Le Noise: Canada is tweetalig, de muren van feedback worden soms weer breed opgetrokken en, de derde verklaring voor de titel, de producer is Daniel Lanois. Het grapje is te flauw voor woorden, maar op de een of andere manier wel passend bij Neil Young. Laat je niet op het verkeerde been zetten door de vermelding dat dit album een man-met-gitaar-plaat is. Naast de gitaar – de prachtige witte Gretsch die mooi in beeld komt in Le Noise – The Film – zijn het ook feedback, echobakken en de andere effectapparatuur van Daniel Lanois die rollen opeisen. Om met de laatste te beginnen: ik ben niet bepaald een fan van ’s mans sound en ook de effecten op Neil Youngs stem irriteren hier en daar (‘Angry World’ en ‘Walk With Me’). Zijn idee van een warm geluid is me vaak te machtig: alsof je je zat vreet aan speculaas. Toch werkt het wel op Le Noise. De op en over het randje van vals zingende Neil Young, die eigenlijk al sinds zijn eerste soloplaten de stem van de man van 65 heeft die hij dit jaar wordt, behoedt het album voor stroperigheid. De nadruk op zijn stijlvolle gitaarwerk (in ‘Love and War’ en ‘Peaceful Valley Boulevard’ klinkt plots een akoestische gitaar), het gevoel dat Neil Young weer iets te vertellen heeft – nee, er staan geen instant-klassiekers o p dit album – maken Le Noise tot een van de betere Neil Young-albums van de afgelopen jaren. En zowaar: het beste nummer is niet eens ‘Hitchhiker’, al geschreven in 1974.
mij=Reprise / Warner
Neil Young is altijd in mijn leven geweest.In mijn middelbare schooltijd ontdekt, en sindsdien als een goede vriend die soms een tijdje weg is maar altijd weer opduikt.Om een lang verhaal kort te maken; hij is wat mij betreft een tijdje uit beeld geweest omdat ik de laatste jaren zijn muziek niet meer zo urgent vond.
Met deze plaat komt hij echter verpletterend terug,slaat zelfs nieuwe wegen in zowel wat betreft geluid als wat betreft muzikale zaken als accoordenschema’s en dergelijke.
De hierboven staande recensie heeft het over een te warme productie.Hmm, ik hou daar wel van. In dit geval is bovendien iets byzonders aan de hand, in weerwil van de deken van geluid houdt Neil Young voor het eerst in zijn carriëre afstand.
Waar voorheen zijn gevoelsleven ongezouten “ïn your face” werd uitgeserveerd (wat natuurlijk ook ‘s-mans kracht is, zie “Tonight is the night” en, wat mij betreft zijn mooiste plaat “on the beach”)lijkt het wel of hij nu van de luisteraar verwacht dat deze ook een stapje zïjn kant op doet.
Dat maakt deze plaat zo byzonder, helemaal Neil Young, maar dan zonder kampvuurtje.
De productie is gedaan door Daniel Lanois die bij de eerste luisterbeurt voor de opname een flinke zak paddo’s lijkt te hebben verorberd.
Als je na de eerste keer luisteren nog naar adem happend bent bijgekomen en er voor de tweede keer naar luistert (en dat kan allemaal binnen 5 kwartier, de plaat is schandalig kort, het enige minpuntje)valt alle gekte op zijn plaats. Ik geloof niet dat ik eerder een plaat heb gehoord waar zo’n bak effectapparatuur aan te pas is gekomen.Het giert, het gilt, het zweeft, het knettert en verdomd, het swingt.
De eerder genoemde afstandelijkheid zit ‘m er ook in dat de stem van Neil nergens rechtstreeks klinkt, er zit altijd wel een effect op.
Wat betreft die stem;ik moest erg lachen om de opmerking in de recensie hierboven dat Neil op zijn eerste elpee al klonk als een man van 65. Klopt helemaal.Hij doet op deze cd geen enkele moeite om te verbergen dat hij een dagje ouder is geworden en blijft gewoon hardnekkig in dezelfde toonsoorten en hoogten spelen als toen hij nog bij Buffalo Springfield zat. (voor de jongere lezertjes, dat was nét na de eerste wereldoorlog).Het gevolg is dat zijn hoge falset gewoon probeert zo hoog mogelijk te komen, en dat lukt vrijwel altijd.Soms heb je als luisteraar het gevoel dat je wat zijn hoge tonen betreft zit te kijken naar een blinde die over het trottoir loopt in de richting an een openstaande rioolput, maar nét op tijd even de andere kant op gaat. Ik vind het ontroerend.De kracht van zijn stem is op deze cd trouwens overweldigend.
De teksten, ach ja, Neil Young en teksten.
Een berg moet je beklimmen, een rivier is diep, je brak mijn hart en nu ben ik boos, de natuur gaat naar de knoppen en oorlog is slecht. Allemaal helemaal waar dus waarom zou je het niet nu alweer 48 jaar zo simpel en duidelijk zeggen.
En het is effectief. Bovendien zijn we niet allemaal Bob Dylan.
Het werk van Neil Young is altijd doortrokken van een diepe melancholie.
Toen ik voor het eerst kennis maakte met zijn muziek, op de middelbare school, raakte me dat diep. In een wereld vol “plastic people”, leugens en onwaarachtigheid (zo ervaar je de wereld als puber) was hij mijn held.
Want meedogenloos oprecht, soms meedogenloos woedend zoals je kon horen aan zijn gitaar en zijn gebroken falset.
Deze Neil Young, oprecht,vlijmscherp en zuiver in zijn muziek is terug.
En nu naar de winkel jongens en meisjes!
eloy