Een groot festival als Lowlands voelt soms net als een bezoek aan de kermis. Niet iedereen houdt van dezelfde attracties. De botsautootjes zijn leuk zolang je het sadistische schoffie van de buurt een keertje hard van achteren mag belagen. De breakdance is dolle pret zolang je je niet irriteert aan die nar achter de microfoon met zijn verbale uitspattingen. Het spookhuis is meestal de attractie die iedereen het bangst maakt, maar om de verkeerde redenen. Zombies zijn van papier-maché, rubberen vleermuizen hangen zichtbaar aan een touwtje en die dracula-pop doet Count Chocula enger lijken dan Count Orlok. Het spreekt niet bepaald tot de verbeelding.
Dat doet de spookachtige freakfolk van Erland and The Carnival gelukkig wel. Deze vijfkoppige band kenmerkt zich door de frequente jazzy uitspattingen en de haast Ennio Morricone-achtige, filmische inslag. De samenstelling van de band is op zijn zachtst gezegd uniek: een creatieve synergie tussen veteranen Simon Tong (ex-The Verve, Gorillaz), David Nock (The Orb, The Cult) en de tamelijk onbekende Schotse zanger/gitarist Gawain Erland Cooper. Door veel pers wordt de band beschreven als een supergroep, maar dat is volgens Simon onzin. ‘Ik vind ons geen supergroep, nee. Dat suggereert een beetje dat wij progrock maken ofzo…’
mij=Interview: Jasper
Hij is tevreden over het optreden in de India een half uur geleden. Simon: ‘Het was fijn. Onze vorige show in Engeland verliep ronduit verschrikkelijk. Alles is beter dan dat.’ Wat ging er dan zoal mis? Simon slaakt een diepe zucht. ‘Nou, écht alles. Het drumstel viel halverwege uit elkaar. We hielden het hoofd omlaag en wilden er zo snel mogelijk vandoor gaan.’ Volgens Tong revancheerde de band zich vanmiddag enigszins. Toch bleef de India voor slechts twee derde gevuld. Simon: ‘Ik weet zeker dat heel veel mensen hier nog nooit van ons hebben gehoord. Toevallig zag ik een paar mensen de teksten meezingen.’ Hij houdt zijn schouders nonchalant op. ‘Op een festival lopen mensen voortdurend naar binnen en buiten. Dat doe ik als bezoeker zelf ook. Dan is het zo van ‘ehm…ah, goeie band inderdaad’…en kijk ik vervolgens verder. Als optredende band stoor je jezelf daar misschien aan, maar voor hetzelfde geld vond die bezoeker het te gek en wilde hij gewoon een andere band checken. Het is altijd een vreemde atmosfeer.’
Wellicht maakt Erland and The Carnival niet de gemakkelijkste muziek om te verteren voor de doorsnee festivalgangers. Met name de vele referenties naar traditionele Engelse en Schotse folkliedjes maken het moeilijker een connectie te vinden dan bij bijvoorbeeld een britpopband als The Verve. Simon is zich hier van bewust: ‘Tijdens een optreden bevindt iedere muzikant zich in een eigen wereld. Het is tenslotte jouw podium voor een uur, je bent vrij om dat zelf in te vullen. (lacht) Als iemand zich ontkleedt en vervolgens achterwaartse salto’s op het podium maakt, prima toch?’
Erland and The Carnival lijkt zich vooral te profileren als een echte muzikantenband, die op bewuste momenten de spanning opzoekt. Zoals vanmiddag bij afsluiter “Love Is A Killing Thing”. Simon knikt: ‘Ja, dat zag je vooral aan het einde van het concert. We hebben ditmaal onze tenen niet gestoten.' Hij lacht. 'Als bijvoorbeeld David of ikzelf de boel naar een hoger plan wil tillen, dan gebeurt dat gewoon en moet de rest zo goed mogelijk proberen te volgen. Onze muziek is vaak nogal gestructureerd, dus tijdens een concert moet je af en toe dit soort momenten hebben om de spanning los te laten.’
