Ik had in de jaren tachtig al de rare gewoonte om naast luide (zeker wat mijn ouders betreft) hardrock en metal een voorliefde te hebben voor de ietwat kitscherige catchy synthypop. Dat snapte lang niet iedereen. Inclusief ikzelf. Het is ook nooit overgegaan. Nog steeds dweep ik graag met een plaat van bijvoorbeeld OMD, Howard Jones of A Flock Of Seagulls. (Daarom is het zo fijn dat je tegenwoordig met Spotify hier uren in kunt grasduinen). Maar goed, dat ik een zwak heb voor het Britse Hurts, daar geneer ik me dan ook helemaal niet voor (en het zal velen ook niet verbazen). Dat de heren Hutchcraft en Adamson zo af en toe wel heel duidelijk leentjebuur spelen bij een heel arsenaal bands uit de jaren prachtig, dat boeit mij dan ook niet zo. Ik laat me zo meezuigen in hun pathetiek. Die is nog steeds aalglad op Exile, maar voor de vorm heeft Hurts wat shades of grey aangebracht en de boel wat verduisterd en verruigd. Daardoor schuiven ze qua sound wat meer op richting bijvoorbeeld Depeche Mode. Probeer bij de openingsriff van “Cupid” maar eens níet aan Dave Gahan en de zijnen te denken. Dat lukt niet. En geeft ook niet. Dan ben je overigens al halverwege de cd en heb je al de nodige grote gebaren moeten verteren. De een zal dat wat gemakkelijker afgaan dan een ander. Ik heb de brylcreem al weer in mijn haar gesmeerd en strak gekamd. But watch out, The gals will all pursue ya, They'll love to put their fingers through your hair.. Lovely.
mij=Sony
4 reacties