is er dus nog het on the road-gedeelte, de relatie met ons publiek is zeer belangrijk. Het is zo verschillend van het opnemen maar die interactie met het publiek en het optreden zelf is fantastisch. Op het podium kun je ook weer iets met een nummer doen dat je op de plaat niet terugvindt. Muziek doet gewoon iets met de mens. Toen we net buiten New York de plaat aan het opnemen waren gingen we ook ieder weekend naar optredens in NY. Live shows blijven toch het leukste van muziek.'
Afgelopen jaar speelden jullie als voorprogramma van Snow Patrol. Zien jullie de arena's al zitten?
‘Arenashows zijn toch niet helemaal ons ding. We werden ervoor gevraagd en het was leuk om een keer mee te maken. Laat ons maar in venues voor een paar honderd man spelen. De interactie met het publiek is te belangrijk voor ons. Oké, ik moet toegeven, het is zeer comfortabel, je spullen worden namelijk gedragen, er is goede catering en je bent vroeg klaar met spelen. Maar nee ik ga toch voor de kleinere optredens.'
En dan blijkt een soundcheck op de achtergrond nog goed te zijn als geheugensteun. De vraag waar het nummer “Harold T. Wilkins” vandaan komt was ik namelijk compleet vergeten.
‘Het komt er op neer dat ik een nummer aan het schrijven was over een persoon die wacht op het moment dat grootste dingen gebeuren. En in die dezelfde periode vond ik een boek van de schrijver Harold T. Wilkins. In de vijftiger jaren schreef hij o.a over vliegende schotels, maar dit was nogal een vreemd boek. Je vraagt je zelfs af waarom het gedrukt is. Dus ik heb het idee van een loner die wacht totdat hij meegenomen wordt door vliegende schotels op mijn personage geprojecteerd. Waarschijnlijk was Harold T. Wilkins helemaal niet gek maar gewoon een hele slechte schrijver die geobsedeerd was door vliegende schotels. Och, ik heb gewoon een draai aan het verhaal gegeven en eigenlijk moet je songteksten ook niet helemaal snappen. Part of the magic that happens in music is that you fill in the blanks that you don't understand, in some way make up your own story what the song is about.'
En voor wie het zich afvraagt … Het tourbusje is inmiddels afgevoerd naar de plaatselijke schroothoop.