Het is warm vandaag en de bezoekers van Oddstream zoeken de schaduw op. De organisatie heeft een aantal kleine zwembadjes met water op het terrein gezet waar kinderen in spelen en volwassenen hun voeten in koelen. Het is nog steeds niet druk op het festival. Als er in totaal een paar honderd man rondlopen (of -hangen) zal het veel zijn. En dat is inclusief medewerkers. Enkele tientallen mensen zoeken hun weg naar het hoofdpodium voor de eerste band op dat podium.
En daar staat het Friese Daily Bread te spelen. Ze noemen het zelf “sexy garage dance” en dat omschrijft het wel. De muziek pakt me vooral als er een prominente rol is voor de stuwende drums, de knetterende elektronica of de ritmische gitaarklanken. De band lijkt wat meer variatie in de setlist te hebben aangebracht dan toen ik de band eerder zag en dat is goed voor de afwisseling, maar het haalt de vaart er soms ook een beetje uit. Er wordt nog het hardst gedanst door twee die-hard fans vlak voor het podium, die volgens zangeres Kimberley bij elk optreden opduiken. Als ze praat oogt ze overigens sympathieker dan met het strakke gezicht dat ze tijdens het zingen opzet, maar misschien hoort het bij de act.
mij=Door: tBeest
Vervolgens staan achter op het terrein twee dames van Meldy Peaches tamelijk gestoord te doen op basis van een bak noise uit een laptop. Boos lopen ze in het publiek tegen de mensen aan, krioelen op de grond, huppelen dan weer verder en zingen ondertussen – nou ja, schreeuwen – nog wat in de microfoon. Nee, als dit kunstzinnig is of experimenteel, dan laat maar. In de Vasim zien we nog de laatste tien minuten van nóg zo’n gestoord optreden. BlipVert heeft blijkbaar een imposante verzameling samples/soundbites van een paar microseconden, die op een monsterlijke snelheid op ons worden afgevuurd. Er lijkt weinig lijn in te zitten in dit optreden en misschien dat de maniakale dj geniale dingen aan het doen is, maar het is voor het tien man sterke publiek moeilijk te begrijpen.
Even later zitten we op die fijne stoelen (gemaakt van autobanden) aan de rand van de tent van het hoofdpodium te kijken naar de warming up van Disappears, de band met drummer Steve Shelley van Sonic Youth. De lege tent stroomt langzaam een beetje voller als de band dan met het optreden begint. De niet onverdienstelijke gruizige krautrock/shoegaze wordt technisch goed gespeeld. De strakke drums en bas leggen een solide basis voor het geluid, aangevuld met – uiteraard – een felle, smerige gitaar en een zanger die net wat te veel echo op zijn microfoon heeft zitten. Op de plaat klinkt dat nog wat psychedelischer dan vandaag. Het songmateriaal is sterk, maar begint ook wat op elkaar te lijken gedurende de set. Het optreden blijft echter wel boeiend genoeg. Categorie: “simpel en doeltreffend”.
Dat je snel moet schakelen op zo’n festival met gevarieerde muziekstijlen vind ik zelf wel erg leuk. De sympathieke Marten de Paepe tapt weer uit een heel ander vaatje. De singer-songwriter uit Amersfoort maakt ingetogen liedjes met een folky inslag. En niet alleen met gitaar maar met band, en dat vind ik wel een mooie en goede aanvulling. Het optreden nodigt vooral uit om even lekker rustig voor het podium te gaan zitten. Ruimte zat.
Ik hou best van wat experimentele muziek, maar Knalpot uit Amsterdam maakt het me toch weer lastig. Er is moeilijk een lijn te vinden in het spel van de twee heren (zoals altijd met raar petje). Er komen allerlei ingewikkelde ritmes en elektronische frutsels langs, soms aangevuld met gitaar. De hoeveelheid effecten die erin wordt gegooid en het samenspel zijn zowel indrukwekkend als daadwerkelijk onnavolgbaar. Voor mij net iets te veel.
Vervolgens is de triphop van het Friese Eklin (de band van Michiel Klein) een erg aangename verrassing. Sferische en loom repeterende ritmes met vervreemdende soundscapes en de galmende engelenzang van Leontien Herkelman. Als de voortstuwende ritmes hun climax bereiken maakt de band nog meer indruk, al mogen ze die dynamiek vaker inzetten. Prachtig jankende gitaren op zware baslijnen en een improviserende synthesizer. Het is maar weer het bewijs dat verrassende bands niet uit het buitenland hoeven te komen.
