Gemengde reacties las ik op de nieuwe plaat van Local Natives: van verwijzingen naar een mogelijke plaat van het jaar tot de conclusie dat het een herhalingsoefening betrof van hun debuutplaat, Gorilla Manor. Zelf heb ik vaker ervaren dat die tweede plaat altijd een moeilijke is: debuutplaten kunnen er vreselijk inhakken, en bij zo’n tweede weet je eigenlijk al wel wat je te wachten staat. Dat is bij Local Natives dan ook niet anders: Hummingbird is qua luisterervaring en geluid een mooi vervolg op Gorilla Manor, maar laat toch wel degelijk ontwikkeling horen. De hoge, Fleet Foxes-achtige, vocalen en het heldere, melodieuze gitaarfolkgeluid klinken bekend en tegelijkertijd weer enorm aangenaam. Openingsnummer “You & I” begint prima, met springerige, maar wel ontspannen, ritmes en hoge zang. Het rare is dat ik na een paar liedjes in een keer denk: 'Verdorie, ik zit met mijn ogen dicht en ik zie de hele tijd beelden van Efterklang voor me.' Het komt vast doordat Hummingbird zo'n zelfde fijne feel heeft als de laatste cd van die Deense favorieten. Op zo'n relaxte, natuurlijke wijze muziek maken, dat het lijkt alsof het niets kost. Ondertussen zijn de songs van deze Californiërs echter net zo geraffineerd en fijnbesnaard als die van Caper Klausen en de zijnen. Ontspannen en ingetogen (maar onderhuids broeierig) zorgt Local Natives voor een euforische luisterervaring. Dan raakt een song als “Wooly Mammoth” als ze het tempo opvoeren en de percussie wat fermer wordt net nog wat harder. Het geeft een aangenaam warm gevoel en is het lastig de neiging te onderdrukken om hard mee te gaan zingen. Het maakt al met al Hummingbird tot een album waar je even in moet komen, maar dat daarna snel verslavend goed blijkt.
mij=Infectious Music / PIAS
4 reacties