Het was al zo bij de vorige plaat van Blueneck. Ik maakte mijn jaarlijstje op en daarna kwam ik pas toe aan hun cd The Fallen Host. Foute volgorde. Dit jaar gebeurt me weer hetzelfde. Ik had Repetitions al wel meerdere malen gedraaid, maar nog niet de rust gehad om de plaat echt goed te laten zakken. En vanmiddag moest ik al mijn jaarlijstje versturen. Die hebben ze dus weer niet gehaald. Mijn schuld. Niet die van Blueneck. De cd kwam namelijk al een paar maanden geleden uit. Repetitions is ook geen plaat die je moet beoordelen na één of twee keer luisteren. Daar is het een veel te eigenzinnig album voor. Neem alleen al de zang van Duncan Attwood. Die is spaarzaam, maar is lijzig op een manier zoals IQ ook wel eens wat mensen tegen de haren in heeft willen strijken. Groot verschil is wel dat het zo’n met mate ingezet stemgeluid beter past bij de post-rock zoals Blueneck die je voorschotelt dan de symfo die IQ maakt. Én Attwood is zelfs qua stem veel beter. Het fijne aan de post-rock van Blueneck is dat ‘ie broos is. Het hard-zacht-stramien waar menig post-rock band zich tot in den treure van bedient gaan ze uit de weg. Wat dat betreft zou een tournee met de bibliotheekrockers van iLiKETRAiNS best een puike combinatie kunnen zijn. Die maken ook van die heerlijke sombermans postrock. Ze maken ook een beetje dezelfde ontwikkeling door. Op deze derde cd ligt namelijk ook meer de nadruk op het inzetten van strijkers en piano om niet alleen broze stem van Attwood te ondersteunen, maar ook om heerlijk verder mee te dwepen. Probeer maar eens “Sleeping Through A Storm”. Zonder de postrock clichés en met de strijkers blijft Blueneck prima overheid en wint het juist aan spanning.
mij=Denovali / Cargo
4 reacties