de-Affaire – Napret (Deel 1)

Het zijn de eerste dagen van festival de-Affaire dat plaatsvindt in en rondom het Valkhof park in Nijmegen. Het festival en de vierdaagsefeesten worden gehouden in de week rondom de vierdaagse, het grootste wandelevenement ter wereld. De-Affaire bestaat dit jaar 25 jaar en de organisatie pakt dan ook uit met een extra goed gevuld programma. Op zes podia kun je genieten van nieuwe talentvolle bands uit binnen- en buitenland, en de wat meer gevestigde namen uit het kleinere clubcircuit. Verschillende muziekgenres krijgen ruim aandacht. Van subtiele piano tot verwoestende metal, van opzwepende dance tot experimentele muziek. De grotere acts staan op het Valkhof op het Saddlespan podium, de kleinere talentvolle acts en de wat meer experimentele muziek kun je horen in de pittoreske Barbarossa ruïne. Aan de rand van het park langs de Voerweg staat het Lift! podium waar vooral veel ruimte wordt gegeven aan Nederlands talent en lokale bands. Club Voerweg is het podium voor DJ’s en elektronische acts. Aan de overkant van de weg bij het bloemenwapen staat het Waalpark podium waar je in het begin van deze week veel stevige rock en woeste metal kan horen. Later in de week staat daar vooral hiphop en reggae. Voor de exotische dansmuziek kun dan ook nog blijven hangen bij de ingang van het park waar het Hennis LatinStage staat opgesteld.


Zaterdag 16 juli
Het weer betrekt al een beetje als we het park kommen binnenlopen. Pitto is op het hoofdpodium bezig met zijn laptop en elektronica. Pitto in het pittoreske park. Het zou een mooie combi kunnen zijn. Op de een of andere manier lijkt dat toch niet helemaal te passen. De licht dansbare muziek kan mij niet echt overtuigen, het is net wat te traag allemaal en het suddert een beetje voort. In “Walking By The Sea” zingt Pitto nog dat het “a beautiful day” is. Tja. Dat is het dus niet. Het is nogal druilerig aan het worden. Voor een aantal nummers heeft de DJ Alice Rose meegenomen om te zingen, maar ze staat er ook maar een beetje druilerig bij.
Inmiddels gaat het lichtjes regenen en begint Amatorski aan een mooi optreden in de ruïne. De mensen schuiven met hun paraplu's voorzichtig wat verder naar het podium als de Belgische band begint. Met subtiel gebruik van de instrumenten bouwt de band behendig aan een mooi klanktapijt met ingetogen ritmes, om sporadisch het volume omhoog te gooien tot een aangename climax. Dat mag de band nog wel vaker doen. Het geluid is bij vlagen ook echt te zacht om er helemaal in op te kunnen gaan (er wordt om me heen ook weer gekletst), maar het is goed te horen wat voor prachtige muziek deze band kan maken. Je zou het kunnen omschrijven als triphop met post-rock invloeden, maar het heeft een eigenzinnig karakter. Daarbij zingt Inne Eysermans bloedmooi en sensueel. Dat het soms niet helemaal overkomt ligt een beetje aan de setting waarin de band vandaag speelt, en het is al helemaal storend als vlak voor het laatste nummer het geluid van het andere podium erg hard te horen is. Weg magie. Stom, daar moet de organisatie beter op letten.
Jamie Woon is niet helemaal mijn genre, maar het is een goed moment om wat te eten. Op de achtergrond horen we de nogal zoetgevooisde soul (met een vleug dubstep, al hoor ik er dat niet echt goed in) en de net iets te gelikte zang. De cover van “Would I Lie To You” (Charles & Eddie) is mierzoet. Daarnaast heeft de band bij vlagen last van het dramatische geluid, de ene bromvlieg na de andere komt voorbij. Toch is er nog flink wat publiek dat dit wel leuk vindt. Smaken verschillen.
Het optreden van Eefje de Visser begint laat. Achter een blauw zeil (om de regen tegen te houden denk ik) zijn ze nog lang bezig met de soundcheck. Ik hoor flarden van haar bekende nummers. Ik had gehoopt wat mee te pakken van haar optreden, maar dat gaat zo niet lukken. Dan moet ik de band maar op Lowlands zien. Ik loop naar het Waalpark om mijn favoriete band van vandaag niet te missen.
