Hoe je het ook wendt of keert, de eerste uren van mijn Lowlands 2011 staan toch behoorlijk in het teken van het drama op Pukkelpop. De gebruikelijke euforie wordt overschaduwd door de vreselijke berichten en beelden uit België. Maar de mens zit vreemd in elkaar en met behulp van de doorgebroken zon begint vrijdagmiddag toch gewoon weer een gezellig Lowlands. Vooral het oudere dj-echtpaar dat pal achter de poorten staat opgesteld en met serieuze blik hitjes uit de jaren tachtig draait, brengt meteen bij binnenkomst goed de sfeer er in.
mij=Door: Blink. Foto's: Charlona
In India opent Fucked Up het festival en voorman Damian Abraham springt na twee nummers al vrolijk het publiek in. De subtiliteit van het album David Comes To Life gaat enigszins verloren in het geweld van de set, maar vermakelijk is het allemaal wel. En iedereen is meteen goed wakker.
Bij Charlie wordt Dry The River aangekondigd door een vervelende Rotterdammer in een lekker gek grijs pak. Compleet misplaatst en allesbehalve grappig, deze man. Van Dry The River wordt vermeld dat ze 'helemaal uit Engeland' zijn gekomen. Nou nou, het moet niet gekker worden! Gelukkig hebben de Britten meer stijl en talent dan onze landgenoot en geven ze een mooi optreden, vooral door de fraaie samenzang. Opener “No Rest” zorgt meteen voor een lekker zonnige sfeer in de verste uithoek van Lowlands, ook al geven de bandleden zelf de indruk weinig daglicht te zien.
Nog iemand die met zijn ogen in de felle middagzon staat te knipperen is Dan Bejar van Destroyer. Tussen zijn onooglijke band staat deze slome donder bijzonder ongemakkelijk op het podium, met vooral oog voor de grond, de setlist en zijn bijna lege fles wijn. De nummers van Destroyer's album Kaputt zijn ijzersterk, maar ze zo vroeg op de dag live te moeten uitvoeren lijkt vooral een straf voor Bejar te zijn.
Dit geldt zeker niet voor Anna Calvi, die voor het podium geboren lijkt. Haar uitstraling en krachtige stem vult met gemak de hele tent, al lijkt haar muziek net iets te ingewikkeld voor de uitgelaten en druk kletsende binnenwandelende festivalgangers. Met “The Devil” van haar debuut sluit ze een degelijk maar niet echt indrukwekkend optreden af.
Naast de verplaatste Bravo is een relaxplek gebouwd met houten banken. Als James Blake zijn set begint, blijkt dat de ideale plek voor zijn muziek te zijn want op het podium gebeurt toch helemaal niets. De tent zit bomvol maar komt niet echt tot leven. Ieder nummer lijkt een aanzet tot iets dat vervolgens niet gebeurt en pas bij “Limit To Your Love” komen er wat enthousiaste reacties uit het publiek. Ondanks de extreem zware basklanken is Blakes muziek te subtiel voor Lowlands, zeker als het gedreun uit omringende tenten de stillere stukken volledig overstemt.
Even later begint invalact The Horrors voor een half gevulde India. Afgezien van het overhemd van de bassist klopt alles aan de looks van deze band. Een gitarist waarvan ieder indiemeisje wel een poster boven het bed wil hebben en een lange zanger met de houding van Joey Ramone en een zware stem die tussen Peter Murphy en David Bowie in hangt. In Engeland wordt de band geholpen door de gebruikelijke hype, maar Lowlands wordt niet echt overtuigd. Afgezien van “I Can See Through You” blijft de band toch iets te veel steken in de poses en te weinig in sterk songmateriaal.
Er is geen groter contrast dan de donkere tonen van The Horrors en het vrolijke gespring van de Jeugd van Tegenwoordig. Tot ver buiten de afgeladen volle Alpha wordt meegedanst en meegezongen met hits als “Sterrenstof”. Een meisje naast me brult mee: 'De wereld is weer plat ja, Op je bolle bips na!' Een geweldig feest, de perfecte festivalband.
Opnieuw een groot contrast. De Smith Westerns vragen aan het begin van hun set een minuut stilte voor de slachtoffers van Pukkelpop. Het is een vreemde gewaarwording, zo'n stil publiek dat naar bandleden staan te kijken die zelf naar de grond staren. Voorman Cullem Omori maakt er verder geen grote show van en lijkt oprecht aangedaan. Na de minuut stilte speelt de band uit Chicago ondanks het slechte geluid een hele strakke set.
De grote verrassing van Lowlands staat even later in India. De tent staat afgeladen vol bij Miles Kane en de Brit weet er een groot feest van te maken. Nummers met catchy refreinen als “My Fantasy” worden razend enthousiast ontvangen en Kane zelf lijkt ook verrast door de reactie van het publiek.
Als we even later de Alpha binnenwandelen, waar dEUS net aan een beukend “The Architect” is begonnen, blijkt meteen waar De Staat de mosterd haalt. Omdat de setlist door fans is samengesteld komen vooral de bekendere nummers langs, al speelt de band ook overtuigend nieuw werk. Achteraf wil ik nog wel even de duizenden mensen die keihard door “Sister Dew” heen kletsen een draai om de oren geven. Ga dan die tent uit verdomme! De sfeervolle verlichting op het podium maakt grote indruk en afsluiter “Instant Street” eindigt in een fraaie climax.
Nadat alle grijze koppen voorin de Alpha hebben plaatsgemaakt voor de veel jongere fans van Arctic Monkeys gaat om 22:00 uur het zaallicht uit en knalt de band “Library Pictures” de tent in. Het tempo ligt twee keer zo hoog als twee jaar geleden en de band lijkt herboren. Alex Turner is naar een dure kapper geweest en straalt een zelfverzekerdheid en charmante arrogantie uit die ik nog niet eerder van hem gezien heb. Het doet de band en het optreden goed en vooral als Turners goede vriend Miles Kane mee komt spelen op de sensationele afsluiter “505” bewijzen de Arctic Monkeys opnieuw gewoon dé gitaarband van dit moment te zijn.
4 reacties