Door de logge bassdrum van Royal Republic begint de kleedkamer opeens hevig te trillen. Plots komt er een dame binnen met een dvd van de concertopname. Ze vraagt aan David om toestemming om beeld- en geluidsmateriaal te gebruiken. Simon knikt vriendelijk: ‘Ah fuck it, it should be allright.’ Niet veel later komen de rest van de bandleden binnen. Ze zijn net terug van een signeersessie in de LiveXS-tent. Er wordt onderling wat gedold en gelachen voordat het interview kan worden hervat.
Luid en psychedelisch
Het contrast tussen Simon Tong en Erland Cooper valt tijdens woordenwisselingen meteen op. Tong spreekt met een rustige, serieuze toon. Hij heeft Britse trofeejongens als Damon Albarn en Richard Ashcroft talloze malen geflankeerd en belichaamt de definitie van routine en professionalisme. De doorleefde muzikant stelt zich tijdens het gesprek tamelijk onbewogen op. Cooper praat daarentegen geanimeerd en ondersteunt zijn antwoorden met grote handgebaren. Hij heeft de allure van een jonge prins uit een Shakespeare-verhaal: onbeschroomd en vrijmoedig. Zijn muzikale carriëre staat nog in kinderschoenen.
De twee leerden elkaar kennen in een kleine zweterige folkclub in London. Simon: ‘Ik werkte toen met producer Youth (waarmee Tong samenspeelt in Transmission en het label Butterfly Recordings oprichtte), een wederzijdse vriend. Erland kwam op en speelde een aantal liedjes. We waren erg onder de indruk en raakten op ten duur aan de praat. Toen besloten we muziek te gaan schrijven.’ Cooper vertelt dat hij de geest van traditionele folkmuziek op authentieke wijze wil vastleggen binnen een modern vooruitstrevend bandgeluid. Erland: ‘Het zijn twee verschillende dingen: je hebt folk instrumentatie – de manier waarop mensen verwachten dat het gespeeld wordt – met akoestische gitaren, violen en dergelijke. Maar je kunt folkmuziek op een heel ander niveau vertolken. Wij proberen het luider en psychedelischer. Zo houd ik het voor mezelf interessant.’
Erland: ‘Voorheen speelde ik akoestische gitaar in slechte bands. Het is erg bevrijdend om met bekwame muzikanten te mogen werken. Ik heb veel mazzel gehad. Eerlijk is eerlijk, ik speel pas sinds slechts een jaar of twee elektrisch. Voor mij voelt dit nog steeds een beetje als een mysterie. Dat vind ik juist geweldig, weet je? Ik balanceer nog een beetje aan de rand van de afgrond, onwetend van wat er beneden te wachten staat. Terwijl bij David en Simon die fase allang voorbij is. Zij draaien wat langer mee, zij zijn zich meer bewust van wat er gaat komen.’
De bandnaam suggereert dat Erland het brein achter de muziek is, maar volgens Simon is het creatieve aandeel van ieder bandlid evenredig. Simon: ‘De naam Carnival bestond al, dus we maakten er Erland and The Carnival van. Wellicht is Erland dan onbedoeld het middelpunt geworden.’ Erland lacht: ‘Dat is ook niet mijn bedoeling hoor! Simon and The Carnival, dat werkte niet. Er speelt hier vanavond trouwens een band genaamd Karnivool, met een K! Dat klinkt wel machtig!’
Oude ziel
De 28-jarige Cooper beweert dat hij zich qua leeftijd meer voelt als iemand van 48. ‘Oude ziel, jong gezicht!’, knipoogt hij. Cooper is geboren en getogen op Kirkwall, een van de Schotse Orkney-eilanden. Na zijn twaalfde begon Erland zich daar demografisch gezien geïsoleerd te voelen. Cooper: ‘Er was natuurlijk heel veel folkmuziek, wat mij op een gegeven moment niet meer zo boeide. Als tiener zette ik mij ertegen af. Je wilt dan niet luisteren naar dezelfde muziek als je ouders.’ Studeren in het buitenland was volgens Cooper puur uit vastberadenheid Orkney te verlaten. Intussen blijft hij inspiratie halen uit moderne muziek. Erland: ‘Recentelijk draai ik die nieuwe plaat van Kurt Vile grijs. Die is echt ongelooflijk.’ Hij zegt groot fan te zijn van Warpaint, die later op de dag aantreden in de India.