Het album van Steak Number Eight had ik al aardig vaak gedraaid om er een recensie van te schrijven, dus ik wist een beetje wat me te wachten stond. Bevooroordeeld? Ja. De jonge Belgen hebben dan ook wel aantal belachelijk straffe nummers gemaakt in de categorie post-hardcore-metal / sludge. In de zeikende regen horen we een uitstekend opgebouwde set. “The Sea Is Dying” is van het album When The Candle Dies Out. Een mooi opgebouwd nummer, dreigend en dynamisch. Ze moeten rond de 15 zijn geweest toen ze dit schreven. Onvoorstelbaar eigenlijk. “Stargazing” komt van het dit jaar verschenen All Is Chaos. De zang van dit nummer op de plaat vind ik niet heel sterk, maar zo live zingt Brent Vanneste dit iets beter. Het scheelt ook wel dat de zang niet zo prominent in de mix is gezet. Het nummer heeft die lekkere typische opbouw en die heerlijke mix van melodie en stevige riffs. Het moddervette “Dickhead” wordt dan ingezet en de paraplu's headbangen in de regen. Het geluid is acceptabel, maar de impact had nog wat groter kunnen zijn met wat hardere lage tonen. Maar de impact is goed genoeg, al merkte ik later dat het geluid in het midden voor het podium beter is dan iets aan de zijkant. De band speelt zo te zien behoorlijk strak, dus daar ligt het niet aan. “Black Fall” heeft een lange, mooie, rustige aanloop. Iets minder snel, maar het past mooi in de set. Brent Vanneste schreeuwt weer prachtig in dit nummer. Het intro van “The Perpetual” geeft me bijna kippenvel, zo mooi uitgevoerd. Ik kijk op de klok, ze zullen toch nog wel…? Jawel. Zo blij als een kind, ik zou me bijna moeten schamen. Als uitsmijter pakken ze mijn favoriet “Pyromaniac”. De monsterlijke riffs stuwen dit nummer naar een prachtig hoogtepunt van het optreden. Het uptempo slot (“we gaan nog even los als je het niet meer verwacht”) is zo briljant dat ik daarna nog even aan het zuurstof moet.
Toch is het dan ook wel weer lekker om even wat vrolijks te horen. The Fudge staat op het Lift! podium en de bandleden hebben er zichtbaar zin in. De vrolijkheid op het podium werkt best aanstekelijk. De drummer heeft gedurende de eerste nummers een zwarte sjaal voor zijn mond en mept strak op zijn drums. De zanger zingt opvallend hoog trouwens, maar dat maakt voor het verhaal weinig uit. Het is goed, en de bandleden spelen lekker onbevangen. Het is lastig de groep in een muziekgenre in te delen want er komt van alles langs. Rock, balkan, folk, pop, psychedelica, ska. Af en toe komen er nog wat lekkere vuige riffs langs, en dat had nog wat meer impact gehad als de gitaren wat vetter in de mix hadden gestaan. Rustig bouwt de band aan een leuk en festivalwaardig optreden waarbij er soms lekker gedanst kan worden. Het is dan ook prima te begrijpen dat de band dit jaar hoog scoorde bij de Grote Prijs van Nederland, en de publieksprijs in de wacht wist te slepen.
In het Waalpark blazen de heren van Black Breath alle regendruppels de andere kant op met een verwoestende mix van death metal, hardcore en thrash. De band uit Seattle presenteert de metal eigenlijk wel belachelijk strak. De goede mix van death metal en harde snelle trash geeft de nodige afwisseling, al is het allemaal niet bijster origineel wat we horen. Maar je ziet er dus aan alles af dat ze al veel vaker hebben opgetreden. Als een niet te stoppen hogesnelheidstrein razen de heren door hun set. Dat we aan de kant een paar keer heel hard “Slayer!” roepen geeft een beetje aan wat voor energie er van het podium afspat.
