Zal ik er maar meteen een boude vergelijking uitgooien? Komt 'ie: Julian Sas is een beetje de Nederlandse Joe Bonamassa. Een harde werker die goud geld zou kunnen verdienen als sessiemuzikant, maar in plaats daarvan kiest voor de bluesrock. De échte bluesrock, wel te verstaan, geen gladde variant. Met als helden Jimi Hendrix, Stevie Ray Vaughan en Rory Gallagher moet dat ook wel goed komen, natuurlijk. Sas heeft bijna drie jaar gezwoegd op nieuwe nummers en het ene na het andere nummer weggegooid om opnieuw te beginnen en is op Bound To Roll op negen eigen nummers en drie covers uitgekomen. De covers zijn Rory Gallaghers “Shadow Play”, Humble Pie's “30 Days In The Hole” en Dylans “Highway 61 Revisited”. Hij hep wel lef, kun je dan zeggen. Jup, en hij slaagt. Misschien nog belangrijker: zijn eigen songs detoneren daarnaast niet. Het Michael Katonachtige titelnummer is bijvoorbeeld erg fraai. Sas is misschien niet de beste zanger, in de bluesrock draait het om andere zaken. Een ritmesectie bij een gitarist als Sas valt pas op als 'ie níet functioneert, maar bassist Tenny Tahamata en drummer Rob Heijne leggen een strakke basis voor Sas' zang en vooral diens lekker traditionele gitaarwerk. Is er dan niets op aan te merken? Jawel hoor, dat Hammondorgel had er van mij vaker bijgemogen. Bovendien grijpt Sas in zijn teksten wat vaak terug op versleten bluesclichés. In het Lynyrd Skynyrd-achtige “Ain't Backing Down” valt dat nog het meest op. Maar laat ik positief afsluiten: de Julian Sas Band heeft met Bound To Roll wel gewoon een heerlijke bluesrockplaat afgeleverd.
mij=Cavalier
4 reacties