Josh T. Pearson

Schaduwen lijken uit het niets de gedaante aan te nemen van een lange tengere man met imposante baardgroei. Josh T. Pearson stapt vanuit de backstageruimte de theaterzaal van de Gouvernestraat binnen. Hij lijkt er zich nimmer van bewust dat hij vanavond op Motel Mozaïque 2011 speelt. Met zachte binnensmondse intonatie (zonder microfoon waarschijnlijk compleet onverstaanbaar) spreekt hij. ‘Is dit een muziekfestival of zo? Hebben jullie het naar je zin hier?’ Her en der in de zaal hoor je schuchter yes-geroep. Josh: ‘Na dit optreden niet meer hoor’, waarna gegrinnik hoorbaar is vanuit het publiek. Pearson richt zijn aandacht op de fotograaf, die aarzelend aan de zijkant staat. ‘Kom maar dichterbij hoor. Ik bijt niet.’ Als een soort zelfpersiflage poseert hij enkele malen voor de camera. Eentje lijkt wel een knipoog naar Johnny Cash: voorover leunend met de gitaar diagonaal omhoog. Bij de laatste pose bedekt hij zijn behaarde tronie met zijn hand, alsof hij in huilen uitbarst:
‘This one’s pretty good…’
Nog meer lachsalvo’s. Pearson poetst zijn vervaarlijke imago eventjes weg. Horrorverhalen dat hij toeschouwers zou bedreigen met messen lijken slechts geruchten, die wellicht door de man zelf de wereld in zijn geholpen. Plotseling zuigt het wonderschone reverb-geluid van Pearsons gitaar de ruimte in een vacuüm van stilte. Toch kan de 37-jarige Texaan het niet laten om nog een grap te maken. ‘Willen jullie sad…’, terwijl hij de capodastro-klem op zijn gitaar iets naar links schuift ‘…of SUPERsad?’
Josh T. Pearson


