Frank Ocean – Channel Orange

Frank_Ocean_-_Channel_Orange.jpgAls u een beetje de muziekjournalistiek volgt, dan is het u ongetwijfeld opgevallen dat we een nieuwe hype hebben. Want geen artiest is zoveel in beeld geweest bij de muzikale pers als Frank Ocean. Zoveel dat Kanye West er ongetwijfeld bleek van gaat zien, en die dacht nog wel verzekerd te zijn van de voorpagina’s door het aan te leggen met Kim Kardashian. Nee, Frank demarreerde uit de kopgroep door ouderwets uit de kast te komen. Dit min of meer geholpen door zijn laatste werkje: Channel Orange. Een Engelse recensent ontdekte dat in een aantal nummers het object van de liefde in de mannelijke vorm toegezongen werd en Ocean kon niet anders dan toegeven dan dat dat klopte. Daarmee haal je de headlines en dat is prettig als je een plaat te verkopen hebt. De vraag is echter of hij dat nodig had. Want als ik de recensies zo eens lees, dan had die plaat het op eigen kracht ook wel gered. Lovend is een understatement, lyrisch komt in de buurt en er wordt met zoveel maximumscores gegooid dat, ware Ocean een turner, hij in Londen goud had gepakt op alle toestellen. Als een album zulke scores krijgt, dan wordt mijn interesse gewekt. Het feit dat de huidige single van een van mijn favorieten, The Afghan Whigs, een cover van een Frank Ocean nummer is, namelijk Lovecrimes, al helemaal. Maar die scores mogen mijns inziens alleen maar gegeven worden voor een genreoverstijgend album. En laat ik nu totaal geen R&B-fan wezen, maar wel geïnteresseerd in allerlei muzikale subculturen, dus wellicht kan ik licht schijnen op de stelling dat Channel Orange een superb, genreoverstijgend album is, zoals de recensies doen vermoeden.


Dat ik in mijn intro Kanye West erbij sleep is niet geheel toevallig. Toen in 2010 West’s My Beautiful Dark Twisted Fantasy uitkwam, gebeurde iets soortgelijks als bij Frank Ocean. Ook die kreeg laaiend enthousiaste recensies en ik hoorde muziekliefhebbers vanuit allerlei onverwachte kanten opemrkingen over de plaat maken. En als je King Crimson’s “21st Century Schizoid Man” sampelt én daarmee weg komt, dan kun je een potje breken. In ieder geval bij mij. Frank Ocean flikt iets dergelijks. Het hoogtepunt van Channel Orange is het bijna tien minuten durende “Pyramids”. Tien minuten, dat klinkt sowieso al als progrock avant la lettre, maar er zitten puike tempowisselingen in en ergens halverwege zit een keyboardbreak die me constant aan The Flower Kings doet denken (“A King’s Prayer” van mijn Flower Kings-favoriet Space Revolver). Indachtig de progfilosofie een stukje Egyptische geschiedenis uitgewerkt, hence de titel, met in het bijzonder aandacht voor Cleopatra en haar liefdesleven. Terwijl het na de break gaat over de vergankelijkheid van de liefde als Ocean verhaalt over de goedkope liefde van een hoertje dat zich klaar maakt om naar haar Club Pyramids te gaan. De opbouw, de afwisseling, de thematiek, de muziek, de zang van Ocean, alles klopt in dit nummer en het is het hoogtepunt van het album. Een nummer dat je uren achter elkaar kunt draaien om de verschillende lagen te ontdekken dat eigenlijk, ondanks de tien minuten, toch te kort is. Zoals een goed prognummer.
Het is overigens de enige progreferentie op de plaat. Althans als nummer. De plaat zelf is als een soort van conceptalbum opgedeeld in verschillende delen die van elkaar gescheiden worden door een soort hoorspelachtige tussenstukjes, die voor de nodige afwisseling zorgen. En dat is wel nodig, want niet alle nummers blijven even goed hangen als “Pyramids”. Want ondanks de soms kale instrumentatie en het feit dat Ocean echt goed zingt, staan er op Oceans album toch een aantal nummers waarin hij mijns inziens te gemakkelijke trucjes gebruikt. De overlap van gezang en gepraat op “Sierra Leone” kan eigenlijk sinds Barry White al niet meer, mede doordat Ocean daar ook niet zwoel genoeg voor klinkt. Daar waar Ocean voor een jazzy begeleiding kiest gaat het niveau omhoog en hoor ik soms Steely Dan langskomen. Het cheezy “Fertilizer”, een van de breaks, mag van mij wel langer duren dan 40 seconden.
Zoals gezegd is het hoogtepunt van de plaat “Pyramids” en dat nummer staat ongeveer halverwege de plaat. En gek genoeg opent de plaat zich ook vanaf daar. Het begin is duidelijk gericht op de R&B markt en hoe verder je op de plaat komt, hoe meer het experiment gezocht wordt. De galmende ballad “Bad Religion” hoor ik nog wel eens door Muse een festivalweide opgeslingerd worden en “Forrest Gump” is dermate catchy dat u die maar een keer hoeft te horen om mee te zingen en doet zelfs een beetje aan Patrick Watson denken. Andre3000 zorgt voor wat hiphopinvloeden in “Pink Matter”, waarin ook een bescheiden rockgitaartje soleert.
Channel Orange duurt al met al ongeveer een klein uurtje en is dus een afwisselende plaat. De opbouw, in verschillende delen, met een soort van breaks ertussen, zorgt voor consistentie en het feit dat de plaat hoe verder hoe beter wordt, zorgt ervoor dat ik in ieder geval blijft luisteren. De plaat heeft overall een fijn lounge-achtig gevoel, dat het goed doet als je met de kop in de zon zit. Ik kan me voorstellen dat ik’m in de winter minder snel opzet. Op “Pyramids” na dan en wellicht “Bad Religion” en “Forrest Gump” en dat is uiteindelijk de makke van de plaat. De plaat heeft een aantal momenten waar ik als rockliefhebber en R&B-scepticus dolenthousiast van wordt, maar uiteindelijk is het op een heel uur toch net te weinig. Ik snap de enthousiaste recensies, maar ik ga er niet helemaal in mee. Channel Orange is voor mij niet de genreoverstijgende plaat waarop ik gehoopt had en die mij de R&B in zou trekken. De plaat zal wellicht net de top tien van mijn jaarlijst bereiken, vooral op basis van het slot. Echter, veel betere nummers dan “Pyramids” zullen er dit jaar niet meer gemaakt worden. Dat dan weer wel…

4 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven