Pleuropsonic. Zo staat het festival bekend bij de locals in Groningen, die vier dagen lang hun stad ingenomen zien worden door honderden voornamelijk mannen met beginnende baarden en moeilijke brillen, op zoek naar the next big thing. Ook wij zijn weer van de partij, inclusief moeilijke bril en stoppels.
In de Schouwburg wordt de vrijdagavond afgetrapt door een bijzonder stelletje Belgen: Amatorski. Zangeres Inne Eysermans ziet er uit als een jongetje, waarbij haar vormloze pinguintrui niet bepaald helpt. Gelukkig heeft ze een stem en een aandoenlijke schuchterheid die veel goedmaakt. De muziek van Amatorski valt ergens tussen Sigur Ros en The XX en maakt grote indruk. Eysermans moet nog wel even aan haar topografie werken. Nadat ze vertelt dat de band uit het land komt van ‘the government’ en ‘the fries’ zegt ze blij te zijn in ‘Friesland’ te kunnen spelen. Het grapje wordt zo verlegen en schutterig gebracht dat het de meeste toeschouwers niet eens opvalt.
mij=Door: Gr.R. en Bert. Foto's: Storm en Bart
De eerder genoemde moeilijke brillen en stoppels moeten nog wat loskomen als de Noren van 120 Days op het podium van Coldplay komen. Er wordt goedkeurden geknikt als de proggy elecrodance losbarst, maar de voetjes gaan nog niet van de vloer. Er valt ook genoeg te beluisteren, want de heren zijn creatief met synthesizer en halen hun invloeden uit de vroege jaren zeventig, met ondersteuning een echte bass en live percussie. Zet ze later op de avond en de voetjes gaan daadwerkelijk van de vloer! Bij God is an Astronaut wordt wel gedanst. Vera barst uit zijn voegen voor de eerste hype van de avond en dat blijkt terecht. Postrock blijkt namelijk nog steeds niet dood te zijn. Helemaal niet als het gespeeld wordt door deze Ieren. Ze staan met zijn vieren op een rijtje en mede door gothy toetsenpartijen komt het boven de gemiddelde postrock uit. De zessnarige Dream Theater-bas is wat overdone, maar dat wordt gecompenseerd de Angus Young-attitude van gitarist Torsten Kinsella. Er komt ook regelmatig een AC/DC solo langs. God is an Astronaut heeft samen met And So I Watch You From Afar een kleine niche in de postrock uitgehakt en dat bevalt goed.
Om de hoek in de Muziekschool staan inmiddels de vier onooglijke Denen van I Got You on Tape. Het geluid is snoeihard en achterin de zaal is het aanzienlijk drukker dan voorin, afgezien van de drie cameramannen van de WDR die blijkbaar wel veel zien in deze band. De band speelt strak en vooral de zware, gedreven zang van knuffelbeer Jacob Bellens is erg fraai en doet sterk aan David Bowie denken. Helaas loopt, waarschijnlijk vooral door de statische podiumpresentatie, de zaal snel leeg.
En die mensen lopen niet naar Vindicat, want bij het Duitse Talking to Turtles is het ook al niet druk. Het is ook allemaal niet zo spannend wat ze doen. Een zanger met baard en een muts die hij ook binnen ophoudt en een zangeres met moeilijke bril die wat bijbeunt op de trekharmonica. Dan heeft u vast al wel een beeld. De countryfolk, blijft ondanks de toch wel redelijke stem van zanger Florian Sievers, niet hangen.
In het altijd te volle bovenzaaltje van het Grand Theatre zit de Zwitserse Anna Aaron verwoede pogingen te doen om het publiek enigszins enthousiast te krijgen voor haar toch wel behoorlijk experimentele muziek. Een blik in het aanwezige publiek toont goed aan hoe enorm lastig dit soort showcasefestivals moeten zijn voor beginnende artiesten. De zaal zit vol met serieuze, enigszins vermoeide koppen en zo hier en daar wordt al ongegeneerd gegaapt. De constante in- en uitloop van mensen helpt ook niet. Toch slaat Aaron zich er kranig doorheen en weet ze indruk te maken, vooral in de wat ruigere momenten.
In de benedenzaal van het Grand Theatre weet even later de blonde Zweedse stoeipoes Tove Styrke vooral de voorste rijen fotografen helemaal gek te maken. Niet gehinderd door een goede stem of sterke songs moet Styrke het vooral hebben van haar looks en de gespeelde uitdagende poses die ze aanneemt op strategisch opgestelde trapjes voorop het podium. Het heeft allemaal een hoog Samantha Fox-gehalte en Styrke lijkt vooral voor de aanwezige camera's te spelen. Het is heerlijk sleazy maar het publiek houdt het na enkele nummers massaal voor gezien.
Een trapje op en we gaan van sleazy Zweeds naar oerdegelijk Brits. De zusjes van The Webb Sisters spelen met broer Brad op percussie een prachtige set. Zelden twee stemmen zo mooi samen horen gaan. De vraag is wat de zussen nog doen op een showcase, ze hebben al met Leonard Cohen gespeeld en zullen het zonder Eurosonic ook prima gaan redden. Ook de cover van Tracy Chapmans “Baby Can I Hold You Tonight” is prachtig. Eerste echte hoogtepunt van de avond.
In Huize Maas is ondertussen Wallis Bird begonnen. Deze frêle Ierse is een zekerheidje voor uw festival. Ze gaat altijd volle kracht veruit blijft schrijven aan een indrukwekkend oeuvre. In haar enthousiasme neemt ze een, vaak sceptisch, Huize Maas volledig voor zich in. Zolang Ani DiFranco maar niet naar Nederland wil komen, doen wij het wel met Wallis Bird en dat is bepaald geen straf.Door een lange rij voor de Vindicat horen we alleen de laatste klanken van The Computers. Gezien het dolenthousiaste publiek binnen is dat. Na de uitroep 'may the spirit of rock 'n' roll be with you!' verlaat zanger met een oerkreet door de achterdeur.
Rococo bestaat uit drie oerhollandse meiden die het vooral heel gezellig hebben samen. Muzikaal rammelt het nogal, maar eigenlijk isdat wel aandoenlijk. Een bas met drie snaren, een gitariste die continu op de puntjes op de hals kijkt of ze wel bij de juiste fret zit… het kan allemaal en zorgt voor een vooral charmant optreden. Quote van de avond komt van de zangeres na het stemmen van haar drie bassnaren: 'Zo, ik ben goed gestemd'. Rococo gun je gewoon het beste in de wereld.
Een klein pluspuntje in het Groningse is de bierprijs. In vrijwel iedere zaal reken je € 2 af voor een pilsje en in Gronings erkende rockhol Vera is het zelfs nog goedkoper. Daar kost een groot glas bier nog net geen € 3. Daar kunnen ze in de erkende poptempels in die land nog wat van leren. Dat grote glas bier hebben we ook wel nodig om de psychedelica van Thulebasen weg te spoelen. De twaalfsnarige elektrische gitaar ziet er interessant uit, maar ze doen er te weinig mee. Teveel experiment kan een optreden ook doodslaan. Zo her en der klinkt er wat bekends, ik hoor Nirvana langs komen, maar we kunnen er vaak geen touw aan vast knopen. “Ontregelend”, schiet me te binnen als we weglopen…
Kleine meisjes worden groot. Heel groot. Exact drie jaar geleden zagen we, op Eurosonic, een klein verlegen meisje met een te grote gitaar een puike soulset weggeven. Drie jaar later is Selah Sue niet zo verlegen meer en speelt ze een larger-than-life set op de Grote Markt. Het kan snel gaan als je eenmaal op Eurosonic gedebuteerd bent. Maar persoonlijk zag ik liever de soulset, want nu neemt het soms wat groteske vormen aan.
