Twee mannen waarvan ik het gevoel heb dat ze er altijd al waren: Jack Poels en Frank Boeijen. Toch ging de een al solo toen de ander pas met zijn bandje doorbrak. De een is Frank Boeijen. Zijn tiende soloalbum alweer, na ook nog eens twaalf albums met de Groep. Met zo’n oeuvre zou je kunnen zeggen dat het geluid uitgekristalliseerd is. En dat blijkt op Camera. Van de eerste tot de laatste noot totaal Frank Boeijen. De popzalen heeft de man inmiddels achter zich gelaten en optredens vinden hoofdzakelijk plaats in het theater. En dat is te horen. Het venijn is er wel af na al die jaren en hij is eigenlijk ook niet verstaanbaarder gaan zingen in de loop van de tijd. Op zich is dat niet zo erg, want als je beter luistert dan merk je dat Boeijen zich er tekstueel er soms wel heel gemakkelijk van afmaakt. Maar als je het toch al niet van de teksten moet hebben wreekt dan het zich dat de plaat volkomen overgearrangeerd is en daardoor aal- en aalglad is. Wellicht dat dat dit live in het theater goed klinkt, maar op cd werkt het niet.
Dat is heel anders bij Jack Poels. Poels doet als frontman van Rowwen Hèze nog steeds zijn rondjes langs de festivals en de popzalen. En laat zien dat hij daar nog steeds een feestje kan bouwen. Maar Poels kan meer. Hij schreef een aantal gedichten voor dagblad De Limburger en kreeg het idee, dat deze best op muziek gezet konden worden. Samen met Rowwen Hèze-kompaan Tren van Enckevort toog hij zich aan dit karwei en het resultaat is onlangs uitgekomen onder de noemer Herberg de Troost. Het resultaat is heerlijk relaxt. In tegenstelling tot Frank Boeijen laat de muziek, geworteld in de americana, de teksten spreken en blijft het geheel heerlijk luchtig. Natuurlijk, met Poels als zanger neig je al gauw om Rowwen Hèze Light te zeggen, maar daarmee diskwalificeer je dit project. Puike plaat!
mij=V2 & Peel / Rough Trade