Na zijn succesvolle loopbaan als zanger van The Rascals en de helft van The Last Shadow Puppets timmert Miles Kane nu flink aan de weg als solo artiest. Hij noemt het zelf de ‘old-school way’: geen grote hype maar vooral hard werken, kleine concerten doen zoals in Bitterzoet, fans voor je winnen, en zo opklimmen tot grotere zalen. Het album Colour of the Trap is inmiddels uit maar dit ging echter wel gepaard met grote onzekerheid. Miles vertelt dat zijn zelfvertrouwen laag was na het grote succes van The Last Shadow Puppets en het uit elkaar gaan van The Rascals. Het was vooral producer Gruff Rhys van de Super Furry Animals die in hem geloofde en hem het vertouwen gaf dat hij het kon. ‘Ik had hem een paar jaar geleden ontmoet op de Mercury Awards toen ik heel dronken was’, vertelt Miles. ‘Ik zei toen tegen hem, ooit wil ik eens met je samenwerken. Een jaar later stuurde ik hem mijn demo’s en hij gaf me al vroeg goede feedback. Ik heb heel veel aan die man te danken’. Nu het album uitgebracht is zit Miles stukken beter in z’n vel. ‘Opluchting is een te groot woord, maar ik ben enorm blij dat het zo goed ontvangen wordt. Het duurde zo lang om het goed te krijgen. Ik wilde geen slechte nummers erop dus daardoor nam het veel tijd in beslag. Interviews, foto’s en vooral optredens zijn mijn favoriete dingen om te doen dus het sloopte me wel om daar anderhalf jaar afstand van te moeten doen. Maar als ik terugkijk ben ik toch blij dat er een goed album uit is gekomen.’
mij=Door: Saskia
Dat Alex Turner van de Arctic Monkeys, waarmee Miles The Last Shadow Puppets vormt, ook op dit album veel nummers heeft meegeschreven is wel opmerkelijk. Miles legt uit: ‘De eerste helft van het album die was opgenomen bestond uit de nummers Kingcrawler, Take the Night from me, Come Closer, My Fantasy en Inhaler. Ik was toen halverwege en had heel veel ideeën en akoestische demo’s, alleen individueel waren die nummers niet zo sterk, het was van alles wat. Toen ben ik een week naar New York gegaan en heb ik met Alex alle demo’s uitgezocht. Rearrange is bijvoorbeeld zo tot stand gekomen, dat nummer is eigenlijk een samenraapsel van drie verschillende nummers waarvan alleen de riff en refreinen goed werkte die we dus hebben samengevoegd tot één nummer. Ook hebben we samen de tekst af geschreven.’
Vroeger speelde Miles saxofoon op school, maar zijn liefde voor muziek maken ontstond pas echt toen zijn tante hem een Spaanse gitaar cadeau deed op zijn dertiende. Ondanks dat ook zijn neef succes beleeft met The Coral komt Miles niet uit een hele muzikale familie. Zijn ouders spelen helemaal geen instrumenten, maar wel werd er in huize Kane veel muziek gedraaid. ‘Een paar jaar geleden ging ik steeds meer naar de Four Tops luisteren, een Motown band, en kwam ineens tot de conclusie dat ik die nummers onbewust al kende omdat mijn moeder dat vroeger vaak aan had staan in huis’. Zijn grote held blijft John Lennon en de laatste keer dat hij echt diep geïnspireerd raakte was dus ook bij het zien van een documentaire over Lennon. ‘Ongeveer zes jaar geleden zag ik the making of van het Imagine album op dvd genaamd Gimme some Truth’, vertelt Miles. ‘Daarop staat een opname van Lennon die Gimme Some Truth live speelt in zijn eentje. Dat nummer is zo rauw en venijnig, ook Liam Gallagher is erdoor geïnspireerd. Het inspireerde mij om te zingen zoals ik doe, en dat was nog voordat ik überhaupt kon zingen.’ Niet alleen Lennon en The Beatles maar ook The Rolling Stones, Lee Hazelwood en zelfs Kylie Minogue, Beck en The Bee Gees passeren de muziekspeler van Miles. ‘Ik heb een Bee Gees kant ja’, geeft hij trots toe.
Op dit album had Miles voor het eerst de kans om eens op een andere manier nummers te schrijven. ‘Normaal gesproken speelde je een nummer meteen met de band maar nu kwamen er steeds meer mensen bij en probeerden we het elke keer verschillend. Come Closer begon als een soort Gary Glitter glam rock nummer, alleen dat klonk niet echt als mezelf. Ik luisterde toen geloof ik een beetje teveel Kasabian en wilde daarop lijken. Better Left Invisible, die best upbeat is, begon juist heel langzaam als een slow-picking Lee Hazelwood.’
Miles Kane voelt zich inmiddels een ander persoon dan hij was voor het maken van Colour of the Trap. ‘Ik ging er zo hard door werken en werd beter in gitaar spelen en zingen. Ik heb zoveel geleerd over muziek en over mezelf. Op dit moment heb ik al m’n maten in de band, het is zo goed live en zo gaaf. Ik weet dat ik een solo artiest ben maar ik ben de enige solo artiest die echt rockt zoals wij dat doen. Ik wil niet arrogant klinken hoor maar dat is gewoon de waarheid.’ Als voorprogramma voor de Arctic Monkeys en Beady Eye heeft Miles het voordeel gehad te mogen spelen voor gelijksoortig publiek. ‘Er is veel liefde daar’ zegt hij. Arrogant of niet Miles Kane blijft ook maar een normale jongen. Het eerste wat hij namelijk gaat doen als hij thuis komt van tour is weer eens aanschuiven bij z’n moeder voor een lekkere maaltijd. Maar eerst natuurlijk rocken en nieuwe nummers schrijven, want ‘des te drukker ik ben des te meer ik wil schrijven. Ik heb al het één en ander achter de hand’, aldus Miles.
4 reacties