Voor The Gathering komen er genoeg mensen naar de tent zodat ook dit laatste optreden op het hoofdpodium intiem en sfeervol aanvoelt, net zoals de eerdere afsluiters op dit podium. De band speelt al lang geen stevige metal meer, maar de sferische rock imponeert direct. Dit is een band met ervaring, en dat voel je gewoon. Silje Wergeland uit Noorwegen is alweer een tijdje de nieuwe zangeres van de band en misschien moeten we dan ook maar ophouden met haar te vergelijken met haar voorgangster. Ze doet het uitstekend. De zang lijkt live toch ook nog best veel op die van de vorige zangeres. Ik hou erg van zo’n melancholische vrouwenstem in (vooral stevige) rockmuziek. Het eerste flinke kippenvelmoment komt dan ook als de band het stevige “Eléanor” inzet. Ook het nieuwe nummer “Heroes For Ghost” maakt indruk. Het nummer duurt meer dan tien minuten, maar bestaat dan stiekem ook uit twee delen, zo horen we van bassiste Marjolein Kooijman na afloop. Het afsluitende “Travel” van het album How To Measure A Planet wordt zo godsgruwelijk mooi gespeeld dat het voor mij het hoogtepunt wordt van het festival. Prachtig.
Het duo van Bebe Fang speelt daarna nog wel iets op het podium tegenover de tent, maar de wat onbegrijpelijk experimentele en vreemde spirituele muziek met niet al te aangename zang zorgt ervoor dat we de aandacht geven aan nog een laatste biertje. We begeven ons uiteindelijk naar huis terwijl de Vasim zich opmaakt voor de laatste avond Club Oddstream, dat nog tot half zes doorgaat met o.a. de show van Turntables in Technicolour AV, Loops Haunt, Goth-Trad, Stagga, Kubus en Eprom.
Op zondag, de laatste dag van het – toch wel lange – festival worden alle donderwolken en heftige regenbuien behendig vermeden. Er valt geen spat regen, en tussen de zware bewolking door laat het zonnetje zich nog best vaak zien. Dat er een rustig en relaxed sfeertje hangt weten we inmiddels. Zo worden de bijzondere autobandenstoelen vandaag gewoon tot vlak voor elk podium neergezet. De meeste bands lenen zich er ook wel voor vandaag. Rustige muziek die je nog het beste tot je kan nemen in een lui achterover hangende positie. Zoals voor de jolige Roel Smeets die met z’n gitaar typische zondagmiddagmuziek maakt.
Dan is Nausica eigenlijk wel een heel stuk interessanter. De nummers gaan van rustige serene en dromerige pop tot iets meer uptempo en steviger werk. De zang kietelt je oren, de funky drums zorgen voor de juiste swing en de gitaar post-rockt er soms ook lekker doorheen. Op het einde rammen alle bandleden op trommels en zorgen voor een passende climax. Spannend bandje.
Petter Carlsen uit Noorwegen is een grappige, vriendelijke singer-songwriter. Hij lijkt moederziel alleen te zitten op dat grote podium, maar hij is heel blij dat er nog wat mensen komen kijken naar zijn optreden. 'Als ik geen muziek maak ben ik best wel een vrolijke jongen hoor', vermeldt hij tussendoor, want zijn liedjes klinken een beetje triest. Een iets vrolijker, eh, minder triest liedje volgens Petter is “The Sound Of You And Me”, een nummer dat hij met Anneke van Giersbergen heeft gezongen. Of we haar kennen. Ja, natuurlijk. De stem van Petter Carlsen is een sterk wapen en hij zingt zijn liedjes met gevoel en passie. Erg mooi.
