Xavier Rudd is een gepassioneerde man met een missie en dat slag mensen weet van aanpoten. Koonyum Sum is zijn zesde studio-plaat in negen jaar. Ik kende tot op heden alleen Food In The Belly, een aardige, bescheiden singer/songwriter-plaat, waar het inzetten van de didgeridoo iets van een gimmick had. De eerste zeer rake klanken van dit album kondigen echter heel andere, grotere daden aan. ‘I’ve seen babies begging, scratching ’round for food to eat’ zingt Rudd begeleid door etherische gitaarklanken. Hij lijkt Paul Simon wel! En dit is zijn poging tot Graceland. Ook hier invloeden uit alle hoeken van de wereldmuziek. Meteen na dat prachtintro valt bijvoorbeeld een diepe dub-baslijn in. Later komen ook de verwachte aboriginal-chants en didgeridoos weer langs. Nog veel mooier en samen met de opener het meest geslaagd zijn de Indiase klanken van het bedachtzame “Soften The Blow”. Zoemende sitars, snaren die gevoelig hun weg zoeken in Arabische toonladders en een huppelend zouk-achtig drumritme zetten de toon voor Rudd’s beste kippenvel-opwekkende vocalen. ‘The winds they blow southeast now, cool things down, cool things down’. Australië als hellhole waar de klimaatverandering alles drooglegt. Een pijnlijk beeld. Maar Rudd is geen pessimist, hij is een activist. ‘We must all stand together now’. ‘There’s been more rain this year and the country’s growing strong’. Verandering! Voor hemzelf zou dat ook wel ‘ns kunnen gebeuren, want Koonyum Sun is een lekker album van een grote toegankelijkheid. Voor je ‘t weet schalt Xavier Rudd uit de speakers van duizenden huishoudens, waar de mama’s normaal naar Sting luisterden. Het zou zomaar kunnen.
mij=Anti / Epitaph
een geweldig verslag, wat bij mij een glimlach op mijn gezicht tovert: Time to smile! Mijn lievelingsnummer van deze cd.
thx 🙂