Eigenlijk is het een gouden vondst om Appelpop op de Waalkade in Tiel te houden waar ook het voetveer aanlegt. Want aan de overkant kun je de auto/fiets/brommer parkeren en voor een paar euro sta je zo op het festivalterrein. Werd ik vorig jaar al getipt over deze mogelijkheid, dit jaar besloot ik dus om er gebruik van te maken. Op vrijdagavond was ik zo al ruim op tijd aanwezig om Handsome Poets het festival te zien openen. Ze zien eruit als brave jongemannen en zo is ook hun podiumpresentatie. Niet al te spannend en die paar 3FM-hitjes doen het ook niet voor me. De mix tussen jaren tachtig-synths en gitaarpop is niet aan mij besteed, ook niet als “Dance The War Is Over” ingezet wordt. Niet echt speciaal voor wie de jaren tachtig bewust heeft meegemaakt.
Wie ook niet heel veel indruk maakt, is Tim Knol met zijn band. De muziek is echt prachtig en die overtuigt wel degelijk, maar qua podiumpresentatie heeft een zak aardappelen meer uitstraling dan Tim. Mag hij nog zo ‘vet’ zijn; als je later ook nog hoort dat ze later op de avond met wat bandleden van Go Back To The Zoo het festivalterrein zijn afgezet wegens het slopen van de kleedkamer, dan vraag je je af waar de rock en roll op het podium dan is. Het mag spannender.
mij=Door Danny
Wie al jaren geleden voor spanning zorgde is Golden Earring. Met hun greatest-hits-show zetten ze ook nu nog de tent compleet op zijn kop. Als een geoliede machine gaan de heren door “Twilight Zone”, “Another 45 Miles” en “When The Lady Smiles”. De onvermijdelijke drumsolo van Cesar komt ook weer aan bod en dan valt bij mij het kwartje dat ze precies dezelfde set spelen als op Paaspop. Zelfde nummers, zelfde volgorde. Achteraf gezien dus eigenlijk helemaal niet spannend, maar heel berekenend en weinig spontaan. Maar een setlist als feest der herkenning is voor het publiek in Tiel spannend genoeg.
Wie ook voor feest zorgt is Go Back To The Zoo. Ik heb de cd niet, maar ik kan inmiddels elk nummer meezingen. Het blijft namelijk een strakke liveband die op elk festival staat, maar dat ligt dan ook wel in de reden dat ze verdomd goede popliedjes maken. Ze gaan van start met “Smoking On The Balcony” en weten het hele uur de energie van dat nummer vast te houden. Een waardige afsluiter van de vrijdagavond op het Brunotti-podium.
De vrijdag wordt echt afgesloten door Di-rect op het hoofdpodium. Een dag eerder is hun nieuwe single “The Chase” uitgekomen en deze wordt dan ook al vroeg in hun setlist gespeeld. Di-Rect speelt een degelijke show, je kunt duidelijk zien dat het tijdperk-Tim volledig is afgesloten en juist Marcel steelt de show. Opvallend is dat je geen verschil meer merkt tussen oud en nieuw materiaal, nog opvallender is dat hun cover van Young The Giant, “My Body”, bijna beter is dan het origineel.
‘Waar is het feestje? Daar is het feestje!’. De heren van The Opposites presteren het op zaterdag een halflege zaal om te toveren tot een dampende club door in te spelen op het aanwezige publiek. Zo wordt het publiek naar één kant van de catwalk gedirigeerd en vuren de Opposites hier hun hits op af. Het publiek gaat dan ook volledig los, fotografen lopen mee te ‘bouncen’ en er is geen ontkomen meer aan. Ik ben fan.
Het optreden van Delain verloopt minder vlekkeloos. Bij het opkomen werkt het geluid van zangeres Charlotte niet. Niet dat dat de vleermuisjes op de eerste rij verhindert om alsnog de tekst luidkeels te zingen, maar het werkt wel door in de rest van het optreden, want het geluid wordt er niet beter op. De bas en drums staan zo hard dat de gitaren nauwelijks hoorbaar zijn. Na drie nummers hou ik het daarom voor gezien, gemiste kans.
Dat Jacqueline Govaert op het hoofdpodium staat heeft ze volgens mij te danken aan het succes van haar oude bandje Krezip. Waarvan ze dus weigert om nummers te spelen sinds ze solo is gegaan. Of dat een goede zet is betwijfel ik, want ondanks dat er op haar debuutalbum een paar leuke liedjes staan is een hele show solomateriaal toch te veel van het goede. Ik wil gewoon eigenlijk oude Krezipkrakers horen. En niet weer die The Turtles-cover “Happy Together”. Gelukkig zet ze dan aan het eind van haar set “Overrated” in en dan besef ik dat dat liedje precies haar show samenvat.
Als het publiek is opgewarmd met een verrassingsoptreden van Blaas Of Glory is het tijd voor het enige echte rockoptreden van Appelpop. Met hoofdletter R. Triggerfinger is zo’n band waarvoor er versterkers zijn die tot 11 gaan. Snoeihard en vol energie beginnen de heren aan hun set en die drive laten ze het eerste half uur ook niet meer los. In feite gaat hier niemand de komende tijd meer overheen komen. Triggerfinger is bij deze uitgeroepen tot festivalband van het jaar.
