Sing High, Sing Low, het tweede album van The Pedro Delgados, is al een paar maanden uit – ergens in april belandde de cd op mijn bureau -, maar het duurde tot deze week voor ik er serieus aandacht aan ging besteden. Zo had ik de punky bluegrass van Reverend Peyton’s Big Damn Band nodig om mij eraan te herinneren dat er in Nederland ook een band rondliep die op dezelfde energieke manier hun lekker ouderwetse liedjes spelen. Het grote verschil zit ‘m bij een oppervlakkige blik in het schijnbare soortelijk gewicht: The Pedro Delgados begon als een soort zijproject van leden van verschillende Amsterdamse bands en dus is het lastig om meer dan een lollig, maar tijdelijk bandje te zien. Toch zijn ze dat wel waard. De energie waarmee ze hun bluegrass-songs het publiek in slingeren en de podiumervaring die de leden zo langzamerhand hebben opgebouwd maakt dat we de humor en lol wel degelijk serieus moeten nemen. En getuige de veertien liedjes (drie originele en een cover: Jimmy Rodgers‘ “Mulskinner Blues”) doen ze dat zelf ook. Live is het een groot feest. Op plaat lukt dat weliswaar nog niet, maar ze zijn een eind op weg. De klassieke val – elke track in hetzelfde tempo – wordt vakkundig vermeden, de overdaad aan snaarinstrumenten kundig in toom gehouden en aan de nummers is duidelijk veel vakmanschap gewijd.
mij=Munich