De afgelopen decennia zijn er voor het grote publiek maar weinig opvolgers van de ‘grote’ bluesgitaristen in beeld gekomen. Lange tijd waren het Walter Trout en Jeff Healey die de eer hoog moesten houden en Joe Bonamassa is er de laatste jaren in geslaagd zich op de kaart te zetten, maar dan houdt het voor het grote publiek wel op. Inmiddels dient zich een nieuwe naam aan: Philip Sayce. Hij bouwde het rustig op, door het vak te leren in de bands van Uncle Kracker en Melissa Etheridge, maar hij timmert nu steeds nadrukkelijker aan de weg als solo-artiest. Steamroller is inmiddels zijn vierde solo-album. Het is in alles een typisch bluesrockalbum. Veel, heel veel gitaar en een niet te gepolijste stem. Daar is niets mis mee, in de bluesrock is kennis van de geschiedenis een aanbeveling. Toch zijn er wel wat opvallende zaken. Zo doet Sayce wel degelijk veel met zijn stem, bijvoorbeeld door van tijd tot tijd een kopstem te gebruiken. “Stung By A Woman” doet daardoor en door de klank van de drums sterk aan de Stones denken. “Beautiful” had dan weer bijna gezongen kunnen zijn door Lenny Kravitz. Op andere momenten wordt er met een gruizige vervorming weer een ander stemgeluid gecreeerd, zoals in “The Bull”. Daardoor is de zang van Sayce veel gevariëerder dan je meestal op bluesrockplaten hoort. Je hoort in bijna elke track wel voorbeelden uit de bluesgeschiedenis doorklinken, maar het blijft wel hoorbaar origineel materiaal. Eerder hommages dan klakkeloos nadoen dus, en daar is niks mis mee. Sayce laat een breed palet aan stijlen horen zonder de blues helemaal los te laten en slaagt er zo in van Steamroller een gevarieerde plaat van een constant (hoog) niveau te maken. Sayce wordt een van de groten in de nieuwe generatie bluesgitaristen, wat ik u brom.
mij=Provogue
4 reacties