mij=Interview: Jasper. Foto's: Storm
De grappen lijken op het eerste gezicht een poging om de depressieve, weemoedige aard van zijn muziek te compenseren. Maar er huist een zekere wanhoop achter, die voor mij op dit moment nog moeilijk te doorgronden is. Zodra Pearson begint met zingen, dringt het tot de luisteraar door dat hij elk woord bloedserieus meent. Het materiaal op Last Of The Country Gentlemen is moeilijk te omschrijven als slechts een bundeltje countryfolksongs. Het is een gepassioneerde tirade van de predikantezoon Pearson: een monoloog verspreid over zeven nummers (van vaak meer dan tien minuten lang) waarbij hij zijn liefdesverdriet, wanhoop, eenzaamheid en woede compromisloos toonbaar maakt.
De volgende ochtend doet Josh nog een korte 3VOOR12-sessie in de Katrinakerk op het Schouwburgplein. De kringen rond zijn ogen wijzen uit dat hij een lange nacht achter de rug heeft. Ook kampt hij met stemproblemen. Desalniettemin weet hij opnieuw tot tranen toe te ontroeren en klinkt zijn stem net zo helder als de avond ervoor. Hij is door al zijn grappen heen en vraagt het publiek of ze “Sorry With A Song” of “Country Dumb” willen horen. 'Country Dumb..!', scandeert een vrouw achterin. Pearson geeft toe liever te willen eindigen met “Sorry For A Song”, maar zet zoals belooft de openingsakkoorden van “Country Dumb” in.
'I'm getting paid for this, right?'
Inderdaad. En zolang hij niet betaald wordt, deelt Josh T. Pearson de tijd precies op eigen manier in. Terwijl we na afloop van het optreden richting Café-Restaurant Floor lopen raakt hij al snel afgeleid. Als een kind in een pretpark holt hij achter een vrachtwagen aan, die compleet volgepropt zit met de gear van Belle & Sebastian. Terwijl Josh zijn camera op het massieve voertuig richt verschijnt er een schaapachtige glimlach achter zijn groteske baard. Zijn hoofd schudt vol verbazing: 'En ik heb slechts deze gitaar bij me.' Terwijl hij het uitgebreide lossysteem op camera probeert vast te leggen, moet ik noodgedwongen op zijn spullen te passen. Een kwartier later is Pearson terug. Eenmaal binnen richt hij zijn aandacht op een etalagepop in de lobby van de Schouwburg, voorzien van een Donnie Darko-achtig, papier-maché konijnenmasker. Met een grijns op het gezicht maakt hij nog enkele foto's voordat het interview begint.
Josh T. Pearson
Wal-Mart
Meer dan een decennium geleden was Josh T. Pearson de zanger/gitarist van Lift To Experience, de band die hij samen met drummer Andy Young en bassist Josh Browning oprichtte. Op het label Bella Union heeft het trio het dubbelalbum The Texas-Jerusalem Crossroads in 2001 uitgebracht. Ondanks de vele positieve recensies werd Lift To Experience niet veel later opgeheven. Volgens Pearson voelde de band grote druk productief bezig te blijven. 'Ik heb de afgelopen tien jaar juist rustig materiaal lopen verzamelen, omdat ik niet die druk wilde voelen van een deadline. Het gevoel dat andermans leven, andermans geld en huur afhangen van of je plaat wel of niet af is. Aan die regels kon ik mij niet houden. Als een persoon je blijft porren en zegt dat hij niet in een Wal-Mart wil werken, 'fuck you', zeg ik dan. Ik wil ook niet in een Wal-Mart werken. Onze bassist moest uiteindelijk wel in een Wal-Mart werken.'
Vanaf 2005 leeft Josh een nomadisch bestaan in Europa, terwijl hij met een aantal bands goed bevriend raakt. Bijvoorbeeld 65daysofstatic en Dirty Three met Warren Ellis, violist van Grinderman/Nick Cave & The Bad Seeds en gastmuzikant op Last of The Country Gentlemen . 'Het was een noodzakelijke, pijnlijke periode voor mij. Het was ergens wel troostgevend. Ik staarde in het donker zonder me zorgen te hoeven te maken over wat er allemaal ontbrak', mompelt hij zachtjes. Volgens Josh was er destijds niet of nauwelijks behoefte om te schrijven met een bepaalde doelstelling, zoals bijvoorbeeld het uitbrengen van een album. 'Ik behandelde mijn concerten de afgelopen vier, vijf jaar als niet meer dan podiumkunst. Om het te kunnen horen moest je bij de liveshow aanwezig zijn. De muziek was elke keer anders en dat was onderdeel van de kunst', aldus Josh.
Releases in die periode zijn slechts beperkt tot bootlegs uit eigen beheer. Josh: 'Soms bracht ik weleens livemateriaal uit, zoals To Hull And Back, een show die ik een jaar of vijf geleden deed. Het was voor five bucks, net genoeg om door te gaan naar de volgende stad.' Volgens Pearson had hij totaal niet intentie de nummers op Last Of The Country Gentlemen live te vertolken, laat staan uit te brengen op plaat. Josh: 'Ik was op tournee met Dirty Three toen ik aan deze nummers werkte. Mijn vrouw en ik waren rond die tijd al uit elkaar aan het gaan. Ik bloedde deze nummers uit tijdens een optreden in Ierland en merkte dat een paar gasten daar in huilen uit begonnen te barsten…' Hij pauzeert zijn zin abrupt, leunt iets achterover zijn stoel en wendt zijn blik weg van mij. 'Normaal zou ik zoiets nooit doen. Het is gewoon té persoonlijk. Deze nummers zijn een soort dagboek in de eerste persoon, geschreven voor mijn eigen catharsis. Ik had niet gedacht dat ze ooit van pas zouden komen.'
Artistieke dogma
Geleidelijk begon Pearson te beseffen hoe diep de emotionele impact van zijn muziek kan zijn. Hij doorbreekt daarmee zijn eigen artistieke dogma. 'Ik dacht gewoon, fuck it, ik word er niet beter op en ik blijf heel veel pijn voelen van binnen. Misschien helpt het als ik het allemaal op een podium opbiecht.' Ik vertel Josh dat dit precies is waar ik aan dacht toen ik Last Of The Country Gentlemen voor het eerst beluisterde. Een openhartige bekentenis, niet aan een god of een priester, maar aan een persoon waar je sterke gevoelens voor koestert. Josh knikt: 'Ik ben blij dat je dat zegt, want deze nummers doen zeer om te spelen. Ik kan mijn optredens overigens zonder moeite afraffelen. Maar als ik de ziel en spiritualiteit in mijn muziek wil overbruggen, moet ik zeker weten dat het de mensen écht ontroert.'
Het concert in Ierland was de aanleiding dat om van gedachten te veranderen en tien jaar na Lift To Experience nam hij weer een album op. Josh: 'Je kon zien dat die mensen daar daadwerkelijk een verandering ondergingen. Op een relevante manier…beter misschien. Het was anders dan bij een gemiddeld optreden.' Last Of The Country Gentlemen werd in slechts twee dagen opgenomen in een Berlijnse studio. Het voelt daardoor bijna alsof je naar een bootleg luistert, omdat de meeste nummers in één take zijn opgenomen. Pearson verklaart zijn haast geïmproviseerde gitaarspel nader: 'Ik laat me graag leiden of meesleuren door de geest van de muziek zonder al te veel punten te moeten vastleggen. Als ik me teveel stort op specifieke dingen, ben ik bang dat de bezieling en creativiteit verloren gaan.'
Josh T. Pearson
Darkness my old friend
In een recent interview vertelde Pearson dat hij nog steeds niet integraal naar de plaat kan luisteren. Maar is dit nog steeds zo? Josh: 'Ja, ik kan er nog steeds niet naar luisteren. En ik heb “Honeymoons Great! Wish You Were Here” niet kunnen spelen sinds de tournee met Dirty Three.' Het continu spelen van deze nummers eist bij Josh af en toe zijn tol. Dan graait hij diep in zijn repertoire aan grappen en grollen om op een niveau van bezinning te blijven. 'Ik denk elke keer weer: 'No fucking way dat ik wéér deze nummers ga spelen. En dan komen na afloop van een optreden toch weer mensen naar me toe die het geweldig vonden.' De laatste zin van “Sweetheart, I Ain't Your Christ” is een Simon & Garfunkel-referentie:
'Say hello darkness my old friend, say hello to the sound of silence my dear, sweet angel good night. Cuz Sweetheart, I ain't your christ.'
Woorden gezongen vanuit de donkerste schuilkelder van de ziel, het hart samenknijpend totdat de heldere gitaararpeggio's een baken van troost vormen. Voelt Josh T. Pearson zich af en toe weleens een martelaar, in de wetenschap dat ook treurige muziek tot verzoening in staat is? 'Absoluut. Het is wederzijds. Een droevig nummer geeft altijd troost, omdat je weet dat je niet alleen bent.' Daaraan voegt hij toe: 'Het positieve wat deze nummers doen, wat ze – potentieel – kunnen doen, is meer waard dan de pijniging die ik onderga als ik ze uitvoer. Ik denk dat het uiteindelijk belangrijker is voor andere mensen dan voor mezelf.'

4 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven