‘Bef je bitch, laat je bitch niet beffen. Heel de kamer ruikt naar kut. Rode plekken, witte lakens.’ Klinkt er in een van de vele nummers op Du Gansta Tape van rapper Kempi. Dat hij niet de ideale schoonzoon is, heeft iedereen ondertussen door, maar het neemt niet weg dat het vaak geroepen en geuit dient te worden. Zo blijkt ook in nummer “Du Stick Up” waar er een bank wordt overvallen. ‘Ok luister, dit is hoe het gaat zijn, we gaan naar binnen en als iemand beweegt; gelijk shooten. Niet veel praten, je weet zelf. Aight? We gaan naar binnen de bivak is on, vier man met een korte loop rennen door de gang. Waar is de buit? Noem me Eddy Zoëy, want ik heb honger. Fuck gastvrijheid ik nodig mezelf uit. Ik klap de bitch totdat ze zegt waar de wit ligt. Morgen zijn we rijk of in een TBS-stichting. Het maakt niet uit, ik moet money maken, anders ga ik niet naar huis. M’n vader is een alcoholist en m’n moeder aan de spuit.’ In zijn debuutplaat Du Zoon werden er nog serieuze onderwerpen aangesneden zoals de slavenhandel van donkere mensen en het zware leven op de straat, maar dat is allemaal van tafel gegaan. Kempi vindt het nodig om in tweeëntwintig nummers te uiten hoe stoer en gangster hij is, jammer dat zijn realiteitsrap is verdwenen en hierdoor ook zijn grootste kwaliteit.
mij=Top Notch / Universal