We krijgen wat tijd om bij te komen voordat Sir Yes Sir begint. De soundcheck duurt erg lang, de band had al lang moeten beginnen. Door de regen durft men vanwege het gevaar voor elektrocutie of kortsluiting het niet aan om de lampen aan te doen. De band speelt daardoor een beetje in het donker. De bandleden kijken (misschien door het oponthoud en de lange soundcheck) ook niet echt vrolijk. Dat is eigenlijk wel het grootste minpunt van de band. Ondanks dat ze er (zeker in het begin) geen zin in lijken te hebben speelt de band een verrassend mooie set met prima pop/rock songs in de lijn van dEUS en het oudere Radiohead-werk. Of noem het gloedvolle melodieuze rock. Een tikje bombastisch met een hoge en een beetje zoete zang, maar juist gedoseerd in treffende akkoorden. Toch nog de verrassing van de dag.
The Ocean is in potentie een geweldige band met fijne progressieve / post-metal. Het geluid staat echter wat schel en de gitaren zijn niet geweldig te horen, waardoor het voor mijn gevoel technisch niet helemaal uit de verf komt zoals ik dat had verwacht of gehoopt. Of de band dan technisch goed staat te spelen vind ik lastig te horen, maar zo te zien gooit de Duitse band alle energie erin en verslapt geen moment. De zanger zingt – eh, schreeuwt ook als een bezetene, en komt ook een tikkeltje te schel over. De band speelt voor mijn gevoel wat minder progressief en met wat minder rustige tussenstukken dan ik had verwacht, maar dat neemt niet weg dat het optreden over het geheel toch naar meer smaakt. In een goede zaal, met goed geluid dan.
Eins, Zwei Orchestra speelt vervolgens in de ruïne, verscholen tussen de grote zeilen aan de zijkant en de vele paraplu's vlak voor het podium. De regen zeikt nog steeds hard naar beneden, maar de band weet toch nog een stuk vrolijkheid in deze ellende te brengen. De fijne shoegaze pop klinkt zoals verwacht weer lief en ondeugend. Gouden melodieën en onrustige gitaren, Eins, Zwei Orchestra weet dat toch geweldig te combineren. Jammer van deze druilerige setting, maar toch kan ik nog hard meezingen met het vrolijke refrein van “Spiral” zo tegen het einde van het optreden.
Vervolgens begin ik bij het energieke optreden van Kap Bambino. In 2009 speelde de band al in een ontploffende ruïne, vandaag mogen Orion Bouvier (laptop/elektronica) en Caroline Martial (zang/stuiterdans/publieksparticipatie) terugkomen op het hoofdpodium. Het duo maakt zware opzwepende electro/synthpunk waarop je wild kunt dansen. De set begint voor m'n gevoel nog wat rustig, maar langzamerhand worden de beats sneller, vuiger en opzwepender. Het podium lijkt me nu wat te groot vergeleken met de intieme ruïne (of de X-Ray op Lowlands, waar ik ze ook nog eens heb gezien), maar Caroline Martial maakt goed gebruik van de ruimte en springt en draait alle kanten op. Het is weer een leuk feestje, maar het is vanavond ook wel wat meer van hetzelfde voor mijn gevoel. De echte verrassing is er misschien een keer vanaf, en ik zie ze liever in een kleinere zwetende zaal.
Ik loop nog even de trappen naar beneden om te kijken hoe Dagoba het er vanaf brengt op het Waalpark podium. Het geluid staat op dit podium nu wel een stukje beter, lijkt het. Dagoba is inmiddels een gevestigde naam in Frankrijk en dat is goed te begrijpen. De band speelt moderne metal met woeste riffs en met een industrieel tintje. Ultrastevig en door de belachelijk snelle basdrums hyperactief. De heren laten vanavond een enorm strakke set horen, waarbij je merkt hoe goed ze op elkaar zijn ingespeeld. Fantastische band derhalve.
Dagoba is een waardige afsluiter van het podium dat vandaag in het teken stond van Fortarock, en ondanks de onvoorstelbare hoeveelheid regen toch nog behoorlijk wat metalheads wist te trekken. En ook de bands op de andere podia trokken nog best wel publiek. Gelukkig waren er dus nog genoeg liefhebbers die speciaal voor de interessante acts kwamen, en als echte helden een hele dag regen hebben getrotseerd. Tegen het einde van de avond houdt het dan eindelijk op met regenen. Typisch. We gaan nat naar huis en nemen een warme douche. Het was toch een fijne affaire vandaag.
