‘Vergeet je oordopjes niet vanavond!’ roept een vaderlijk bezorgde Buffalo Tom-bassist Chris Colbourn mij toe, enkele uren voor het optreden van de band in de Melkweg. Het is typerend voor de band, die al vijfentwintig jaar bekend staat als degelijk, integer en vooral bijzonder sympathiek. Ook zanger Bill Janovitz is de vriendelijkheid zelve, als hij tussen soundcheck en optreden door ondanks zijn kapotgeschreeuwde stem nog even de tijd neemt voor een gesprek met File Under.
mij=Interview: Blink. Foto's: Storm
Als ik binnenkom zit Janovitz nog druk te mailen op zijn iPad. Het is razend druk op zijn makelaarskantoor in Boston en zijn zakenpartner staat er tijdens deze korte tour even alleen voor. 'Mijn partner regelt alle zaken als ik weg ben. Hij gaat nooit weg, maar zo nu en dan moeten we natuurlijk nog wel dingen overleggen. De huizenmarkt in Boston loopt gelukkig nog prima en economisch is het in Boston eigenlijk altijd wel goed gegaan doordat er veel verschillende bedrijfstakken zijn, waaronder veel gezonde medische bedrijven. Wat mijn werk betreft is zo'n tour met Buffalo Tom dus altijd wel te regelen. Het zijn vooral onze families waar we eigenlijk alles aan te danken hebben. Typisch geval van 'papa gaat op vakantie om wat muziek te maken met zijn vrienden'. Beter valt het niet uit te leggen, want het levert verder absoluut niks op. Als alles meezit spelen we quitte op deze tour.'
Dit jaar bestaat Buffalo Tom vijfentwintig jaar. Gaan jullie het vieren?
'Het voelt niet echt als een jubileum, zeker omdat we een aantal jaren vrij hebben genomen van Buffalo Tom. We zaten niet stil, maar toch voelde het als een soort pauze van de band. We traden nog steeds op en hadden zelfs een bescheiden hitje met onze cover van The Jams “Going Underground”. Het voelde vooral als een onderbreking in de zin van 'we doen even niet meer mee jongens'. Waarschijnlijk gaan we deze herfst in de omgeving van Boston nog wel wat speciale optredens doen om het jubileum te vieren.'
Nog geen plannen om jullie eerste albums opnieuw uit te brengen?
'Niemand heeft ons benaderd voor rereleases en eerlijk gezegd heb ik geen idee hoe dat in zijn werk zou moeten gaan. Er wordt ook vaak gevraagd waarom we niet eens een live-album uitbrengen, maar er zijn al zoveel live-opnames van ons op het internet te vinden dat ik het nut er niet van in zie. Misschien komt er nog wel een DVD waarop we ook wat oudere opnames kunnen zetten.'
Wat is jullie drijfveer nog na al die jaren?
'Ik heb weliswaar een goede baan, maar ik zie mezelf nog steeds niet als een normaal werkend mens. Ik ben een muzikant en dat zal ik altijd blijven. Het is eigenlijk heel cliché, ik ben het type mens dat muziek moet maken, ook al verdien ik er geen zak mee. De drang is veel te sterk. Het gaat me er ook helemaal niet om om bekend te zijn, het allerbelangrijkste is om gewoon gehoord te worden. Alle muzikanten die ik ken zitten zo in elkaar, die zetten alles opzij alleen maar om gehoord te worden. Daarnaast ben ik natuurlijk ook gewoon enorm dankbaar dat ik hier nu toch maar weer in Amsterdam zit en dat er weer honderden tickets zijn verkocht voor onze show.'
Is het leuker nu om te toeren vergeleken met 20-25 jaar geleden?
