De festivalsfeer van eind jaren zestig, begin jaren zeventig herleeft vrijdagavond op Into The Great Wide Open. Het Canadese The Deep Dark Woods klinkt namelijk als een kruising tussen The Band en Grateful Dead. De band komt uit Saskatoon en klinkt zoals ik me voorstel dat het landschap er daar uitziet: weids, melancholisch en beeldend. Zanger Ryan Boldt zingt dertien kleine verhaaltjes op The Place I Left Behind, het vierde album van The Deep Dark Woods. Smachtend en weemoedig zingt hij over de grote zaken des levens zoals de pijn van een gebroken hart, oorlog (“The Banks Of The Leopold Canal”), vervreemding (“Big City Lights”) of gewoon het leven zelve dat niet altijd meevalt (“Oh, What A Life”). Boldt wordt vocaal meerstemmig bijgestaan door zijn bandmaatjes en dat maakt de gelijkenis met de genoemde bands nog treffender. Toch klinkt The Deep Dark Woods niet als een kopie maar zijn ze er in geslaagd een eigen, eigentijdse versie van alt.country te laten horen. Veel ruimte is er voor instrumentale intervallen en mooie gitaarsolo's en er is een prominente rol voor het orgeltje van toetsenist Geoff Hilhorst. Het album bevat zelfs een heuse murder ballad (“The Ballad Of Frank Dupree”) en een van de mooiste alt.countryliedjes die ik dit jaar gehoord heb (“Never Prove False”). Als locatie voor het optreden op ITGWO staat 'naar buiten' op de website van het festival. Festivalgangers, ga vrijdagavond into the deep dark woods van Vlieland en geniet van de prachtige melodieuze en melancholische alt.country misère van deze Canadezen.
mij=Sugar Hill
4 reacties