Zondag 17 juli
Traditiegetrouw begint de-Affaire op zondag al 's middags met de eerste bands. Even traditiegetrouw zijn dat ook de wat rustiger bands. Het weer is vandaag een stuk beter en de zon laat zich vandaag regelmatig zien. En die enkele bui? Ja, die kunnen we nog wel hebben.
The Black Atlantic staat in de ruïne, een mooie setting als het weer het toelaat. De mensen zitten rustig voor het podium (binnen de hekken van de ruïne) en er staat ook behoorlijk wat publiek buiten de hekken te kijken. De indiefolkliedjes van de Groningse band zijn melancholisch, ingetogen en sober. Erg mooi, maar voor mijn gevoel (en persoonlijke smaak) soms ook net een beetje te verstild. De gitaar staat dan ook wat te zacht naar mijn smaak. De samenzang is mooi en goed, maar op een gegeven moment ken je die mooie hoge uithaaltjes wel. Daarin mogen ze wat mij betreft nog wat meer afwisselen. Op het einde komt er dan een nieuw en vlotter nummer (van een nieuwe EP Darkling, I Listen die op 11 november uit zal komen) waarin ook het volume omhoog gaat en de zanger met extra veel lef zingt. Dat kon het optreden wel gebruiken.
Ik bestel even wat te eten en hoor achter me een vrouwenstem. Ik draai me dan ook om, dat klopt toch niet? Aha, James Vincent McMorrow begint zijn optreden met nogal hoge uithalen. Hij is vandaag zonder band, en dat is volgens hem wel even wennen. Hij treedt pas sinds enkele weken solo op. Normaal anticipeer je toch op het ritme van de drums, en als je het een en ander zelf moet doen, dan moet je dat zelf uitzoeken voor de nummers. Het is gelijk duidelijk dat het geluid enorm helder is. Het geluid van de gitaar is warm en sprankelend. De stem van James Vincent McMorrow is bloedmooi. Als je me normaal gesproken zou vragen om te kijken naar een man met gitaar met van die hoge uithalen in de zang, dan zou ik al snel bedanken. Maar ik moet het toegeven, de nummers worden prachtig uitgevoerd, ook al is een uur dan wel een beetje lang. De zanger heeft een goede bui, en vertelt van alles tussen de nummers door. Zoals: “Dat festival aan de overkant, is dat concurrentie? Dan zullen we wel even de strijd met ze aangaan. Oh, is dat hetzelfde festival? Nou dan moeten we maar even de rivier overzwemmen”. En zo vertelt hij ook dat hij net zijn baard heeft afgeschoren. Ja, hij was het wel een beetje zat dat hij in de pers werd aangesproken als “de bebaarde troubadour”. “A lousy term”, aldus James. Backstage zocht iemand hem voor een interview en vroeg aan hem of hij James Vincent McMorrow had gezien. “Tja, zonder baard herkennen ze me niet natuurlijk”. Sympathieke man en een mooi optreden.
In de ruïne heeft Pien Feith er ook duidelijk zin in. Al de hele week hoopte ze op mooi weer. En kijk nu! Dat is natuurlijk vragen om problemen, want het optreden wordt op een gegeven moment overvallen door een buitje. De band is heel vriendelijk. “Kom maar op het podium staan, we hebben nog wel plek voor een man of zes die geen paraplu hebben”. Gelukkig duurt de bui kort en kunnen we verder genieten van een heel aardig optreden. De zangeres uit Utrecht en haar band maken handig gebruik van de elektronica en wat gekke ritmes, en dat voegt daadwerkelijk wat toe aan de muziek. De zangeres heeft een mooie karakteristieke stem en zingt goed, maar ik heb ook wel een beetje het gevoel alsof ze een beetje boven de muziek blijft zingen, alsof het niet helemaal in lijn is met de akkoorden. Gek, aan de ene kant vind ik dat niet heel mooi, maar aan de andere kant is het wel intrigerend. De beats en de elektronica hadden voor mijn gevoel, zeker in het begin van het optreden, wat harder in de mix gemogen, waardoor je wat meer diepte en lagen had kunnen onderscheiden. Leuk optreden toch. Mooie indiepop met electronische klanken. Maar niet al te makkelijk. Een tikkeltje eigenwijs misschien en daar hou ik wel van.
