‘Later weer over whisky en vrouwen, nu even over Jezus en Boeddha’
Na een tijdelijke onderbreking van zo’n drie jaar verscheen onlangs weer een nieuw album van Bright Eyes, genaamd The People’s Key. In deze tussentijd begon Conor Oberst zijn soloproject samen met The Mystic Valley Band, waartoe ook Bright Eyes-lid Nate Walcott behoorde. Alleen muzikant/producer Mike Mogis hield zich even afzijdig. Wanneer er een grap wordt gemaakt die Mike niet begrijpt zegt hij meteen lachend: ‘Ik snap hem ook niet hoor, is zeker een Mystic Valley Band-verwijzing.’ Met z’n drieën zijn ze de enige vaste leden van Bright Eyes, dat verder per album de samenstelling van zijn gastmuzikanten wisselt. Inmiddels hoort Mike er gelukkig weer helemaal bij en hoeft hij geen grappen meer te missen. De vrolijkheid straalt dan ook van de band af.
mij=Interview: Saskia van de Velde. Foto's: Jelmer
De samenwerking tussen de drie mannen is na al die jaren best veel veranderd. 'Eigenlijk zijn we steeds meer gaan samenwerken', vertelt Conor. Mike grapt dat er eerder vertrouwensproblemen waren, waar Conor snel even om lacht voor hij weer doorgaat. 'We geloven allemaal in elkaar en in wat iemand toe kan voegen aan een nummer.' Mike: 'Je moet het vertrouwen bezitten om iets over te dragen en aan de ander te vragen “wat zou jij doen?”. Dat is nou samenwerken, en dat doen we nu.' Conor probeert graag juist te vergeten wat hij allemaal heeft geleerd. 'Als je jong bent is muziek maken altijd enorm leuk. Des te langer je doorgaat, des te minder leuk het soms is. Voor mij, dankzij de pauze, leek het allemaal weer nieuw. Ik denk dat die levenskracht enigszins terug te vinden is in de nummers.'
De eenvoud van The People’s Key
Zo lang in een band zitten is dus naar eigen zeggen voor Conor niet altijd leuk geweest. “Neem jij maar eens iets wat je leuk vindt om te doen en doe dat 300 keer”, legt Mike uit. “Vertel me daarna maar wat je ervan vindt! Wat vind je het leukste om te doen? Ja, weet ik het, neem ijs eten. Doe dat maar eens 300 dagen achter elkaar en dan denk je ook fuck dit ijs!.’ Hij verontschuldigt zich meteen voor dit voorbeeld. 'Gebruik dit maar niet mensen, kom op Conor, zeg iets slims!' Conor is het met hem eens. 'Er zijn altijd wel ups en downs aan wat je ook doet. Er is altijd een moment dat je creatief gezien op een blokkade stuit en je helemaal niet blij bent met wat je doet. Ik heb dat eens in de zoveel tijd, waarschijnlijk elke keer wanneer we een album maken. Maar als je het al zolang doet, dan wéét je ook dat die gevoelens komen en gaan. Over het algemeen ben ik ontzettend blij dat ik dit werk mag doen.'
Toch steekt het hem dat muzikanten soms in een sleur raken naarmate ze langer muziek maken. Conor zou graag teruggaan naar het gevoel uit zijn tienerjaren, 'Wanneer je voor het eerst punkrock speelt en ervaart hoe opwindend dat is, net als heroïne. Je krijgt dat geweldige gevoel nooit terug, je zult altijd blijven pogen die sensatie opnieuw te bereiken.' Tijdens het maken van The People’s Key voelde Conor zich voor het eerst dichter bij deze eerste ‘spirit’ dan hij sinds lange tijd had gevoeld.