Folkmuziek blijft echter verweven in Erlands muzikale DNA. Momenteel werkt hij met Simon aan een nieuw project, eentje die hem terugbrengt naar zijn thuisomgeving. Simon: ‘We maken een album met de Orkney-eilanden als centraal thema. Deze muziek is anders dan The Carnival. Wat meer orkestraal, wat meer akoestisch ook. Net als The Carnival klinkt het een beetje filmisch, een beetje esoterisch wellicht.’ Hannah Peel stond al eerder in het voorprogramma van Erland and The Carnival. Erland: ‘Hannah, zij is waanzinnig getalenteerd. Ik hoop dat het een beetje overkomt. Volgende week donderdag gaan we terug naar Schotland. We nemen dan een bootje naar een van de eilanden, waar een koor nu bezig is met repeteren.’ Binnen een jaar moet het nog titelloze album afgerond zijn.
Drieling
Net als vele andere indie-labels onder PIAS is Full Time Hobby – waar Erland and Carnival getekend staat – zwaar getroffen door de rellen in Engeland. Veel kopieën van het tweede studio-album Nightingale gingen bij de brand (of toch inbraak of toch niet?) in het Sony-distributiecentrum in rook op. Simon: ‘Voor onszelf is het relatief gezien niet zo erg. De platenlabels lijden er meer onder. Uiteindelijk verloor ons label een half miljoen platen en cd’s.’ Zijn onzekere lach kan de wrangheid niet verbergen. ‘Een gast van Domino (geloof ik) merkte laatst op dat de jongelui die dat warenhuis in brand staken zelf waarschijnlijk nooit platen kopen. Dan is er dus sprake van tweevoud. Misschien is het die nieuwe generatie.’
Erland: ‘Onze vrienden bij Full Time Hobby zijn fantastisch. Geweldige lui en veel goede acts. Hoezeer de rellen die mensen geraakt hebben, dat is absurd gewoon.’ Volgens Erland zouden de gevolgen voor kleine labels twintig jaar geleden desastreuzer geweest zijn. Doordat muziek digitaal te verkrijgen is ontstaat er volgens hem een breder vangnet. Cooper: ‘Net tijdens die signeersessie ontmoette ik een meisje die zich verontschuldigde dat ze geen album van ons bij zich had om te laten tekenen. Ze wou dat ze onze cd had kunnen kopen vandaag. In plaats daarvan wilde ze hem downloaden. Dat vond ik prima, want ik kon zien dat ze ons optreden oprecht goed vond.’
Na twee studio-albums binnen twee jaar probeert Erland and The Carnival de productieve lijn verder door te trekken. Nightingale voelt bij elke luisterbeurt steeds meer als het duivelse tweelingbroertje van het titelloze debuut. Krijgen we in 2012 een nog naargeestigere plaat? Erland: ‘Het wordt zeker een drieling. De derde wordt een meisje volgens mij.’ Betekent dit wellicht dat de bandleden misschien het podium gaan betreden als travestieten? Wie zou het knapst zijn in drag? Erland lacht: ‘Dat is een makkelijke: onze drummer natuurlijk!’
Ha, een artikel over Erland And The Carnival! Wat leuk! Toch twee dingetjes:
1. De betekenis van ‘grotesk’ is anders dan de interviewer vermoedelijk denkt
2. Kirkwall is een stad(je) op Mainland Orkney, en dus niet het eiland zelf
Ha, een artikel over Erland And The Carnival! Wat leuk! Toch twee dingetjes:
1. De betekenis van ‘grotesk’ is anders dan de interviewer vermoedelijk denkt
2. Kirkwall is een stad(je) op Mainland Orkney, en dus niet het eiland zelf
@Leonie Dank voor de correcties. Het klopt: ik pas het woord grotesk vaak op groteske (buitensporige) wijze toe ja 🙂