Het lijkt een variant op het verhaal van die verhuizer. Op z’n vijftigste debuteren met een fantastisch album vol huisvlijt, geschreven in het kantoortje van zijn bedrijf. Rauw, basaal en vol met fantastische verhalen over de zelfkant. Bij Big Harp gaat het om een echtpaar, Chris Senseney en Stefanie Drootin-Senseney. Pas na een aantal jaren getrouwd te zijn en intussen ook kinderen te hebben gekregen, besluiten ze hun zelf geschreven liedjes op te nemen. Even basaal en even vol met mooie verhalen vol ongeluk en droefenis. Waar Johnny Dowd – over hem had ik het uiteraard – het echter zoekt in blues en kale rock, speelt Big Harp folk. Soms met een buiging naar country, soms knipogend naar puntige rock ‘n’ roll. Chris Senseney heeft een braampje op zijn stem, waar Johnny Dowd een vervaarlijke kraak heeft, maar een geweldige gitarist is ook Senseney niet. Wel weet hij wat hij doet: de soms al te brave liedjes uit hun keurslijf scheuren door een ruige lick of weerbarstige solo te spelen. Met White Hat heeft de familie Senseney geen wereldschokkende plaat afgeleverd, wel een fijner album dan menige act in een dure studio voor elkaar krijgt.
mij=Saddle Creek / Munich
4 reacties