Als ik rond 18.00 Rotown binnenloop zitten de heren van Face Tomorrow nog te eten. De heren presenteren vanavond voor een uitverkochte zaal met thuispubliek hun nieuwe album Face Tomorrow. Het schema loopt iets uit maar als ik dan uiteindelijk met Jelle Schrooten (zang) en Tijs Hop (basgitaar) in gesprek ga, is er gelukkig weinig te merken van enige druk. Ze zijn superenthousiast voor het komende optreden en over het feit dat ze een nieuw album uit hebben. Maar het gesprek kan niet beginnen zonder de onvermijdelijke vraag aan Jelle te stellen.
Wat bezielde je?
Jelle: Ja wat bezielde de band? Het was meer van ‘Verdomme stoppen ze ermee’. We hebben zware gesprekken gehad en daar kwamen we niet zo vrolijk uit. En toen hoorde ik dat ze nog een zanger zochten bij een andere band. En toen had ik dus de keuze van stel dat de band stopt, dan moet ik weer andere jongens zoeken om een nieuw bandje te gaan beginnen. Ik nam me voor om gewoon mee te doen, ik ga kijken wat het is en dan weten in ieder geval al meer mensen dat ik een band aan het zoeken ben. Maar toen kwam Face Tomorrow al weer heel snel bij elkaar en toen moest ik nog op tv acteren dat ik met Di-rect verder ging voor het programma.
mij=Interview: Danny
En hoe zijn jullie dan weer tot elkaar gekomen?
Jelle: Nou ik wist wel dat ik het liefst met Face Tomorrow wilde blijven spelen, maar dat stond zo op een laag pitje omdat Marc eruit was. En ik heb zeker nog wel drie keer een uur met Edwin Jansen aan de telefoon gehangen want ik schrok ook een beetje van mezelf dat ik het gevoel had dat ik me te goed voelde voor hen. Ik had zoiets, waar slaat dit op, dat het een verschil zou zijn dat zij commercieel zijn en ik alternatief. Dus toen heb ik het toch gedaan, maar ik had al snel door dat dat niets voor mij was. En toen hebben we gezamenlijk afgesproken en alles goed doorgenomen, van gaan we met Face Tomorrow toch verder, hebben we er allemaal nog zin in.
Tijs: Het vertrek van Marc was natuurlijk niet alleen het vertrek van onze gitarist. Hij was natuurlijk ook de man die voor de band op zakelijk vlak de kar trok. En dat waren we in die laatste maanden al aan het overdragen. Maar toch leverde dat een soort van doelloos moment op van wat willen we? En dat was een samenloop van omstandigheden waardoor er echt een crisis was.
Jelle: We waren er eigenlijk al vrij snel uit, maar voordat je met zo'n programma mee doet, dan is het niet zo van doei, de mazzel en tot ziens. Er zaten ook contractueel wat haken en ogen aan. En er waren ook wel continu mensen om ons heen, bijvoorbeeld mijn ouders, die dan zeggen 'Je moet toch een keertje je geld ermee gaan verdienen'. Want die maken zich dan zorgen om je financiële situatie. Je kunt heel veel dingen niet kan omdat je een bandje hebt. Maar je doet dit natuurlijk voor je plezier. Maar iedereen zei van 'doe nou maar mee' en bij Di-rect waren ze ook heel enthousiast en ze wilden heel graag dat ik met ze verder ging. Want ze hebben het nog een keer geprobeerd om me over te halen toen ik al had gezegd dat ik eruit ging.
Hoe is jullie eigen zoektocht naar de nieuwe gitarist dan vergaan?
Tijs: We hebben altijd wel om ons heen gekeken. En we hadden ook wel iemand uitgenodigd en dat was wel oké, maar de klik was er niet echt. En Ralf is een goede vriend van ons allemaal en die kennen we dus al jaren.
Jelle: Maar we hadden Aart een lijstje gegeven van namen en dan moest hij maar beslissen. Hij moet samen met hem de melodie gaan vormen en gitaarpartijen gaan mixen. En hij wilde wel iemand uit de hardcore hebben. Maar wij zaten al een tijdje met Ralf in ons hoofd, maar daar had hij helemaal niet aan gedacht.
Tijs: Toen hebben we geopperd om Ralf in ieder geval gewoon eens uit te nodigen. Hij zou ook toen Marc er nog was een keer invallen omdat Marc niet kon op een avond, dus hij had al wat gitaarpartijen ingestudeerd. En met dat idee hadden we hem ook nu weer uitgenodigd en toen was Aart ook snel overtuigd.
Lagen er al nummers van voor de dip voor dit nieuwe album?
Jelle: Ja, we hadden al wel wat aanzetjes voor nummers,
Tijs: We zijn ook na de zomer van 2009 weer bij elkaar gaan zitten in een oefenruimte en wat dingen gaan schrijven. En dan hadden Jelle, Aart en ik de basis gelegd voor wat nummers en dat hebben we later met zijn allen opgepakt. Maar Ralf kwam ook ineens met liedjes of stukjes aan en daar zijn we ook weer verder mee gegaan.
Het valt me op dat het naar mijn mening ook meer de popkant opgaat, wat radiovriendelijker. Is daar bewust voor gekozen?
Tijs: Nou op die manier wel dat het wat bondiger mocht. We hadden op de vorige plaat wel zes liedjes die om en nabij de vijf minuten klokten. En dat is ontzettend leuk om te spelen maar het zijn wel hele zware blokken soms.
Jelle: We hadden nu ook het gevoel dat sommige nummers niet per se zo lang hoefden te zijn. Sommige nummers vragen daar wel om, maar nu was dat minder. Kijk van die Tool-achtige nummers daar hoort ook een soort van opbouw naar een climax bij.
