Het eerste waar ik aan moest denken toen ik Elements of Light hoorde was de hoes van Pantha du Prince’s vorige album, Black Noise. Die hoes bevat een afbeelding van de in de Duitse Alpen gelegen Königssee, met uitzicht op de katholieke pelgrimskerk St. Bartholomä. Elements of Light klinkt alsof Hendrik Weber, de man achter Pantha du Prince, met een bootje naar die kerk is gevaren en daar zijn plaat heeft opgenomen. Als er namelijk iets opvalt zijn het de welluidende kerkbellen die op het hele album te horen zijn. Die bellen zijn eigendom van The Bell Laboratory, een Noors percussie-ensemble, waarmee Weber een aantal optredens gaf en nu dus ook dit album uitbrengt. Het Noorse ensemble bespeelt buisklokken, bekkens, xylofoon, marimba, maar het is vooral het 3000-kilo-wegende carillon met 50 bronzen bellen dat de sfeer bepaalt. Niet gek dus dat ik me bij beluistering van dit album in een kerk waan. Desalniettemin is Elements of Light een logische voortzetting van de vorige albums van Weber. Nog altijd maakt hij organische wegdroomtechno die het best tot zijn recht komt in de huiskamer of tijdens een winterse wandeling. Wel luistert dit album meer weg als één geheel, want eigenlijk is het een soort suite van vijf delen die naadloos in elkaar overgaan. Vooral de langere stukken Particle en het licht euforische Spectral Split vallen positief op, maar een minpunt is dat een scherp randje ontbreekt en het album daardoor makkelijk aan je voorbij trekt als je even niet oplet. Het is aan de stemming van de luisteraar of dit gebrek aan venijn een meditatieve of een slaapverwekkende luisterervaring oplevert, ik neig naar het eerste.
mij=Rough Trade
4 reacties