Ik duik de warme omhelzing van de Haldern Spiegeltent in, zodat ik helemaal achterin toch nog iets meepik van het optreden van Bodi Bill. Hier in Duitsland zijn ze zeker niet te verlegen om het inheemse talent te supporten: de bloedhete tent is afgeladen vol. Zanger Fabian zit met bewonderenswaardige energie heen en weer te hipsen in een soort zwart-witte verentooi, en zijn muziek heeft gevoelsmatig een iets hogere electro-sound dan ik me van Bodi Bill’s studiowerk herinner. Mogelijk dat de dit jaar verschenen cd What? die sound heeft geïntroduceerd, en ik zal verder luisteren nadat ik wat consumptiebonnen heb gehaald.
Verrassend word ik door een suppoost aangesproken bij de terugweg naar de tent: bezoekers met persbandjes mogen meer niet zonder meer de tent betreden. Of ik vriendelijk doch gedwongen in de rij van het publiek wil aansluiten. Maar gisteren dan, roep ik, en net? Dat was gisteren, dat was net, dit is nu. Korte discussie…uitkomst: ik mag nú de tent nog in, maar daarna aansluiten in de rij. Hmm, we shall see. Voor het geval dat zet ik toch wat voorzorgsmaatregelen in gang, maar Bodi Bill is helaas reeds voorbij.
mij=Door: Andrew. Foto's: Dennis
Op naar Golden Kanine die het hoofdpodium gaan openen, altijd een prettig vooruitzicht! Deze Zweden beginnen met een soort langzame Balkan-doorspekte folk, maar al gauw wordt vanaf het podium geroepen dat het tempo omhoog zal gaan. En dat gaat het: sneller en sneller, culminerend in een duister-vrolijk liedje over de dood waarbij het goed relativerende publiek driftig klapt. Ondertussen ben ik met Dennis aangesloten bij een drietal collega-Fileunder-vrijwilligers, en je begrijpt natuurlijk dat het een en ander heen en weer gegrapt wordt: muzikale (wan)smaak, schrijfstijlen, foto's, niets blijft heel! Tijdens dit vrolijk onderonsje begint het wisselvallige weer even van zich af te bijten, en goed voorbereid als ik ben moet ik even richting auto om mijn regenjas op te halen waarbij ik van tevoren al weet dat op het moment dat ik 'm aan heb, de regen subiet stopt. Dit idee blijkt gelukkig waar te zijn, en eenmaal terug bij mijn collega's kijken we nog naar The Antlers.
Hoewel de soundcheck van laatstgenoemde gevoelsmatig kort duurt (vast door het leuke geklets) herinnert de Haldern-MC het publiek aan de soundcheck voor het optreden van The National vorig jaar op deze plaats, waar het checken maar duurde en duurde en het concert daarna nog door technische rampen geteisterd bleef worden. Zo niet The Antlers, die losgaan met duistere electrorock. Deze dosis electro/audio/indie-gepriegel is me in het begin net iets te langzaam en te saai, maar later draai ik bij, want de donkergetinte soundscapes die door de band opgediend worden zijn goed gevormd. Het publiek is vriendelijker dan ik en spontaan gejuich en applaus klinkt over het terrein heen en weer.
De Spiegeltent is al ruim op tijd helemaal vol voor Wild Beasts, en het vrolijk lachende en zwetende publiek heeft er zin in. Nog nat van de regen van zojuist zit iedereen na te dampen, en terwijl ik zit te bedenken of ik een foto ga maken van een geschminkt meisje met een gezicht als een soort glitterkitten, komt na een lange soundcheck en korte intro de band op. De eerste helft van het optreden bestaat uit nieuw werk: zeer gepolijste lagen geluid waarbij geen enkel gaatje over het hoofd wordt gezien. De downtempo elektronica van Wild Beasts weet mij niet te bekoren, maar met die mening ben ik duidelijk in de minderheid! De tweede helft van het optreden is ouder maar vooral sneller werk. Dat vind ik iets fijner, maar toch blijft het voor mijn gevoel te goed in elkaar passen. Wie tempowisselingen, ruwe kantjes, gaten en hobbels wil moet hier niet zijn: technische finesse en perfect passende lagen geluid heersen nu. Tijdens “Reach a bit Further” vliegen de strandballen door de lucht en iedereen klapt. Iets meer bite, verduidelijkt Dennis, en collega Ewie attendeert me met een dikke knipoog fijntjes er op dat ik verzuimd heb mee te klappen. Tsss 🙂 Mijn gesprekspartner van gisteravond is er ook: zij is juist hier voor Wild Beasts. Ik hoop maar dat ze het leuker vond dan ik!