De indiepop/folk van het Australische Cloud Control op het debuutalbum Bliss Release werd goed ontvangen in de pers. Op de-Affaire spelen ze op het hoofdpodium en ik moet zeggen dat ze dit bijzonder aardig doen. En dan moet ik er misschien bij zeggen dat dit soort indiepop / folk niet direct een genre voor mij is om wildenthousiast van te worden. Maar Cloud Control weet me wel te pakken met de rustige tot uitbundige en vrolijke nummers, die gewoon goed in elkaar zitten en geroutineerd worden gespeeld. Heidi Lenffer (op toetsen en zang) vraagt sympathiek “Hoe gaat het met jullie?” in het Nederlands. De zanger probeert daarin mee te gaan met een soort van “dankesjeu” maar merkt dat het niet helemaal klopt. “Dan maar het volgende liedje”. Bij “Death Cloud” komt direct een flinke streep zon door de wolken heen zetten, maar dat Cloud Control de wolken toch niet helemaal in bedwang heeft blijkt wel als er toch een beetje regen valt. De mooie paraplu's op het veld worden opgemerkt door de toetseniste met “It looks like a field of mushrooms!”. Kijk, daar hou ik wel van, een beetje interactie met het publiek en een positieve houding op het podium. Wat ik wel jammer vind is dat het geluid wat te hard staat zo voor het podium, zeker de distortion op de gitaar is onevenredig luid. Maar dit is ook het enige smetje op het optreden. Alhoewel, dat nieuwe witte t-shirt van zanger/gitarist Alister Wright is ook spuuglelijk. Net uit de verpakking (je kunt de vouwen nog zien), en drie maten te groot.
Inmiddels is het tijd om naar de kerk te gaan. Niet om te biechten, maar om in de Stevenskerk een concert te bezoeken. Dit is geen onderdeel van de-Affaire, maar elk jaar worden daar ook bijzondere concerten gegeven. Vanavond speelt Agnes Obel in een uitverkochte kerk. Dat er zelfs meer kaartjes verkocht zijn dan dat dat er fatsoenlijke plekken in de kerk zijn te vinden vind ik allesbehalve netjes. Gelukkig hebben we een mooie plek, al kijken we tegen de rug van de Deense pianiste/zangeres. Jan Douwe Kroeske mag de introductie verzorgen. Ik vind dat wat overbodig, laat de artiest zelf maar wat vertellen. Maar goed. Op de vraag waarom er een uil staat op de hoes van haar album zegt ze nogal grappig dat ze dat ook niet weet. Nou ja, de designer wilde graag een vogel. Vandaar. Het is wel interessant om te horen dat ze een een tijdje terug deze kerk heeft bezocht, en hoe ze onder de indruk was van het koor dat daar aan het repeteren was, in een verder geheel lege kerk. Hoe prachtig, je zou er kunnen trouwen. “En kijk, nu sta ik hier te spelen, en nee, ik ga niet trouwen”. Agnes komt op me over als een sympathieke, bescheiden, lieve vrouw, en een tikkeltje verlegen misschien. Anne Ostsee ondersteunt vandaag haar pianospel met (vooral) cello, en dat doet ze geweldig. Hoewel er een flinke echo in de kerk kan klinken, hangen er boxen naar elke kant van het publiek. Het geluid komt zo loepzuiver over. Het pianospel van Agnes Obél is werkelijk subliem. Daar zit een geweldige finesse achter, de toetsen worden subtiel beroerd tot een onwaarschijnlijk prachtig spel. Ontroerend mooi. Als ze dan begint te zingen is de magie compleet. Wat een geweldig bereik heeft die vrouw, en wat een gevoel legt ze daar in. Zo zuiver, zo mooi, zo helder, zo treffend. De muziek is lieflijk, aandoenlijk, teder, oprecht, zacht en krachtig. Agnes Obel is in korte tijd een stuk bekender en populairder geworden in Nederland. Volkomen terecht ook. In augustus speelt ze op Lowlands.
Terug in het park kijken we naar Washed Out. Ik was er toch wel benieuwd naar, want de relaxte synthpop gaf een lekker sferisch geluid op de plaat. Live valt het me dan toch allemaal een beetje tegen. Hoewel het geluid prima staat zo midden voor het podium, mis ik wat variatie in de nummers. Het draait nogal veel rondom hetzelfde thema en dezelfde simpele akkoorden. Het is licht dansbaar maar toch wat te sloom voor echte dansmuziek, en vandaag lijkt het niet sferisch genoeg om jezelf te kunnen verliezen in de muziek. Nee, op de plaat werkt het wel, maar live vind ik het een stuk minder.