Belangrijk voor dit album is dus ook de primaire eenvoud van een goede melodie geweest. 'Waar we lang over gesproken hebben is dat we meer zuinigheid in de arrangementen wilden krijgen. Dat betekent dat er niet heel veel op hetzelfde moment gebeurt, maar dat alles wat er in een nummer aan de hand is ook iets toevoegt en niet alleen maar extra is', vertelt Conor. 'Er is niets mis met muziek die wel uit veel componenten bestaat', gaat Mike verder. 'Ik hou juist van albums die net een wetenschappelijk project lijken, met heel veel lagen, maar het is iets wat wij nu anders wilden proberen. Ik denk dat Cassadaga daar wel een goed voorbeeld van is, daar waren heel veel elementen op te vinden. Het was niet zozeer rommelig, maar je hoorde wel veel geluiden en stemmen. Ze werken wel samen, alleen het is heel veel informatie, en wanneer je iets terugbrengt tot de essentie komt je punt beter over. Dat is iets wat we nog niet zoveel hadden gedaan.'
Eigen productie
Mike Mogis is naast bandlid van Bright Eyes ook nog producer, en heeft dit album wederom zelf geproduceerd. 'We hebben nooit druk ondervonden van buiten om dingen te veranderen. Daarom ben ik denk ik ook albums gaan produceren', vertelt hij. 'Mijn eerste rol is als muzikant. Bij elke band waar ik ooit in gespeeld heb vond ik het irritant als er iemand van buitenaf rond kwam neuzen om ons op te nemen. Ik wilde graag zelf weten hoe het allemaal werkte, en dat niet alleen, ik wilde het ook zelf doen. Met mijn eerste bands was die methode zelfs de enige die we konden betalen. Er is iets mysterieus aan een studio en de manier waarop die een nummer kan beïnvloeden. Het was niet per se dat we niet willen dat iemand zich bemoeit met ons collectieve talent. Dat we het zelf doen is meer een bijproduct, een voordeel. We hebben ook onze eigen studio gebouwd zodat we ons eigen plekje hebben. En zodat mensen zelfs niet eens weten dat we een album aan het opnemen zijn.'
Schrijfproces
Bright Eyes is voor velen synoniem voor singer-songwriter Conor Oberst, wiens vocalen en teksten vele fans weten te raken. Conor schrijft z’n nummers vanuit een proces dat hij naar eigen zeggen zelf niet helemaal begrijpt. 'Je hoort een melodie en dan schrijf je er woorden bij', vertelt hij. Een gitaar heeft hij dan ook niet eens nodig om te schrijven. 'Wanneer ik een melodie heb die ik kan onthouden, ga ik langzaam werken aan de tekst. Soms duurt dat een paar dagen of soms weken.' Hij zingt de nummers in zichzelf, het liefst wanneer hij tijd heeft om te dagdromen en om z’n geest te laten gaan. 'Het helpt me vaak om in beweging te zijn. Dan onderneem ik een wandeling of (als we op tour zijn) staar ik uit het raam van de bus. Ik kan me niet te druk of opgejaagd voelen, ik moet wel vrij zijn om te dwalen en denken.'
Een dromerige Conor Oberst ziet soms tijdens z’n wandeling wel eens iets wat interessant kan zijn, maar geeft toe dat het moeilijk is om zulke momenten gelijk te pakken. 'Soms heb je een klein moment dat je in een flits ziet gebeuren, of iemand zegt iets in een gesprek waarvan ik denk woah dat past goed in een nummer, maar vaak heeft het een vertragend effect, dan herinner ik me ineens iets. De momenten die terugkomen in je gedachten zijn denk ik ook wel de meest bruikbare.' Hij beslist van tevoren ook niet waar hij over gaat schrijven, maar wil zichzelf graag open minded laten. Vooral films, gesprekken, boeken, muziek neemt hij in zich op. Groot fan is hij bijvoorbeeld van de Amerikaanse auteur Kurt Vonnegut, 'voor mij is hij een moderne Mark Twain, ook één van m’n favorieten.'
