'Bam! Bob Dylans allerbeste plaat!', kopte De Volkskrant, de woorden van recensent Gijsbert Kamer aanhalend. Tempest de beste plaat uit ’s mans carrière? (En meteen maar de lelijkste hoes van die pak ‘m beet 35 albums.) Dus beter dan Bringing It All Back Home, beter dan Highway 61 Revisited, beter dan Blonde On Blonde, beter dan Desire, beter dan Time Out Of Mind. De reacties logen er dus ook niet om. De grappigste ingezonden brief vergeleek Tempest met het werk van Nico Haak. Tsja. Tussen de twee uitersten vind je mijn mening. (Dylan heeft lelijker hoezen afgeleverd, Self Portrait bijvoorbeeld.) Om te beginnen is het een klein mirakel dat de oude bard die het live allang niet meer kan waarmaken met zijn mompelende oude mannengekras, zijn eeuwige nieuwe arrangementen en zijn rare houding tegen zijn publiek, een goede nieuwe plaat aflevert. Toch heeft hij dat gedaan, eentje die perfect past na Love and Theft en Modern Times. Elk nummer lijkt het er eentje uit het oude Amerikaanse songbook, afkomstig van backporches, juke-joints en andere plekken waar in de eerste decennia van de vorige eeuw muziek gemaakt werd. Of het nu om folk, rock ‘n’ roll, blues of country gaat, Bob Dylan klinkt alsof hij een van de founding fathers van deze genres is en de klassiekers zo uit zijn mouw schudt. En zowaar zitten er een paar tracks tussen die tot de allermooiste uit zijn oeuvre behoren. Het hartverscheurende “Soon After Midnight”, het woedende “Pay In Blood”, het bijna een kwartier durende “Tempest” en vooral “Roll on John”, het afsluitende nummer over John Lennon. Een vergeten Nederlandse niets-aan-de-handzanger vergelijken met Dylan is uiteraard een gotspe. Dylans allerbeste? Daarvoor zijn deze tien nummers nog te jong, Maar Tempest is wel de plaat van het jaar tot nu.
Mij=Columbia
4 reacties