Ongrijpbare bands, de vloek der recensenten. Gardens & Villa is er zo een. Zelfs de merkwaardige groepsnaam lijkt al een hint. Het kostte me een week om hun titelloze debuutalbum een plekje te geven, in zowel hart, oren als pen. De oplossing? Gardens & Villa is echt een groep voor Asthmatic Kitty. Eenzelfde soort hoekige Jookabox-indierock, een beetje funky (“Orange Blossom”), een beetje prog, nog wat meer folk, en vooral héél erg the Yeasayer-sound of now. Het ene moment synths, het volgende dwarsfluiten. En alles met een flinke portie zelfverzekerdheid gebracht. (De motiefjes in “Thorn Castles” doen pesterig ‘nanana’.) Waar het Gardens & Villa nog aan ontbreekt is een liedje dat je onthoudt nádat het album is afgelopen. Tekenend is de slottrack, die in mijn oren óveral had kunnen staan. Op de shuffle-stand zou het album niet veranderen.
Hundreds leek aanvankelijk ook niet voor één gat te vangen, maar dat lag enkel aan ondergetekende. Ik dacht: nou nou, hoeveel subgenres van indie-elektronica kun je bestrijken? Blijkt het een remix-album! Valsspelers. Toch bewijst mijn faux-pas dat dit een geslaagde release is. Een goed remix-album kent wat mij betreft géén doublures, blijft op behapbare albumlengte én kent een consequente sfeer. Ondanks de variaties geloofde ik ten slotte na bijna tien luisterbeurten nóg dat dit een regulier album van één band was. De groep bestaat uit broer en zus Milner uit Hamburg, die slowcore met elektronica vermengen. Het variatierooster gooit daar niet onverwacht stevigere beats, méér vocalen, en gitaren overheen. En dat werkt. Of men nou postpopt of dubstept. De laatste twee contributies zijn het mooist. Get Well Soon opent na al die wavy onderkoeling het pathos-raam, voor een bezwerend vergezicht waarin krekeltjes de duisternis inluiden. Touchy Mob sluit de plaat dansend af, met kekke hitparade-synths. En zelfs na elkaar, kloppen die twee uitersten hier gewoon.
mij=Secretly Canadian & Sinnbus/Rough Trade
4 reacties