Stoere bandnaam, agressieve albumtitel en dan zulke kekke voetjes van de vloer-muziek maken. Een beetje raar is het wel. The Magnificent Brotherhood is zo retro als maar zijn kan. Het eerste wat in hun psychedelisch garagepop opvalt is het onweerstaanbare orgeltje. Eric Haegert scheurt op zijn Farfisa door de tracks als een Italiaan op zijn Vespa. Geen helm op – wel een zonnebril – en zorgeloos gáán, als het even kan met zijn ‘baby’ achterop. Door het dikke accent van de zanger dacht ik eerst met Zweden te maken te hebben, het vergelijkbare Babian zong wel gewoon in de moerstaal. En als je niet oplet lijkt “Divine Advice” ook gewoon Zweeds, met een mooie rollende ‘r’. Dit zijn echter Duitsers met een Scandinavische kwaliteit voor sixties kopiëren. Werkelijk elk van de twaalf hier aanwezige nummers zing je zó mee. Alle twaalf pretentieloos goed dus. Het soulvolle “Too Much” is mijn favoriet, met handclaps, tamboerijn en Roy Orbison-achtige croon. De zanger had zeker wat wijntjes op, want meestal is ie wat scherper, meer met een hoedje van The Who op, zeg maar. Zoals het hoort op een kort plaatje vol ‘oe! hey!’-danshits sluit men af met een schlager-achtige tranentrekker. Het orgel jankt als een Telstar-plaat van grootmoeder, de koortjes doen ‘ooh’ en ‘papapaa’, om vervolgens melodramatisch de hoogte in te schieten en dan een puntige Tielman-gitaarsolo om het af te maken. ‘If you save me, I’ll save you too’.
mij=MM/World In Sound
4 reacties