Je vraagt je toch onbewust af hoe dandy Oscar Wilde aan zou hebben gekeken tegen deze Australische herriemakers. Eén ding is zeker, de teksten van Thee Wylde Oscars hadden vast zijn goedkeuring niet kunnen wegdragen: ‘It’s right, right, right, right, right, yeah / I’m rockin’ and a rollin’ in the moonlight, yeah’ (“Right, Yeah”). Dan kun je nog zulke primitieve rock ‘n’ roll maken, met dit soort teksten kun je echt niet meer ongestraft wegkomen. Laten we de tekst van “Big Bad Wolf” – ‘I’m huffin’ and a puffin’/ I’m gonna blow your house down’ – dan ook maar een citaat in de puurste postmoderne traditie noemen. Deze track is een cover van Johnny ‘Guitar’ Watson. Een van de drie covers op Right, Yeah. De meest opvallende daarvan is een fijne, primitieve (lees: zo mogelijk nog primitievere) versie van “White Light, White Heat”. Over de muziek van het kwartet heb ik dan ook veel minder te klagen. Allevier tooien ze zich in een fijne traditie met dezelfde achternaam – Wylde – en doen hun best te klinken als hun achternaam. De muzikale bezetting is dan ook zo klassiek als sixties gitaarrock zijn kan: behalve zang, gitaar, drum en bas klinkt er regelmatig een fijn orgeltje en gierende mondharmonica. Een onbekommerd, vrolijk plaatje waar we er meer van zouden mogen horen. Ook al worden ze er dan geen wereldkampioen mee.
mij= Off The Hip / Clearspot