Ik ga nog even wat nummers meepakken van het optreden van Vanderbuyst. Deze band speelt gewoon een heerlijk pot ouderwetse hardrock/metal uit de seventies/eighties. Misschien niet origineel, maar wel enorm strak en energiek gespeeld. Vandenberg, Van Halen, Whitesnake of Iron Maiden? Zet gewoon Vanderbuyst op elk festival. Succes verzekerd.
In de ruïne beginnen de heren van dd/mm/yyyy aan een energieke set. De drummer drumt onnavolgbare ritmepatronen en springt daarbij regelmatig van zijn krukje. Wat een klasbak. De math-rock van de band is lastig te volgen maar toch onnavolgbaar en innovatief, en daardoor uiterst boeiend en interessant. De bandleden lijken soms hun eigen ding te doen, maar het geheel komt op een gekke manier toch goed bij elkaar. De zang is ook nog eens onverstaanbaar, en dat zou ook nog wel eens de bedoeling kunnen zijn. De electronica komt vooral naar het einde van het optreden beter over voor mijn gevoel, en ook de betere nummers van de band lijken tegen het einde van de set te zitten. Dan is er al een klein deel van het publiek afgehaakt, maar de band heeft zeker ook nieuwe fans gevonden. Vooral die mensen die niet van al te simpele en voorspelbare muziek houden. Toffe band.
Graveyard is alsof je een rockband uit de jaren zeventig met de teletijdmachine naar het heden teleporteert. De Zweden spelen hun rock gewoon in het hele spectrum van rustige bluesrock tot de meer heftige en snellere opzwepende heavy rock. Met zo'n typische rockstem en met het nodige vuur in de gitaren en drums weten ze een strakke set neer te zetten, en zijn vandaag een geweldige afsluiter in het Waalpark.
Maandag 18 juli
Antillectual mag vandaag het podium op het Waalpark openen. Het lijkt nog niet heel druk, maar als de band begint te spelen stroomt het al snel een heel stuk voller. De Nijmeegse band doet goede zaken door hun optredens samen met andere bekendere bands in het genre, en de vele optredens in Europa en daarbuiten. Tijdens de aankondiging leren we dat de de band hier vijf jaar geleden ook al eens stond, en dat de band kritische teksten schrijft over de consumptiemaatschappij en de politiek. De band start energiek met “Every Crisis Is A Moral Crisis” van de laatste album Start From Scratch!. Lekker uptempo en aanstekelijk. De rest van de set is een mix van oud en nieuw werk, waarbij de band ook behendig schakelt van de meer melodische punk naar de snellere hardcore. Daar krijg je het warm van. “Een regenbuitje zou lekker zijn”, zegt de zanger grappend. De presentatie van de band is zelfverzekerd, al zegt de zanger dat het toch spannend is om te spelen in de eigen stad, zeker als je moeder staat te kijken. Prima optreden. Zo vind ook een die-hard punker met puntig haar, die strak tegen het podium aanhangt en op een paar centimeter van de zanger/gitarist het hele optreden meeschreeuwt met de vuist in de lucht.
De muziek van Captain Ortega zit ergens in de hoek van punk en rock en klinkt heel aangenaam en degelijk. Prima gitaarpartijen ook. Maar echt goed hebben we het niet gevolgd omdat we wat ver weg van het podium zitten te relaxen (mag het even?).
Avi Buffalo staat vervolgens op het hoofdpodium op het Valkhof. De band uit Californië speelt indierock, pop en folk. Zanger Avigdor Zahner-Isenberg is duidelijk de leider van de band. Hij komt op met een maffe muts (zou het een buffel moeten voorstellen?) en een gezicht vol schmink. Zijn presentatie is zowel warrig als grappig, zijn zang is enorm bevlogen. Energiek als een ADHD'er vertelt hij van alles, maar hij is soms nauwelijks te volgen. Ja, er staat iets op de setlist. Hebben we dat al gespeeld? En hoeveel tijd hebben we nog? Nog een kwartier? Oh, een half uur? Aha. De andere bandleden zijn een stuk rustiger. De linkergitarist staat er zelfs het hele optreden nogal sloom bij. Ook leuk is hoe ze gedurende het optreden af en toe aantal repen Twix in het publiek gooien. “Free Twix!” Dat doet verder niets af aan de muziek van de band. Prachtige songs en geweldig gitaarwerk van Avigdor Zahner-Isenberg. Avi Buffalo laat hier zien een terechte belofte te zijn voor de toekomst.
