Van bruine ridder naar blanke bleekscheet, het lijkt een hele stap. Niet voor JD Pinkus, de bassist van The Butthole Surfers. Voor het eerst hoeft hij geen rekening te houden als muzikant met de fratsen van Gibby Haynes. Hij hoeft zijn versterkers niet meer af te dekken voor een pissende zanger op het podium. Nu kan Pinkus met zijn Honky doen wat hij het liefste wil als Texaan en dat is gierende superboogie produceren. Ergens tussen de herrie van Scratch Acid, Pantera, ZZ Top, Willie Nelson en Karma to Burn houdt Pinkus zich bezig met stoner- en hardrock speciaal voor mensen die houden van Zakk Wylde, Ted Nugent en zelfs Fu Manchu. En voor mensen die van de betere kroegrock houden. Dus, Nashville Pussy en Peter Pan Speedrock, verwelkom mister Pinkus met zijn Honky. Ga niet meer lopen zeveren over linkse idealen, krakersideeën en vieze, overgesubsidieerde podiumkunsten. Pinkus is en blijft een rechttoe-rechtaan-Texaan. Op een superdoeltreffende, eenvoudige wijze koppelt hij vuigheid aan energie. Boogie, hardbop en -blues, Honky draait er zijn hand niet voor om. Dus, wie de perfecte soundtrack wil bij een drankfestijn in een foute kroeg en om zijn oren geslagen wil worden met gierende gitaarsoli en hese vocalen, die schaft Honky direct aan.
mij=Suburban
4 reacties