Het nieuwe album The People’s Key lijkt vooral te gaan over het zoeken naar iets wat mensen met elkaar verbindt, vooral via hun geloof. Saamhorigheid komt niet vaak genoeg meer voor, legt Conor uit. 'Erover zingen kan de eerste stap zijn om het saamhorigheidsdenken de wereld in te brengen. Dat kan geen kwaad. Misschien dat mensen zich gaan realiseren dat ze niet zo veel van elkaar verschillen. Dan zou de wereld een minder sombere plek zijn.' Conor heeft al die ideeën, variërend van Rastafari tot science fiction, niet specifiek opgezocht voor het album. 'Nee, al die gedachten zweven een beetje in de beerput van m’n geest en kruipen uit de smerigheid, zo van ‘kies mij!’. Het zijn allemaal vluchtige gedachten. Het zijn niet per se dingen die ik geloof. Ik geloof ook niet in een bepaald geloofssysteem, maar ik vind het wel fascinerend wanneer iemand iets gelooft. Dat is een beetje een hoofdbezigheid van me. Ik hoop dat ik me snel weer bezig kan houden met whisky en vrouwen, maar voor nu is het even… Jezus en Boeddha. Nee ik weet het niet, je snapt wat ik bedoel. Ik heb veel narratieve zelf-reflectieve nummers geschreven, verhalenliedjes of liefdesliedjes. Dat is prima en wellicht doe ik dat op een ander moment weer, maar ik moet altijd nieuwe dingen doen en over nieuwe dingen zingen.'
‘Oscilloscope’
Een ander belangrijk kenmerk van de nummers van Bright Eyes is het verwerken van een onbekend woord. 'Als ik zelf in een nummer een woord of stukje zin hoor dat ik nog nooit in een nummer gehoord heb, vind ik dat heel opwindend als luisteraar', vertelt Conor. Hij houdt ervan dit zelf ook in nummers te doen. 'Kun je oscilloscope in een nummer verwerken?' vraagt Conor zich af. Mike geeft toe dat hij nog nooit een zanger dat woord heeft horen zingen in een nummer. 'En ik heb veel zangers opgenomen', zegt hij. 'Maar inderdaad, dat kun je', zegt Conor, refererend naar de nieuwe single “Shell Games”. Volgens Mike schrijft hij zelfs soms een heel nummer rondom een bepaald woord, en vindt dit ook zeer in hem te prijzen. Conor’s nummers hebben zelfs Mike’s vocabulaire doen groeien, 'echt waar!'.
Nate verzekert dat Conor zeker geen thesaurus naast zich heeft liggen wanneer hij z’n nummer schrijft. 'Ja, een woordenboek in de ene broekzak en een thesaurus in de andere', grapt Conor. Nate en Mike zijn het erover eens dat Conor niet zomaar woorden gebruikt omdat ze interessant klinken, waar andere songwriters dat nog wel eens willen doen. 'Het is gewoon natuurlijk', vertelt Nate. 'Ik zal zeggen dat grote woorden meer punten waard zijn', begint Conor na een stilte. 'Dus als het gaat om het scoren van punten in het scrabble spel van songwriting…', waarna hij z’n zin stopt en toegeeft nu echt onzin te verkondigen.
The People’s Key is al het achtste uitgebrachte album van Bright Eyes, en Conor heeft ooit gezegd dat dit wel eens het laatste album zou kunnen zijn. 'Ik hoop van niet! Ik zou heel graag er nog een willen maken. We zien wel', zegt hij inmiddels. 'Dat is een beetje mijn beslissing', zegt Mike. Conor: 'Ik ben gewoon happy to be invited to the party.' Mike: 'Anders ik wel!' Een groot feest volgens Conor, en zeker ook een goed feest zo vult Mike hem aan. Met deze feestvreugde is het duidelijk dat Bright Eyes vast nog vele feestjes voor ons in de planning heeft staan, en die vieren we uiteraard graag mee.
2 reacties