Tijs: Maar we hebben er nu wel dus op gelet dat het niet zo lang hoeft. En qua radiovriendelijkheid hebben we natuurlijk altijd wel gehoopt op meer airplay, dan we hebben gekregen. Maar uiteindelijk ga je daar niet naartoe schrijven, want je bent allemaal gewoon met je eigen ding bezig.
Jelle: Kijk en achteraf denk je drie en een halve minuut, dit zou zo op de radio kunnen.
In hoeverre is Jochem (Jacobs) van invloed geweest?
Jelle: Klein beetje structuur. Tussenstukjes verwijderen en zo, dit kan wat korter. Maar verder niets bijzonders, wij hebben alles al zo'n beetje uitgewerkt voor we de studio in gingen.
Tijs: Maar we hebben wel heel erg fijn met hem gewerkt. We hadden wel een aantal kleine puntjes waar hij wel zijn draai aan heeft gegeven. In “The Fix” heeft hij bijvoorbeeld het middenstukje kleiner gemaakt. Maar waar hij vooral belangrijk voor was dat was de sound. We krijgen altijd het verwijt dat we live veel energieker en voller klinken dan op de plaat en dat heeft hij deze keer perfect weten vast te leggen.
Jelle: Ik moet ook zeggen dat hij qua persoonlijkheid makkelijk bij ons aansloot. Ik denk dat we ook nog nooit zo ontspannen een album hebben opgenomen.
In alle recensies wordt het nummer “Snakes And Ladders” vergeleken met Radiohead. Was dat vooraf een bewuste keuze?
Jelle: Dat nummer is op een zoldertje ontstaan. Gewoon een klein liedje, maar ik zat zo in dat liedje dat ik zocht naar een sound en ik wilde het op “Exit Music”, met die mooie lagen en wat galm, laten lijken. En ik luister al naar Radiohead sinds het begin van die band. Welke switch ik ook heb gemaakt, van punk naar rock, naar metal, ik ben altijd Radiohead blijven draaien en geweldig blijven vinden. Samen met Tool en Primus.
Vandaag presenteren jullie het album in Rotown, maar ik begreep dat jullie de komende periode ook in het buitenland zitten.
Tijs: De komende maand toeren we door Duitsland, ja. Want het album komt ook daar uit. En ten tijde van The Closer You Get speelden we al voor 50% in Duitsland. Maar daarna, in mei spelen we weer in Nederland. We hopen dan ook weer op heel wat festivals te kunnen spelen.
Heeft het spelen in Duitsland ook te maken met het nieuwe platenlabel?
Tijs: Ja absoluut, het is een Duits label. En zij zijn ook in staat om in principe de plaat in heel Europa uit te brengen. En dat lijkt voor ons ook weer een beetje op wat wij voor hadden met onze eerste twee albums. Met Excelsior was dat gewoon een deal voor alleen de Benelux. Dat betekent dus dat je heel erg duidelijke afgekaderde grenzen hebt. En dat was denk ik ook het grote gebrek van In The Dark. In Nederland hoopten we wel op meer aandacht en meer shows, maar als dat minder wordt dan merk je opeens dat je daar dus niet mee over de grens kan gaan. Want in Duitsland was bijvoorbeeld die plaat niet uit.
Waar halen jullie je inspiratie uit?
Jelle: Uit heel veel. Maar vooral uit elkaar. Als iemand met een riff aankomt wat mij niet inspireert dan wordt het geen nummer. Maar ik haal inspiratie uit alle bands die ik luister. En met vijf mensen heb je een behoorlijk breed spectrum qua muzieksmaak.
Tijs: Als ik voor mezelf spreek, ik ben de laatste jaren heel veel van die BBC-natuurdocu's gaan kijken. En dan zou je denken wat heeft dat dan weer met je muziek te maken, maar ik denk dat dat toch onbewust meewerkt naar hoe je naar zaken kijkt in de wereld. En muziek is altijd een soort weerspiegeling van de wereld waarin je leeft.
Jelle: Je maakt wat je tof vindt, maar je luister ook naar wat je tof vindt. Dus dat ligt ook dicht bij elkaar qua inspiratie.
Tijs: Maar dat is het ook. Je wilt muziek maken waar je zelf naar wilt luisteren. Dat klinkt misschien heel erg logisch, maar juist met die vijf mensen met die uiteenlopende smaken is dat juist de kunst. Aart kan naar Katy Perry luisteren, gewoon voor zijn lol. Vrijwillig. En dat zit aan de andere kant van waar ik naar luister, zoals King Crimson. En daar luisteren Sjoerd en Jelle ook naar.
Jelle: Wij komen heel vaak overeen met onze muzieksmaak, maar Aart niet altijd. Maar dat geeft ook niet, iedereen heeft zo zijn guilty pleasures.
Wat zijn de jouwe?
Jelle: Nou, Marco Borsato is er wel een van. De Bestemming heb ik destijds grijsgedraaid. Ik heb het nu al heel lang niet meer geluisterd maar als er een liedje op de radio is dan gaat die wel harder. Als er een goede drummer inzit en die zit er bij Marco altijd in, dan vind ik het al snel goed.
Aart: Kijk we grappen er wel over dat Aart van Katy Perry houdt, maar ik vind het eigenlijk wel heel vet dat het kan binnen onze band.
Jelle: Ik ken ook alles van Urbanus uit mijn hoofd. Ik heb soms moeite om mijn eigen teksten te onthouden maar Urbanus kan ik zo oplepelen.
4 reacties