Alweer dik drie jaar geleden bracht Pretty Maids het album Wake Up To The Real World uit. Inmiddels is er een nieuwe bassist (King Diamond‘s Hal Patino) en met Pandemonium ook een nieuw album. Het geluid van de heren is in die vier jaar niet veranderd. Pandemonium start met het titelnummer, een snelle rocker, dat de toon zet voor de rest van het album. Het is en blijft commerciële hardrock – zij het met een steviger ingemixt geluid dan de vorige keer -, maar helaas blijven er ook de gebruikelijke minpuntjes. Het is soms nogal generiek wat de heren ten gehore brengen en bij een nummer als “Little drops of heaven” pruttelt het wel heel erg knullig naar het einde. Fans zullen hier heel blij van worden, voor de anderen blijft Pretty Maids wat het altijd al was: goede B-divisie hardrock met heel behoorlijke hooks en op elk album een paar echte uitschieters (“Cielo Drive”), maar tegelijkertijd niet heel erg consistent in kwaliteit. De fraaie open productie zorgt ervoor dat het desondanks een album lang genietbaar blijft.
Een andere blast from the past voor deze maand is Ratt. In de jaren tachtig waren ze de posterboys voor poserrock (meer make-up dan muzikale inhoud) en derhalve voor echte metalliefhebbers not done. Niet dat dat ze geschaad zal hebben, want met hun gladgestreken radiometal waren ze heel erg gericht op de Amerikaanse markt met de pop-in-rockverpakking van Mötley Crüe, Warrant en Alice Cooper. Daar scoorden ze als bezetenen, dus veel aanleiding om de sound te veranderen was er niet. In 1999 vertrok Stephen Pearcy als zanger en was het Rattsprookje min of meer uit. Op dit album zijn ze weer terug in de oude bezetting – dus met Pearcy en DeMartini -, op de tweede gitarist na. Dat is niet Robbin Crosby, maar Quiet Riot‘s Carlos Cavazo. Voor Ratt geld hetzelfde als voor Pretty Maids: ze doen wat je van ze verwacht, zij het in een wat steviger jasje. Het wat geknepen stemgeluid is er nog steeds, er ligt als vanouds een dekentje van slaggitaren achter, maar gitaren mogen weer gitaren zijn en de productie is er een van 2010. Qua songs is het ook van hetzelfde laken een pak als bij Pretty Maids: degelijk maar zelden verrassend. Maar ach, dat is bijna zoals het hoort bij dergelijke pop in rockverpakking.
mij=Frontiers / Rough Trade & Roadrunner / CNR