Na een huishoudelijke mededeling over het weer (positief: het gaat niet meer regenen vanavond – jaja, we shall see!) staat het hoofdpodium open voor Gisbert zu Knyphausen. Deze Duitse troubadour was een verwachte klapper, en het grote veld staat aardig vol om hem te ondersteunen. Zijn understated doch diepe teksten zijn akoestisch of versterkt goed behapbaar, en de nummers worden nog onderstreept door zijn stevig rockende leadgitarist die gelijk in de eerste track al bruut uit zijn plaat gaat. Jammer genoeg blijft het verwachte massa-enthousiasme uit: het publiek is wat mat; de band vermoeid. Gisbert verklaart: ze hebben net heel wat uurtjes in de auto gezeten. Daarvan is in het optreden zelf overigens niets te merken, en na een korte break voor iedereen behalve the man himself die alleen en akoestisch op het grote podium blijft gaat het rocken even strak verder als in de eerste helft van de presentatie. Het optreden van Gisbert is de eerste keer sinds tijden dat ik wenste dat mijn verwaterde HAVO-Duits van twintig jaar geleden een iets hoger niveau had (mijn docent uit die tijd had me immer verzekerd dat het nooit wat zou worden met me – en de voorspelling klopt nog altijd), want ik zou graag dieper in de teksten gekropen zijn. Het internet heeft het over zaken die daarin voorkomen die ik best eens beter tot me wil nemen. Even oefenen dus!
Miss Li dan, die met haar gipsy cabaret door het toegestroomde publiek gadegeslagen wordt onder luid applaus. De band steekt hard van wal onder het genot van flink wat drank, en al haar werk dat ik tevoren van het internet afgesnoept had komt in sneltreinvaart voorbij. I'd like to know if you can sing! roept Miss Li, die al zes albums in de schappen heeft liggen waarvan de laatste in maart van dit jaar verschenen is. Ironisch genoeg besluit net na deze opmerking de versterking om er met een luide knal mee op te houden. Niet dat het publiek daarom maalt, dat zingt de aangegeven melodie lustig verder terwijl de Haldern-technici nagenoeg onmiddellijk het probleem verhelpen. You're the best! verkondigt de Zweedse, gelijktijdig het publiek en het technisch personeel bedankend, en de band gaat zonder een krimp te geven verder met de show. Deze band is zeker een set solid performers. Alle bandleden ondergaan een uitgebreide voorstelronde, die meerdere nummers duurt voordat ze allemaal aan de beurt zijn geweest. Helaas voor Miss Li zit haar stem niet helemaal mee vandaag en ze moet een beetje schreeuwen om te bereiken wat ze wil.
Zonder poespas heeft Okkervil River het hoofdpodium in beslag genomen. Deze in Texas wonende band timmert al behoorlijk wat jaren aan de weg, en deelt hun label Jagjaguwar met een aantal imposante zusterbands in de indiescene. Okkervil River is duidelijk naar Haldern gekomen om even flink van zich af te rocken, en frontman Will gaat niemand met rust laten tot het podium schoongeveegd moet worden. Onder de door volle maan opgelichte nachthemel worden zelfs hier en daar wat aanstekers in de lucht gehouden bij de downtempo nummers. We hope you don't mind, merkt de boomlange zanger minzaam op. Het snellere werk volgt alweer gauw, waarbij het duister zich prachtig leent voor een spectaculaire lichtshow.
Nu iets heel anders, want The Wombats nemen het podium in. 'Hi, we're The Wombats, we're from Liverpool!' verkondigt de band (technisch niet helemaal waar: een van The Wombats komt uit Noorwegen). Er staan genoeg Orange-versterkers op het podium om mijn woonkamer tien keer op te blazen, en aangezien er bij een Wombats-optreden vanalles mogelijk is lijkt het alsof werkelijk alle mensen die een kaartje hebben voor Haldern op het hoofdveld aanwezig zijn. Spijtig voor de tegenprogrammering maar echt waar: de laatste keer dat ik het zo druk heb gezien was voor Mumford and Sons, en dat wil wat zeggen! De 'bats pompen als een goed geoliede machine hun repertoire erin, zo nu en dan een laconieke opmerking slakend. Deze energie is exact goed om de vrijdagnacht in te gaan: de drukte neemt nog wat toe, iedereen om me heen springt en schreeuwt de lyrics de donkere hemel in. De band voelt dat het goed zit, en de ongegeneerd poppy doch bijtend sarcastische tracks worden van het podium geblazen. “Techno Fan” wordt nog opgedragen aan een gelukkige fan die duidelijk voor de band hier vooraan staat, maar ik vertrek. Vandaag wat eerder, morgen wat later.
De wereld volgens Andrew:
Vrijdag vet: The Wombats
Vrijdag njet: Wild Beasts
De wereld volgens Dennis:
Vrijdag vet: The Wombats
Vrijdag njet: Het weer man!
4 reacties