De debuut-cd van Buurman, Rocky Komt Altijd Terug, liet eindelijk weer eens een in het Nederlands zingende Belgische band horen die bescheiden zijn vinger opstak omdat ze stiekem wel een plaatsje wensten tussen de heilige Belgische drie-eenheid Gorki / Noordkaap / De Mens. Daar hadden onze zuiderburen toch bijna tien jaar op moeten wachten. Een sterk debuut afleveren is één, die lijn doortrekken is andere koek. Gelukkig blijkt het voor frontman (en tekstdichter) Geert Verdickt en band geen probleem om te gaan met die druk en leveren ze met hun tweede cd Mount Everest een puike opvolger af. Met openingstrack “In Godsnaam” durft de band het aan om zich met veel grandeur te presenteren als de Nederlandstalige evenknie van Elbow met “Starlings” en die poging is absoluut geslaagd te noemen. Sowieso is Buurman niet vies van een beetje bombast. De strijkers, toeters en bellen vliegen je bij tijd en wijle ferm om de oren. Heerlijk hoe ze bijvoorbeeld in de titeltrack op U2-achtige wijze uitpakken. Dat is echt niet de enige truc die de band kan, gelukkig. “Seks en Slechte Whisky” zet met zijn klarinetten een bijna New Orleaans brass-sfeertje neer en “Zweef” is bijvoorbeeld heel broos en ook “Speling Van Het Zonlicht” neemt op prettige wijze gas terug. Maar in alle songs geldt dat Buurman oog heeft voor details. Niet alleen qua muziek, maar ook in woorden. Buurman is een blijvertje.
mij=Universal
Gorki / Noordkaap / De Mens. Dat zijn grote namen voor deze kruising tussen Guus Meeuwis en Abel…
Ga jij eens rap reggae-cd’s luisteren.