'Het is allemaal wat rustiger. We hebben minder te bewijzen en moeten minder. Morgenochtend hadden we in een radioshow kunnen optreden, maar hebben hier vriendelijk voor bedankt omdat mijn stem nu al niks meer waard is, laat staan om acht uur 's ochtends! Zo'n radioshow afwijzen hadden we vroeger natuurlijk nooit gedaan. Ook tussen de bandleden is alles nu een stuk relaxter. Het grootste verschil tussen nu en vroeger is dat we dingen kunnen bespreken. Als iets van een ander ons irriteert, wordt dit gewoon even gemeld. Vroeger liepen we dan misschien dagenlang met opgekropte frustratie en woede rond zonder er iets over te zeggen. Heerlijk, van die onderhuidse spanning in de toerbus! We zijn simpelweg wat ouder en verstandiger geworden.'
Buffalo Tom heeft in de loop der jaren met veel andere artiesten samengewerkt. Op het nieuwe album staat bijvoorbeeld een duet met Tanya Donelly (Throwing Muses, Belly). Ik vraag Janovitz over zijn ervaringen met enkele van deze artiesten.
Tanya Donelly: 'Met Tanya zong ik al eens het nummer “River Girls” op haar live-album The Hungry Life. Een prachtige plaat trouwens, ook Joan As A Policewoman deed mee. We kennen elkaar al vrij lang uit de muziekscene in Boston, maar hebben elkaar vooral door onze kinderen leren kennen. We wonen vlak bij elkaar en onze kinderen speelden vaak met elkaar. Ik heb samen met haar een nieuw nummer geschreven en ze is wel bezig met opnames maar heeft geen plannen om te gaan optreden. Ze houdt er niet van en heeft het veel te druk met haar jonge kinderen.'
Spinanes/Rebecca Gates: 'We hebben ooit met ze getoerd. In de periode voor Smitten hebben we een aantal nieuwe dingen uitgeprobeerd, onder meer met keyboards. Met de toetsenman van Belly namen we een groot aantal covers op, waaronder “Cupid Come” van My Bloody Valentine en ook “Hawaiian Baby” van The Spinanes. Allemaal nummers die we zelf echt geweldig vonden.'
Grant Hart: 'We hebben een keer opgetreden met Grant. We speelden twee nummers van Hüsker Dü die ik zelfs een tijdje geleden op mijn weblog heb gezet. Ik was die opnames eigenlijk totaal vergeten. We waren zelf echt enorme Hüsker Dü-fans en ik ben er nog steeds trots op dat Grant destijds ons debuut als een van zijn favoriete albums had gekozen. Hüsker Dü en ook de andere bands van het SST-label waren de belangrijkste reden waarom we zelf ooit een band begonnen. Dat hij ons goed vond, was echt een enorme eer voor me. Ten tijde van de Asides-release hebben we met hem opgetreden in Chicago. Ik kan me nog goed herinneren dat ik thuiskwam en mijn vriendin zei: 'Je raadt nooit wie er gebeld heeft… Grant Hart!' Grant is een echte gentleman, maar ook wel behoorlijk direct en zelfs bot in zijn communicatie. Hij schijnt inmiddels behoorlijk wat schepen achter zich te hebben verbrand.'
In de recent verschenen biografie over Hüsker Dü werd uitgebreid bericht over de frictie tussen de twee songwriters in de band, Grant Hart en Bob Mould. Zijn er bij Buffalo Tom nooit vergelijkbare spanningen geweest tussen jou en Chris?
'Nee, ik denk dat onze persoonlijkheden ook heel anders zijn. De rest van de band is altijd zeer toegeeflijk geweest. In de jaren negentig schreef ik echt enorm veel en had ik wel eens het gevoel van 'waarom hebben we dit nummer nou niet op het album gezet'. Aan de andere kant luister ik nu terug naar die albums en denk 'waarom is dat nummer in godsnaam op die plaat terecht gekomen?' Chris is een bijzonder relaxt persoon en ik ben behoorlijk veeleisend. Daarom wilde ik oorspronkelijk zijn nummers voornamelijk als b-kantjes. Tegenwoordig ben ik een stuk redelijker. Toch is de balans altijd goed geweest en ik denk niet dat hij sowieso de ambitie heeft om meer nummers op onze platen te krijgen dan nu het geval is.'
Op de dit jaar uitgebrachte EP staat een cover van New Orders “Age of Consent”. Vanwaar die band, dat nummer?