In de Vasim is het vandaag ook weer triest wat betreft het aantal bezoekers. Er staan niet meer dan een man of tien te kijken naar het Noorse Tomorrow We Move To Hawaii. En dan voel je je best wel bezwaard als je weg wilt lopen. De zware synthesizerpop zou ook beter uitkomen in een andere setting. De man tovert allerlei dikke synthbeats uit zijn laptop en zijn elektronische apparatuur. De vrouw zingt een beetje geforceerd. De muziek zou best dansbaar kunnen zijn, maar het lijkt er zo niet helemaal uit te willen komen. Omdat ik de volgende band wil zien sluip ik toch maar stiekem weg…
Op het hoofdpodium staat Do Not Run We Are Your Friends, ook wel afgekort tot DNRWAYF. Afgelopen tijd zijn ze twee bandleden kwijtgeraakt, maar dat lijkt de muziek niet nadelig te hebben beïnvloed. Integendeel, het klinkt me nog een stuk evenwichtiger en to the point dan toen ik ze vorig jaar op De Affaire zag. De soms wat experimentele en vervreemdende avant-garde rock komt vandaag goed uit de verf. De saxofoon en de gitaar krijgen nu wat meer focus, al blijft de percussie nog steeds prominent en belangrijk. De zang van Marloes Eikens past voor mijn gevoel ook beter bij de muziek dan voorheen, door met iets meer passie en emotie te zingen in een wat meer jazz stijl. De band geeft dus een goed optreden, maar wat te kort.
OIIO is de volgende aardige band uit Nederland. De lichtvoetige countryfolk is normaal niet direct de muziek waar je me ‘s nachts voor wakker moet maken, maar OIIO vind ik toch wel boeiend. De klanken van de synthesizer voegen iets extra’s aan het geheel toe, net zoals de samenzang, en de gierende gitaar tegen het einde van het concert. Dat mogen ze wel vaker doen, want alleen van die verstilde liedjes worden m'n ogen een beetje zwaar.
Okieson klinkt me als een soort countryrock/americana. Tamelijk standaard en netjes uitgevoerd, maar het wordt pas echt spannend als ze de vaart er in gooien en de gitaren vol open gaan.
Binnen is het dan eindelijk iets drukker voor het bijzondere project van de tweemansrockband Madensuyu uit België met video van beeldend kunstenaar Jan Mast. De filmische fotoreeks met die intense rockmuziek, aangevuld met een saxofoonspeler, vormt samen het verhaal Collapsing Stories. Een interessante combinatie in een bijzondere setting.
De afsluiter op het hoofdpodium (buiten) is Tubelight uit België. De band klinkt alsof het de grootste rockband in de wereld wil worden, maar dat in werkelijkheid nu voor een man of veertig staat te doen. Het klinkt als weidse britrock of postpunk ergens in de lijn van The Strokes of Interpol, of een stuk vuigere Oasis. Of een van al die andere bands waar het op lijkt. De akkoorden zijn eenvoudig maar bij vlagen pakkend, en de zanger heeft een stemgeluid waar veel bands jaloers op zullen zijn, denk – wederom – aan The Strokes. Bovendien staan de gitaren op een lekkere harde stand vandaag. Aardig bandje derhalve. Weinig origineel ook, maar zo zijn meer bands groot geworden.
De laatste act op Oddstream zijn de twee enthousiaste dames van Chicks on Speed, die met hun vrolijke disco uit een doosje en even vrolijke zang de (eindelijk) vollere zaal flink laten dansen. Denk aan een nummer als “Wordy Rappinghood” dus. Op de achtergrond zien we vermakelijke stukjes video, al trekken de dames zelf ook flink aandacht. Een leuke afsluiter van het festival.
Kortom, Oddstream was een goed georganiseerd en gezellig festival, maar er ontbrak natuurlijk sfeer door het gebrek aan bezoekers, al was Club Oddstream ‘s nachts in de Vasim nog wel goed gevuld. Of het festival dit gaat overleven zullen we volgend jaar zien. Hopelijk vinden ze genoeg sponsors en potjes met subsidie, en weten de mensen de weg naar dit festival beter te vinden. Dat verdient zo’n mooi en goed initiatief wel. Ik heb me wel vermaakt, maar doe dat graag met nog wat meer mensen.
we hebben ons ook zeker vermaakt en zeker met de diversiteit aan muzieksoorten, vond de publieke belangstelling inderdaad ook wat jammer
misschien volgend jaar beter en misschien tot volgend jaar
gr
marja
Pijnlijke foto’s en conclusies over Oddstream op
http://www.viceland.com/blogs/nl-festivals/2011/06/07/we-vulden-wat-leegte-op-oddstream/
en http://www.stofwolk.net/2011/06/directeur-doeko-pinxt-heeft-gemengde-gevoelens-over-oddstream/
Met de cultuurbezuinigingen die in aantocht zijn is het al helemaal om te huilen, zoveel moeite voor niks.