Toen het titelloze debuut van The xx er in 2010 vandoor ging met de Britse Mercury Prize roemde iedereen de band om de 'leegte' in de muziek. Kort daarop scoorde James Blake een ondenkbare radiohit met “Limit To Your Love” en even leek het of er een nieuwe trend was ontstaan in de popmuziek. Dat bleek nogal mee te vallen. Afgezien van Elbow met Build A Rocket Boys! kan ik geen grote voorbeelden voor de geest halen van het nieuwe minimalisme. Nu is er het tweede album van The xx zelf. De sound en de formule op Coexist zijn grotendeels hetzelfde als destijds. IJle gitaarlijntjes ondergedompeld in echo en galm, spaarzame bas- en drumpartijen en die slaperige zangstemmen van Romy Madley Croft en Oliver Sim, het is allemaal weer aanwezig. Producer en groepslid Jamie xx weet met elementen uit ambient dubstep, triphop, een vleugje oude Cure en een toefje David Sylvian een warme en tegelijk eenzame sfeer te creëren. Het niveau in. Het niveau is bovendien hoger dan dat van het debuut, omdat de songs met veel meer fantasie worden ingevuld. Sommige ritmetracks zijn composities op zich, zo uitgekristalliseerd zijn ze. Dat dit vanaf de eerste draaibeurt mijn favoriete zondagochtendplaat is geworden, is niet verbazingwekkend. Het is muziek om heel langzaam bij wakker te worden, alsof iemand nog even bij je onder de deken kruipt en het opstaan nog een tijdje uitstelt. 'And the feeling goes on, and on, and on…'
mij=Young Turks
Bij DWDD vond ik er geen kont aan, maar als je voor het het hele album gaat zitten dan valt het kwartje wel. Nice.