Het Def Leppard-concert op het Arrow Rock Festival in 2008 was bij de eerste tonen al een fiasco. Er werd een akelige bak echo opengezet, die het livegevoel acuut de nek omdraaide. In de studio is die echo een van de handelsmerken van Def Leppard, maar live wordt zoiets normaal gesproken flink ingeperkt. Het probleem is dat drummer Rick Allen op zijn elektronische drumkit gebruikmaakt van de drumsounds uit de studio, waardoor de rest ook plotseling met veel meer echo moet werken. In Nijmegen was het dodelijk voor het optreden. Bij het eerste live-album heeft Def Leppard de tijd gehad om dat in de studio in balans te brengen. De echo is nog volop aanwezig, maar door een lekker hard ingemixt gitaargeluid heeft dit album wel het juiste rockgevoel. Bovendien heeft Def Leppard natuurlijk genoeg puike songs om een heel lekkere set neer te zetten. Dan doen ze dan ook, hoewel het nauwgezet volgen van de studioversies – mede vanwege de koortjes, die niet allemaal live zijn – een beetje jammer blijft. Bovendien wordt het geluid van het publiek nogal opvallend omhoog- en omlaaggedraaid. Na de 21 livesongs volgen er nog nog drie nieuwe studiotracks. “Undefeated” is een nogal generieke Def Leppardsong, met een iets rauwere sound dan we van de heren gewend zijn. Fraaiste nieuwe song is de ballad “Kings Of The World”, een zes minuten durende song die sterk doet denken aan Queen en Extreme. Voor wie zoals ik van kamerbrede koortjes houdt een heerlijk nummer. Ook de derde nieuweling, “It’s All About Believing”, mag er zijn. Al met al is het eerste live-album ooit van Def Leppard niet de klapper geworden waarop ik hoopte, maar het is nog altijd zeer de moeite waard, opvallend genoeg mede door een van de studiotracks.
mij=Frontiers / Rough Trade
4 reacties