Waar ik had verwacht dat het een teleurstelling zou zijn om tegelijk geprogrammeerd te staan met Triggerfinger, ben ik positief verrast als ik bij het McBlossom-podium aankom waar Krystl voor een bomvol veld staat te spelen. Luchtig en speels en met groot gemak speelt ze zich door haar repertoire heen tot het volle genot van het massaal toegestroomde publiek. De liedjes blijven makkelijk hangen en het spelplezier spat er ook bij de band af. Volgend jaar maar meteen op het hoofdpodium plaatsen, daar komen “Bubbles” en haar Julian Perreta-cover van “Wonder Why” nog beter tot hun recht.
Ik heb overigens besloten ze toch weer een kans te geven. Ik heb het natuurlijk over mijn persoonlijke favoriet (ahum), Kane. En om eerlijk te zijn, wat een mooie lichtshow. Muzikaal is het helaas nog steeds hetzelfde, hoewel ik single “No Surrender” nog wel te pruimen vind, maar voor de rest staat Kane momenteel zo’n beetje voor alles wat er fout is in de muziekindustrie. Zo, dat is eruit. Dinand heeft nog steeds last van zijn Bono-complex en die aardappel in zijn strot met klemkaken à la Femke Halsema en als ze dan ook nog “Catwalk Criminal” inzetten voel ik mijn maag omdraaien en vraag ik me af waarom ik eerder ben gaan eten dan gepland.
Snel vlucht ik dan ook naar DeWolff. Jaren zestig en zeventig rock trek ik namelijk veel beter en ik word dan ook op mijn wenken bediend. Bijster origineel is het niet, maar deze drie jonge honden laten nog steeds zien dat ze een prima instrumentbeheersing hebben en dat retro in is. En dat je met zijn drietjes dus een geluidsmuur kunt neerzetten waar je u tegen zegt. Het Hammondorgel levert hier een belangrijke bijdrage aan.
Ook retro, maar toch weer modern is eigenlijk wel Caro Emerald. Haar gitarist straalt jaren vijftig uit, de toevoeging van Kypski aan haar band geeft net dat beetje extra schwung en de show staat als een huis. Getuige dit optreden is het niet verwonderlijk dat het buitenland roept om Caro. Ook Caro heeft al heel wat hits van haar debuutalbum op haar naam staan en debuuthit “Back It Up” komt al snel voorbij. Ook hier is het een feest der herkenning en Caro heeft alras het publiek voor haar gewonnen. Als dan ook nog haar gitarist een genadeloze solo weggeeft aan het einde van de catwalk is het feest compleet.
Helaas is de berichtgeving backstage op dat moment wat verontrustender. Komt er nu wel of geen noodweer de kant van Tiel op? Met het drama van Pukkelpop nog in het achterhoofd besluit ik dat code oranje serieus genoeg is om geen risico’s te lopen en eerder naar huis te gaan. Naar verluidt is het meegevallen en heb ik hierdoor een puike show van The Baseballs gemist, maar dat is nou eenmaal maar zo.
Appelpop 2011 was er festival van muzikale ups en downs. De sfeer was daarentegen weer top en de twintigste verjaardag was dan ook weer een geslaagd feestje. Op naar volgend jaar!
Klapper (wat mij betreft) Che Sudaka, verdient zeker nog een vermelding in deze terugblik. De mengelmoes van World Music / Ska en weet ik wat voor invloeden nog meer hebben van mij een liefhebber gemaakt. ‘Rumba on steroids’ noem ik het maar voor het gemak.
De vibe die deze heren hebben en uitstralen slaat meteen over op het publiek (wat dan ook volledig los gaat). Catchy -soms geleende- deuntjes en veel interactie met het publiek, gecombineerd met een geweldige lichtshow van moeder natuur, maakt het de perfecte afsluiter van een zwoele zomeravond op het warme festivalterrein.
Che Sudaka. Onthoud die naam…
De muzikale klapper kwam er uiteindelijk toch met Mama’s Gun…..als allerlaatste band van Appelpop 2011 op het McBlossom-podium…..Heerlijke, dansbare, glijdende funk!!
Klapper (wat mij betreft) Che Sudaka, verdient zeker nog een vermelding in deze terugblik. De mengelmoes van World Music / Ska en weet ik wat voor invloeden nog meer hebben van mij een liefhebber gemaakt. ‘Rumba on steroids’ noem ik het maar voor het gemak.
De vibe die deze heren hebben en uitstralen slaat meteen over op het publiek (wat dan ook volledig los gaat). Catchy -soms geleende- deuntjes en veel interactie met het publiek, gecombineerd met een geweldige lichtshow van moeder natuur, maakt het de perfecte afsluiter van een zwoele zomeravond op het warme festivalterrein.
Che Sudaka. Onthoud die naam…
De muzikale klapper kwam er uiteindelijk toch met Mama’s Gun…..als allerlaatste band van Appelpop 2011 op het McBlossom-podium…..Heerlijke, dansbare, glijdende funk!!
Was Dj Git Hyper bij Caro Emerald, geen Kypski