'He who laughs last, simply laughs the longest'
Zware kost, I Like Trains is er niet vies van. Nooit geweest ook. Hun de muziek van deze inwoners van Leeds mag dan misschien in de basis mistroostig klinken, voor mij leveren hun platen eigenlijk altijd ook iets positiefs op, een soort focus en afzondering waar ik nogal eens behoefte aan heb. The Shallows heeft dat misschien nog wel meer dan al zijn voorgangers bij elkaar. Het is een album dat rust brengt, ruimte om je te concentreren en je focus te herpakken. Ik luister ook liever naar de stem van de frontman van I Like Trains, Dean Martin, dan naar die van The National (Matt Berninger) en Editors (Tom Smith). Dat gaat vast ook hand in hand met het feit dat de muziek van I Like Trains mij meer brengt, muziek om te overdenken zo gezegd. Onheilspellend, donker, maar wel met altijd een sprankje hoop en ontwikkeling. Net als I Like Trains zelf, want op The Shallows heeft de band zich een meer elektronisch geluid aangemeten dan op zijn meer post-rock georienteerde voorgangers, zonder daarbij zijn roots te verliezen. Of zijn diepte. Alleen al hoe het synthi intro van “We Used To Talk” een mooie bodem legt voor een nummer dat zich in vijf minuten blijft ontwikkelen rond een ogenschijnlijk simpel ritme, boeit me oneindig veel meer dan het gros van de muziek die ik het afgelopen jaar gehoord heb. The Shallows vergt misschien iets minder van zijn luisteraar dan zijn voorgangers, maar nog steeds is I Like Trains een band die energie levert door je eerst leeg te zuigen. Het is een waardevolle, uitermate rendabele investering.
mij=ILR / Bertus
4 reacties