In het Besiendershuis treedt vanavond Ólafur Arnalds op voor de laatste keer. Hij is dit jaar verbonden aan de-Affaire als “artist in residence” om samen met het publiek nieuwe nummers te componeren in dit 16e eeuwse pand. We arriveren op tijd en zitten een kwartier voor aanvang al op een mooie plek in een niet al te grote kamer in dit oude pand. Er kunnen dan ook maar 50 man aanwezig zijn bij het optreden. Een half uur later is het onduidelijk waarom hij nog niet is begonnen. De componist/pianist blijkt geen last te willen hebben van de muziek van de Waalkade, en wil pas beginnen als de muziek daar is gestopt. Achteraf is dat begrijpelijk (het zou echt te storend zijn geweest), ook al is het wat vervelend een uur te moeten wachten. Een misverstand van de organisatie, die dacht dat de muziek op de Waalkade om elf uur afgelopen zou zijn. Uiteindelijk is het optreden het wachten waard. Ólafur Arnalds is een sympathieke man met humor die uitlegt dat hij ook helemaal gek is geworden van al die coverbands. Hij logeert drie dagen in het huis, en hoort alleen maar slechte coverbands. In het begin is dat nog leuk, goh een Queencover, maar na drie uur Queen ga je daar toch anders over denken. Tja, en dát is dus de indruk die hij van Nijmegen krijgt. Vanavond gaat hij, net zoals tijdens de andere optredens, op zoek naar nieuwe composities, samen met het publiek. Hij legt uit dat hij maar moeilijk tot nieuwe muziek komt. De muziek die hij maakt is nogal triest, en soms ben je helemaal niet triest, en dan is het lastig om je tot dat soort muziek te zetten. Dan wil je eigenlijk liever blije R&B muziek maken. Om op deze manier op te treden dwingt hem om nieuw muziek te maken, want zoveel materiaal heeft hij niet. En zo hoopt hij met dit soort optredens een nieuw album te kunnen maken. De optredens worden dan ook opgenomen zodat hij er later gebruik van kan maken. De sfeer is al bijzonder als hij het publiek verdeelt in tweeën en het rechter gedeelte een “A” noot moet zingen en de andere helft een “E”. Hij neemt dit op met een sample apparaat en gebruikt het onder een sferisch nummer. Indrukwekkend. Hij legt tijdens het optreden uit hoe hij gebruik maakt van de verschillende apparaten en hoe de samples door de herhaling een mooi nummer kunnen vormen. Hoewel een deel van het optreden geïmproviseerd is, speelt Ólafur Arnalds toch een aantal prachtige nummers die gewoon helemaal “af” lijken te zijn. Een aantal ideeën en voorgeprogrammeerde ritmes en samples worden blijkbaar gewoon uitgeprobeerd. Dat hij een perfectionist is blijkt wel als hij een nummer verder wil uitproberen met – wederom – een sample van het geluid van het publiek. Het is een lange sample waarbij het publiek in een bepaald ritme met de voeten moet stampen op de grond en met de handen moet klappen. Net iets te vroeg praat Ólafur per ongeluk door de sample heen. Ach laten we het toch proberen, maar hij ergert zich toch aan het kleine stukje waarin zijn eigen stem te horen is. We doen het nog twee keer opnieuw waarna er wederom een prachtig stukje ambient volgt met samples, piano en synthesizer. Je ziet goed dat hij met groot gevoel emotie in de muziek kan leggen, de noten worden omzichtig gespeeld en de verschillende herhalende stukken worden zorgvuldig aan elkaar en over elkaar heen gezet, langzaam wordt het nummer opgebouwd en afgewikkeld. Wat een prachtige muziek levert dit op. We zijn getuige van een uniek optreden in een geweldige en intieme setting. Wederom een geweldige afsluiter van een prachtige dag van festival de-Affaire.

2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven