Neal Schon mag dan tegenwoordig vaker in de roddelkolommen opduiken dan met Journey op de muziekpagina's, hij is en blijft natuurlijk in de eerste plaats een fantastisch muzikant. Op The Calling gaat hij twaalf tracks lang instrumentaal tekeer, bijgestaan op drums door Steve Smith (ex-Journey) en met verder ook medewerking op toetsen van filmcomponist Igor Len en Schons oude maatje Jan Hammer. Schon laat horen – voor wie dat nog niet wist – dat hij een buitengewoon goed en veelzijdig gitarist is. Van shred tot fusion tot gevoelige balladeske instrumentals, het komt allemaal voorbij. Waar andere gitaristen op dergelijke albums nog wel eens verblind lijken te raken door hun eigen technische kunnen, weet Schon het in uitstekende songs met een kop en een staart te gieten. Op enkele songs hoor je Schon bewust de stijl van andere gitaristen opzoeken. Zo had “The Calling” van Steve Vai kunnen zijn en is Steve Morses stijl herkenbaar in het intro van Irish Field en in Carnival Jazz. 'Fifty Six', een van de fusiontracks, is wat mij betreft het hoogtepunt van het album. Nou ja, het hoogste van de hoogtepunten op een album waar geen Vaalserberg te bekennen is. Alleen jammer van die lelijke hoes – had niet iemand een filtertje over die grauwe lucht kunnen halen? – maar goed beschouwd is dat het enige minpuntje aan The Calling. Dat zegt genoeg.
mij=Frontiers / Rough Trade
4 reacties