Het is altijd vervelend om een avant-garde release niet te snappen. Alsof de muzikant je te slim af is. Het helpt niet als het hippe Pitchfork met een hoog cijfer strooit. Aan de andere kant kun je als het om leftfield-releases beter Tiny Mix Tapes lezen, kijk maar eens naar hun eindlijst van vorig jaar. TMT zwijgt voorlopig over Forest Swords, dus ik zal zelf het zwaard moeten trekken, zonder license to kill. Dagger Paths is ergerniswekkend sloom, hemeltergend saai en bovenal irritant. Al bij het tweede nummer, wat nauwelijks verschilt van het eerste, en van alle andere, wil ik dingen kapot gaan maken. Elke track bestaat uit gammele drumloops, wat mysterieuze kreten en onverstaanbare zang, met in het midden keer op keer een prikkeldraad-gitaar die eindeloos herhaalde patronen spelen. Dit alles bijeengehouden door een overdosis galm. Denk aan een soort surf-plaat op een bizar laag toerental, gemixt door een triphop-dj. En dat klinkt dan weer aanmerkelijk interessanter dan het is. Ik hoorde veel fascinerendere experimenten bij pakweg de No-Neck Blues Band. Pas als er gaandeweg een onbestemde wereldmuziekinvloed inkruipt wordt Dagger Paths nog tolerabel. We hebben het dan over de laatste drie liedjes, noem ze een slotdrieluik. Het snarenwerk bestaat eindelijk uit meer dan één laagje, er schuiven wat patronen door elkaar heen, voor die broodnodige harmonie. In semi-hoogtepunt “Rattling Cage” begint een Afrikaanse-aandoende vocalist over echoënde belletjes te chanten, een soort milde versie van het eclecticisme van Our Brother The Native. Afsluiter “Hjurt” voegt er wat dub aan toe. (Ludo)
Vergeet bovenstaande recensie, waerde lezer; mijn doorgaans zeer betrouwbare confrère Ludo kon het niet meer bij het verkeerde einde hebben dan nu het geval is. De misleiding, de zand in uw ogen, het is een grove schande dat uw ogen zijn blootgesteld aan dit ernstige misdrijf tegen de muzikaliteit. Want waar het hier om gaat: Dagger Paths is een fenomenale, ja, misschien zelfs wel geniale plaat van een mistige Engelsman met de naam Forest Swords. Vergeet die naam nooit weer! Het eenmansproject neemt gelijke delen dub, krautrock, dubstep, psychedelica en post-rock, doet het allemaal in een krachtige blender, waarna een emulsie ontstaat die zo krachtig en exquise is dat de ervaring bij nuttigen alleen maar als intens overweldigend kan worden beschouwd. Minimalistisch, geen noot teveel (het Mark Hollis-principe, so to speak), een retrowaas over het geluid, melancholieke Burial-achtige stemsamples, een broeierige donkere sfeer, en als klap op de vuurpijl ook nog een Aaliyah-cover (“If Your Girl”). Haunting, zeggen ze dan in goed ABN. Geloof mij, beste File Under-bezoeker, en niet Ludo. (Bas)
mij=Olde English Spelling Bee
4 reacties