Nietsvermoedende, winkelende voorbijgangers vergapen zich aan de Haagse Grote Markt dat feestelijk is aangekleed met een podium, eettent ('Wok The Line') en grote witte banners. Het plein is gemoedelijk gevuld met festivalgangers en indieliefhebbers van alle soorten en maten, die dankbaar het waterige zonnetje meepikken dat over de gevels komt. Het podium is de middag gevuld met gratis te beluisteren acts die 's avonds ook op de podia staan. De Grote Markt is het hart van Walk The Line, een compact festival dat elk jaar meer wint aan formaat en betekenis.
mij=Door: Ramon. Foto's: Dennis.
Mijn avond begint in De Supermarkt, waar The Hickey Underworld de temperatuur per gespeelde minuut één graad laat stijgen. Het is een wat benauwd hok, die Supermarkt, maar gelukkig zorgt de gierend stevige rock van de sympathieke Belgen voor een aangename luchtverplaatsing. De eerste twintig minuten vliegen voorbij, waarin opvalt dat het viertal hun soms meedogenloze, rauwe geluid verpakken in uiterst pruimbare popmelodieën. Toch weet The Hickey Underworld het furieuze, ijzersterke begin niet de volle drie kwartier vol te houden. Halverwege zakt de energie wat in, begint het eenvormige geluid en de dito songstructuren op te vallen en in de finale weet de band de Supermarkt net niet tot het kookpunt te brengen.
In Het Nutshuis is inmiddels Treetop Flyers gestart met hun tijdloze melanchorootsrock. Het is op het eerste oog een wat bedeesde, degelijke en wat ouderwetse band, maar schijn bedriegt. De band weet op pure kwaliteit te overtuigen, maar ook door de mooie, fijnschuurpapieren stem van zanger Reid Morrison die een gevoelige snaar weet te raken. De voor het eerst gespeelde nummers van het komende debuutalbum verraden dat deze naast pure southern rock ook een flinke dosis soul zullen bevatten. En juist dàt geeft de band een mooie, broeierige spanning mee die we ook horen bij grootheden als Jonathan Wilson en My Morning Jacket. Treetop Flyers grijpt de zaal en dat zij indruk weten te maken is eenvoudig te toetsen aan de Wet van Smeets: tot achter de geluidstoren gaan de handjes de lucht in.
Willy Moon begint twintig minuten te laat in De Supermarkt, maar haalt de verloren tijd in door een ultrakorte, maar zeer vermakelijke set te spelen. Als de band opkomt denk je in een theateract te zijn beland. Willy Moon, glibberige dandy in een wit kostuum, laat zich bijstaan door een korzelige nerd die draaitafels en knopjes bedient, een stevig meppende drumchick en een duizelingwekkend sexy gitariste in een nietsverhullend strak stoeipakje. Maar de sleazy, vetgeriffte tweeminuten-garagerocktracks in een ultramodern hipperdepip jasje zitten vol vernuft en zijn zeer veelzijdig. Moon zingt, praat, spuugt, gromt en grauwt zijn teksten alsof een nieuwe, moderne Lux Interior is opgestaan. Iets geforceerd komt het allemaal nog wel over, maar de hele aanpak van deze band, zowel muzikaal als visueel, is veelbelovend.
Beth Jeans Houghton is een verschijning waar je je ogen niet vanaf kunt houden, maar dan op een andere manier dan bij de pornogitariste van Willy Moon. Deze mooie dame heeft stijl, heeft iets breekbaars maar is tegelijk ook ongrijpbaar en wat afstandelijk. Kortom, fascinerend. Haar geluid is erg te vergelijken met Laura Marling. Samen met haar band Hooves Of Destiny maakt ze keurig verzorgde, zwierige folkliedjes. Vaak mooi en verrassend, maar soms ook enigszins klinisch en afstandelijk. Wanneer met name in haar zang op onverwachte momenten de geest van Kate Bush langswaart, gaat er een onaangename rilling over mijn rug. De muziek van Beth Jeans Houghton is al net zo ongrijpbaar als haar verschijning.
De Zwarte Ruiter is al redelijk gevuld als het New Yorkse Oberhofer een start wil gaan maken met hun allereerste Europese optreden. Ze zijn jong, jetlag heeft geen vat op hen en ze hebben er zin in, maar de techniek zit niet mee. Het is niet de eerste keer vanavond dat we de techniek zien falen en dat soundchecks veel langer moeten duren dan gepland (het 'Haags kwartiertje', zo grapt men). Door het wachten blijft het dus nog even speculeren wat deze band live kan waarmaken wat op het matig geproduceerde album Time Capsules II niet helemaal goed uit de verf is gekomen. Oberhofer kan beter, en dat blijkt ook zo te zijn als het viertal vanavond losgaat. Wat een heerlijke, aanstekelijke band is dit. De rammelend Strokesiaanse en charmante Kooksy liedjes, ook de wat mindere, doen het live uitstekend en zanger/gitarist Brad Oberhofer is een fijne gastheer. Het bandje zet een prettige geluidsmuur neer, met een bijzondere gastrol voor de gitaarversterker van Brad, die na elke welgemeende trap van zijn eigenaar een gemeen reverb crash-geluid laat horen. Oberhofer, de live versie, is de ontdekking van de avond.
Dat Pulled Apart By Horses live iets teweeg kan brengen was al bekend, maar dat de grijns op mijn gezicht bij het verlaten van de zaal na afloop van hun optreden zó breed zou zijn, had ik niet verwacht. Deze jonge lawaai-Britten lijken op achteloze wijze de meest strakke hardcoreriffs en breaks uit hun vingers te toveren, met een absolute glansrol voor de -volgens de band driehandige- langbebaarde drummer Lee Vincent. Muzikaal, met al z'n invloeden vanuit de hardcore, grunge, punkrock en Dinosaur Jr. een absoluut feest, maar de rauwe energie en opwinding dat dit viertal teweeg brengt maakt het optreden tot een dikke 10. Zanger Tom Hudson gebruikt de hele zaal, terwijl gitarist James Brown met name de hoogte ingaat en al spelend een dodensprong maakt van drie meter hoogte. Als de band klaar is geeft het publiek elkaar high-fives en schudt men het zweet uit de oren. Snel boeken voor Lowlands, deze band.
Eigenlijk moet er na zo'n machtig hour of power van Pulled Apart By Horses helemaal niets meer zijn. Maar inmiddels is in de stampend volle grote zaal van 't Paard dagafsluiter Bombay Bicycle Club reeds begonnen en dat vraagt om even te schakelen. Dat duurt een paar nummers, maar gaandeweg stijgt mijn bewondering voor dit bandje. Of zeg maar gerust: band, want Bombay Bicycle Club is inmiddels volwassen geworden. Dat blijkt uit het songmateriaal, dat bulkt van de sterke songs en hits. Het blijkt ook uit het uitgebreide instrumentarium, een toegevoegde zangeres, het onberispelijke geluid en de uitgekiende setopbouw. De professionaliteit straalt er vanaf. Het Walk The Line-publiek geeft zich in ieder geval gewonnen. De grotere festivalweides lonken voor Bombay Bicycle Club. Deze band is klaar voor de grote doorbraak.
Eén avond, vijf uur, zeven bands, waarvan geeneen slecht scoort. Dat noemen we een topavond. Kijken wat de tweede dag gaat brengen.
4 reacties