Bij een bandnaam als Death Crush verwacht je natuurlijk al geen jazzcombo, maar dat de twee Noorse dames en heer zo heftig zouden zijn, had ik niet verwacht. De band betreedt het podium op de klanken van Snoop Dogg en speelt een smerige, agressieve set. De dames staan meer voor het podium dan op het podium en dagen het aanwezige publiek ook behoorlijk fysiek uit. Niet verrassend dat ze al door bands als Sleigh Bells op sleeptouw genomen zijn, al zal het niet lang meer duren voordat ze zelf hun support kunnen uitkiezen. Fantastisch optreden!
De bovenzaal van De Spieghel is inmiddels omgetoverd tot een heuse gaybar door de discobeats van Bitches With Wolves. Voorman James O'Neill doet denken aan een jonge Andrew Ridgeley en zijn maniertjes komen rechtstreeks uit de Wham-clips. Het is zo over the top dat het leuk wordt, vooral omdat O' Neill het zelf allemaal bijzonder serieus lijkt te nemen. Ook I Heart Shark, speelt hier boven en heeft ook goed naar deze clips gekeken. Deze Duitsers grossieren in electropop met invloeden van Alphaville en Munchener Freiheit, maar het is bijzonder dansbaar. De vloer deint dan ook aardig mee met de band. Het duitse accentje van de zanger Pierre Bee is dan ook een pre. Hij verontschuldigt nog voor het Duitse refrein van de afsluiter, maar iedereen brult even later mee met “Und das ist die neue Geschichte” mee.
De bovenzaal van het Grand Theatre is eigenlijk de enige zaal waar je fatsoenlijk kunt zitten, want een echte theaterzaal. Het grote voordeel hiervan is dat je wat geconcentreerder naar een artiest kunt kijken. En dat past wel bij Mesparrow. Deze Française doet alles in haar eentje en er staat dan ook een bak elektronica op het podium. Veel gesamplede stammen en basale toetsenpartijen, die een beetje doen denken aan Yazoo. Marion Gaume, zoals ze in het dagelijkse leven heet, heeft ook een mooie donkere stem, alleen is ze vocaal wat flexibeler dan Alison Moyet. Het optreden is fijn rustpunt in de hectische avond van de eerste dag van Eurosonic.
Als je MossMossMoss in een kerk zetzetzet, dan krijg je dus precies wat je verwachtachtachtacht: een bak galm. Ik keek uit naar dit optreden, want ik was erg benieuwd naar de nieuwe nummers, maar het kwam helaas niet uit de verf. Ze zullen vast nog wel gewoon gaan toeren, dus dan gaan we in de herkansing. Ook in de grote zaal van het Grand Theatre stond het echoapparaat aan, maar dat hoort natuurlijk bij reggae. Bij IJslandse reggae zelfs! Eurosonic is van alle markten thuis. Fijne oldskool reggae en de blazers zijn een fijne aanvulling. De heren van Hjálmar zien er uit als ze rechtstreeks uit Sigur Ros komen, maar ook zonder dreads kun je de zon laten schijnen op IJsland.
LaFaro mag vervolgens de eerste avond van Eurosonic afsluiten en dat doen deze Ieren met verve. De heren kijken niet op een onsje kabaal meer of minder en putten uit alle denkbare rockstromen. Mocht de stof van kerst en oud en nieuw nog niet weggeblazen zijn, na deze eerste dag, dan gebeurt het nu wel. Vrolijk natollend verdwijnen we de nacht weer in. En er komen er nog twee! Mooi festival, dat Eurosonic…
Zo niet eens wat betreft Tove. Maargoe, dat wist u waarschijnlijk al 😉
Zo niet eens wat betreft Tove. Maargoe, dat wist u waarschijnlijk al 😉
Ah, helemaal gemist dat 120 Days in het land was… En ik zat onderhand al 5 jaar op een optreden in Nederland te wachten.