'New Order is een hele belangrijke band voor me geweest en dan vooral dat nummer. Het brengt me terug naar de tijd dat ik op mijn zestiende naar Massachussets verhuisde. Ik was in New York met classic rock opgegroeid en luisterde naar bands als The Clash, Elvis Costello & the Attractions en Aerosmith. Toen ik naar een klein dorpje verhuisde miste ik mijn vrienden en was ik enorm ongelukkig daar in de middle of nowhere. Ergens in de herfst van 1982 hoorde ik dit nummer op de radio en dat sprak me toen enorm aan. En nu, bijna dertig jaar later, heb ik het gecoverd. Begin vorig jaar had ik al een akoestische versie op mijn weblog gezet en nu staat het ook op de EP Bones die vlak voor Skins uitkwam.'
Op dat moment wandelt de drummer binnen, Tom Maginnis, de man naar wie de band deels vernoemd is. Met een 'Hi, I'm Tom' stelt hij zich voor en ik vraag hem waarom uitgerekend een foto van hem op de cover van het nieuwe album staat. Tom: 'Eigenlijk geen idee waar ik dat aan verdiend heb. Ben waarschijnlijk het afgelopen jaar niet al te onaardig tegen ze geweest.'
We vervolgen het gesprek over het nieuwe album van Buffalo Tom: Skins. Ik confronteer hem met zijn uitspraken dat de teksten van Buffalo Tom 'verstandiger' zijn geworden.
'Ik zou het willen vergelijken met Tom Waits. Waits is een van mijn meest favoriete artiesten en dan vooral door zijn latere werk, vanaf Swordfishtrombones. Je ziet in zijn eerdere werk al een gestage groei, maar op dat album kwam alles gewoon op zijn plek. Ik hoop dat wij eenzelfde groei hebben laten zien. Wat mij betreft valt op Skins alles op zijn plek. Daarbij komt dat ik onze teksten sowieso nooit typisch rock 'n' roll heb gevonden. Op Skins gaat het om zaken die mensen van onze leeftijd meemaken. Dat betekent niet dat we geen jongeren meer kunnen aanspreken natuurlijk. Toen ik nog piepjong was, luisterde ik ook al naar de behoorlijk volwassen songteksten van zangers als Bob Dylan, Leonard Cohen en Tom Waits.
Zijn er nog nummers op Skins die een speciale betekenis voor je hebben?
'Er zijn maar weinig nummers die er echt spontaan in een keer uitkomen. Meestal ontwikkelen nummers zich behoorlijk tijdens het schrijf- en opnameproces. “Taillights Fade” was er wel zo eentje en “The Big Light” van ons nieuwe album ook. Dat nummer kwam er op het allerlaatst nog bij. Het is een belangrijk nummer voor mij omdat het gaat over hoe ik omging met het verlies van mijn oom, die in 2009 vermoord werd. Er zit enorm veel woede in dat nummer. “Forget Me Not” is mijn favoriete nummer van het album. Dat nummer is een verhaal op zich.
Het valt me op dat “The Kids Just Sleep” met een Rolling Stones-achtige riff begint. Je hebt zelf ooit een boek over het ontstaan van Exile on Main Street geschreven. Ben je zo'n Stones-fan?
'Stones-invloeden zijn er altijd al in onze muziek geweest en ik vind het eigenlijk vreemd dat we hier niet vaker op gewezen zijn. Ik wilde nooit dat we een soort Black Crowes zouden worden, maar ik denk dat we behoorlijk wat riffs hebben waar ome Keith best trots op zou zijn.'
Als ik enkele uren later – met oordopjes – bij het optreden in de Melkweg sta, valt inderdaad op hoe ontzettend veel nummers ik herken. Onwaarschijnlijk hoeveel sterke nummers deze band de afgelopen vijfentwintig jaar geschreven heeft. De klassieker “Taillights Fade” wordt vrijwel achteloos als tweede nummer van de set gespeeld en is zeker niet het sterkste nummer van de avond. Janovitz staat met Tom Waits-hoedje op het podium. Moeilijk voor te stellen dat dezelfde man over twee weken weer potentiële kopers door huizen heen leidt.
4 reacties