Een van de beroemdste quotes van Dolly Parton is: ‘Het kost heel wat om er zo goedkoop uit te zien.’ In geval van het Franse trio Yelle zou ik dat willen parafraseren tot ‘Het kost heel wat moeite om zo klapkauwgommerig te klinken’. Zangeres Julie Budet heeft precies zo’n Lolita-stemmetje als waarmee de Portugees-Belgische Lio in de jaren ’80 hits als “Amoureux Solitaires” en “Banana Split” zong. Achter Lio zaten geniale producers en songschrijvers als Jacques Duvall, Jay Alanski en Jacno, Julie wordt in de rug gesteund door niet minder geniale producers: Tepr, GrandMarnier en, op dit nieuwe album, Siriusmo. Er wordt zowel naar vroege Chicago-house als Italo-disco en de al genoemde suikerspinnenpop van Lio verwezen. Budet zingt vooral over meisjesmuizenissen, maar neemt ook thuisland Frankrijk op de hak in het muzikale hoogtepunt “Mon Pays”. Een nummer dat vanwege de ijskoude synths opgetrokken is uit Berlijnse-muurbeton en het zwartste oogpotlodenkohl. Hoewel Franstalige dansmuziek, op een uitzondering als Stromae na, hier nooit echt is aangeslagen, kunnen singles als “Safari Disco Club” en “La Musique” (waarvan ook fijne remixen zijn) een clubavond behoorlijk opfleuren. Is alle moeite niet voor niks.
mij=V2
4 reacties